Il est marié avec Siebrigje Hendriks Brandsma.
Ils se sont mariés le 10 mai 1856 à Wonseradeel, Gemeente Wonseradeel, Friesland, Nederland, il avait 20 ans.
Enfant(s):
Frans Gerrits Kramer werd op 6 november 1835 te Bolsward geboren als de jongen van een tweeling. Hij was de enige zoon van Gerrit Klazes Kramer en Elisabeth Frans Romkes, die beiden te Bolsward werden geboren, Gerrit op 20 september 1801 en Elisabeth op 6 october 1800. Gerrit en Elisabeth woonden in een huis van vader Romkes, een bekend en rijk koopman. In dit pand hadden zij een grote manufacturenwinkel, die door Elisabeth werd gedreven.
Na het overlijden van Elisabeth hertrouwde Gerrit met Pietje Fongers Huitema. Frans kreeg nog een halfzusje Trui, die trouwde met Mebius Hendriks Brandsma.
JONGE JAREN
Frans' moeder en tweelingzusje Geertruida overleden
reeds 14 dagen na de geboorte. Frans bleef in leven en
had nog een ouder zusje, Johanna genaamd, van 6 jaar.
Zij was geboren op 9 november 1829. In 1833 werd een
tweede zusje geboren, Geertruida, maar zij overleed
reeds na een half jaar. Johnna overleed toen zij 16 was.
Na het overlijden van Frans' moeder hertrouwde zijn
vader met Pietje Fongers Huitema, weduwe van Dirk
Sibles van der Werf met vier kinderen. Vader Gerrit
verhuisde met zijn kinderen naar de boerderij te
Longerhouw, waar Pietje met haar kinderen woonde.
Pietje huurde de boerderij van haar schoonvader Sible
van der Werf. In datzelfde jaar kreeg Frans een
halfzusje, weer Geertruida genaamd;
de roepnaam was Trui.
Frans groeide op samen met zijn zusje, halfzusje en zijn stiefbroertje en -zusjes. In 1852 verhuisde het gezin naar Lonje, een buitenbuurt van Bolsward, waar Frans en Trui waarschijnlijk naar school gingen. De kinderen van Pietje waren groot en zelfstandig. Toen Frans ongeveer 10 jaar was, overleed zijn nog enige eigen zusje Johanna, die op pensionaat was in Oudenbosch. Zij was ziekelijk. Kort daarna ging Frans zelf naar een pensionaat in Duiven; zijn vader bracht hem weg, vanaf Zwolle met de boot.
Op Lonje, de linkerboerderij op de foto, deden Gerrit en Pietje het al wat rustiger aan. Gerrit hield nog maar enkele koeien.
Het is niet bekend hoelang Frans in Duiven op school
is geweest. Het is wel zeker, dat hij reeds jong boer
werd op De Grote Klaver, welke boerderij in 1852 in
het bezit van zijn vader kwam. Frans woonde er reeds voor
zijn trouwen.
Longerhouw, Lonje en De Grote Klaver liggen ten
opzichte van elkaar verspreid in een grote driehoek.
Het meeste land ertussen behoorde aan Frans' vader
of werd door hem gepacht. Op Longerhouw woonde intussen
Pietjes zoon Dirk..
Pietje liep regelmatig naar Longerhouw, naar haar
zoon Dirk, en vandaar naar De Grote Klaver,
naar Frans en dan weer naar huis in Lonje.
Vele gegevens komen uit het dagboek van Gerrit, Frans' vader,
gedateerd 1856. Gerrit zelf was veel meer thuis.
Hij ontving daar andere kooplieden. Zij kregen
veel visite, onder wie Hendrik Mebius Brandsma en Ysbrand Klazes, met of zonder hun vrouw, vaak worden genoemd.
HUWELIJK
Frans Kramer trouwde met Siebrigje Brandsma, en Trui
Kramer trouwde met Mebius Brandsma: halfbroer en halfzus
trouwde met zus en broer. Het burgerlijk huwelijk vond
plaats in Witmarsum voor de gemeente Wonseradeel.
Het kerkelijk huwelijk van beide paren vond gezamenlijk plaats,
12 mei, in dezelfde kerk.
Op die dag noteert vader Kramer: 'vrolijke dag' gehad.
Beide bruiden behoorden tot verschillende parochies.
Siebrigje tot de St. Martinusparochie, de zogenaamde Mijnherenkerk,
omdat daar wereldheren de diensten verzorgden; het was de boerenparochie.
Trui behoord
tot de St.Franciscus parochie, de paterskerk,
omdat daar paters de diensten deden; het was de stadsparochie.
De bruid was in die tijd verplicht te trouwen in de kerk van
de parochie waartoe zij behoorde. Wilden zij samen in
dezelfde kerk trouwen dan moest er gekozen worden.
De pastoor die het huwelijk inzegende moest een kwart van het
stipendium afdragen aan de andere pastoor.
Men kwam eruit, hoe is niet bekend.
Uiteraard moest er meer geregeld worden voor het huwelijk. Er waren ook materile zaken.
De boerderij te Kubaard, die oorspronkelijk aan grootvader Frans Romkes toebehoorde, werd 17 april 1856, een paar dagen voor het huwelijk, in twee delen verdeeld; het ene deel werd toebedeeld aan kleinzoon Frans Kramer. Het was zijn erfdeel. Later zou hij ook het andere deel van zijn tante Johanna erven. Terzelfder tijd passeert er een tweede acte. In deze acte stellen Frans en Siebrigje de voorwaarden vast van hun huwelijk.
Het komt er op neer dat de huwelijksverbintenis geen andere gemeenschappelijke verbintenis tussen hen zal doen ontstaan dan die van winst en verlies gedurende het huwelijk. Tenslotte werd er door Frans en Siebrigje een opgave gedaan van hetgeen door hen bezeten werd.. Frans bezit vooral onroerend goed en het beslag aan vee, Siebrigje een gouden oorijzer met breede beugel en diverse zilveren werken en Kleinood in tot persoonlijk en lichamelijk gebruik.
HET GEZIN
Op De Grote Klaver werden de eerste twee kinderen geboren: Betsie en Hendrik. Kort na de geboorte van Hendrik verhuisden Frans en Siebrigje in de loop van 1859 naar de boerderij van Frans in 'Cubaard'. Daar was intussen de boerderij geheel afgebroken en herbouwd.
Dit is waarschijnlijk de reden dat zij er niet onmiddellijk gingen wonen. Het verhaal luidt, dat Frans' vader indertijd te voet naar Kubaard kwam, zijn stok die hij altijd bij zich had wegslingerde en sprak - in het Fries uiteraard - dat daar waar de stok neerkwam de huizing gebouwd moest worden. De stok lag nogal een eind van de weg en daarom zou het huis zo'n grote voortuin hebben gekregen. Maar er bestaat een variant van het verhaal. Niet Gerrit maar Siebrigje zou de stok hebben gegooid, omdat zij een grote voortuin wilde, terwijl Frans meer weiland wilde. Misschien zijn beide verhalen wel waar. In de loop der jaren werden de volgende kinderen op Kubaard geboren; Apollonia, Johanna, Gerrit, Dirk, Klaske, Mebius en Pietje
DE OUDERDOM
In 1896 kocht Frans op de openbare verkoping van de boerderij It Heechout te Bolsward de Huizing van weduwe KlaaskeGalema - Huitema, wier zoon Ysbrand met zijn oudste dochter Betsie was getrouwd, en wier oudste zusn stiefmoeder Pietje Fongers Huitema was. Enige jaren later verhuisden Frans en Siebrigje met enkele van hun kinderen naar Bolsward. Op 12 mei 1906 vierden zij daar hun gouden bruiloft. Daar wordt nog van gesproken. Frans Mebius Kramer, mgr. Constans Kramer, franciscaan, herinnerde zich op 94 jarige leeftijd het feest nog goed. Hij was toen 3 jaar: 'Op de stal stond appelmoes voor de kinderen'.
DE LAATSTE JAREN
De laatste jaren verbleven Frans en Siebrigje bij hun dochter, Johanna. Johanna was gehuwd met Joannes Tiel Groenestege.
Zij woonden op de boerderij Ten Broeke in De Lage Egge te Tuk, Steenwijkerwold. Daar waren zij welkom in een groot gezin en kregen een mooie kamer in het voorhuis. Siebrigje overleed op 5 maart 1912 en Frans op 21 mei 1914. Twee maal. in korte tijd reden de paarden de rouwwagen de lange weg naar het kerkhof te Blauwhuis.
Geboorteakte Bolsward, 1835 Aangiftedatum 9 november 1835, blad nr. 60
Franciscus Kramer, geboren 6 november 1835
Zoon van Gerrit Kramer en Elisabeth Romkes
Gemeente: Steenwijkerwold Aktenummer: 39 Aangiftedatum: 00-00-1914
Overledene Franciscus Kramer
Frans Gerrits Kramer werd op 6 november 1835 te Bolsward geboren als de jongen van een tweeling. Hij was de enige zoon van Gerrit Klazes Kramer en Elisabeth Frans Romkes, die beiden te Bolsward werden geboren, Gerrit op 20 september 1801 en Elisabeth op 6 october 1800. Gerrit en Elisabeth woonden in een huis van vader Romkes, een bekend en rijk koopman. In dit pand hadden zij een grote manufacturenwinkel, die door Elisabeth werd gedreven.
Na het overlijden van Elisabeth hertrouwde Gerrit met Pietje Fongers Huitema. Frans kreeg nog een halfzusje Trui, die trouwde met Mebius Hendriks Brandsma.
JONGE JAREN
Frans' moeder en tweelingzusje Geertruida overleden
reeds 14 dagen na de geboorte. Frans bleef in leven en
had nog een ouder zusje, Johanna genaamd, van 6 jaar.
Zij was geboren op 9 november 1829. In 1833 werd een
tweede zusje geboren, Geertruida, maar zij overleed
reeds na een half jaar. Johnna overleed toen zij 16 was.
Na het overlijden van Frans' moeder hertrouwde zijn
vader met Pietje Fongers Huitema, weduwe van Dirk
Sibles van der Werf met vier kinderen. Vader Gerrit
verhuisde met zijn kinderen naar de boerderij te
Longerhouw, waar Pietje met haar kinderen woonde.
Pietje huurde de boerderij van haar schoonvader Sible
van der Werf. In datzelfde jaar kreeg Frans een
halfzusje, weer Geertruida genaamd;
de roepnaam was Trui.
Frans groeide op samen met zijn zusje, halfzusje en zijn stiefbroertje en -zusjes. In 1852 verhuisde het gezin naar Lonje, een buitenbuurt van Bolsward, waar Frans en Trui waarschijnlijk naar school gingen. De kinderen van Pietje waren groot en zelfstandig. Toen Frans ongeveer 10 jaar was, overleed zijn nog enige eigen zusje Johanna, die op pensionaat was in Oudenbosch. Zij was ziekelijk. Kort daarna ging Frans zelf naar een pensionaat in Duiven; zijn vader bracht hem weg, vanaf Zwolle met de boot.
Op Lonje, de linkerboerderij op de foto, deden Gerrit en Pietje het al wat rustiger aan. Gerrit hield nog maar enkele koeien.
Het is niet bekend hoelang Frans in Duiven op school
is geweest. Het is wel zeker, dat hij reeds jong boer
werd op De Grote Klaver, welke boerderij in 1852 in
het bezit van zijn vader kwam. Frans woonde er reeds voor
zijn trouwen.
Longerhouw, Lonje en De Grote Klaver liggen ten
opzichte van elkaar verspreid in een grote driehoek.
Het meeste land ertussen behoorde aan Frans' vader
of werd door hem gepacht. Op Longerhouw woonde intussen
Pietjes zoon Dirk..
Pietje liep regelmatig naar Longerhouw, naar haar
zoon Dirk, en vandaar naar De Grote Klaver,
naar Frans en dan weer naar huis in Lonje.
Vele gegevens komen uit het dagboek van Gerrit, Frans' vader,
gedateerd 1856. Gerrit zelf was veel meer thuis.
Hij ontving daar andere kooplieden. Zij kregen
veel visite, onder wie Hendrik Mebius Brandsma en Ysbrand Klazes, met of zonder hun vrouw, vaak worden genoemd.
HUWELIJK
Frans Kramer trouwde met Siebrigje Brandsma, en Trui
Kramer trouwde met Mebius Brandsma: halfbroer en halfzus
trouwde met zus en broer. Het burgerlijk huwelijk vond
plaats in Witmarsum voor de gemeente Wonseradeel.
Het kerkelijk huwelijk van beide paren vond gezamenlijk plaats,
12 mei, in dezelfde kerk.
Op die dag noteert vader Kramer: 'vrolijke dag' gehad.
Beide bruiden behoorden tot verschillende parochies.
Siebrigje tot de St. Martinusparochie, de zogenaamde Mijnherenkerk,
omdat daar wereldheren de diensten verzorgden; het was de boerenparochie.
Trui behoord
tot de St.Franciscus parochie, de paterskerk,
omdat daar paters de diensten deden; het was de stadsparochie.
De bruid was in die tijd verplicht te trouwen in de kerk van
de parochie waartoe zij behoorde. Wilden zij samen in
dezelfde kerk trouwen dan moest er gekozen worden.
De pastoor die het huwelijk inzegende moest een kwart van het
stipendium afdragen aan de andere pastoor.
Men kwam eruit, hoe is niet bekend.
Uiteraard moest er meer geregeld worden voor het huwelijk. Er waren ook materile zaken.
De boerderij te Kubaard, die oorspronkelijk aan grootvader Frans Romkes toebehoorde, werd 17 april 1856, een paar dagen voor het huwelijk, in twee delen verdeeld; het ene deel werd toebedeeld aan kleinzoon Frans Kramer. Het was zijn erfdeel. Later zou hij ook het andere deel van zijn tante Johanna erven. Terzelfder tijd passeert er een tweede acte. In deze acte stellen Frans en Siebrigje de voorwaarden vast van hun huwelijk.
Het komt er op neer dat de huwelijksverbintenis geen andere gemeenschappelijke verbintenis tussen hen zal doen ontstaan dan die van winst en verlies gedurende het huwelijk. Tenslotte werd er door Frans en Siebrigje een opgave gedaan van hetgeen door hen bezeten werd.. Frans bezit vooral onroerend goed en het beslag aan vee, Siebrigje een gouden oorijzer met breede beugel en diverse zilveren werken en Kleinood in tot persoonlijk en lichamelijk gebruik.
HET GEZIN
Op De Grote Klaver werden de eerste twee kinderen geboren: Betsie en Hendrik. Kort na de geboorte van Hendrik verhuisden Frans en Siebrigje in de loop van 1859 naar de boerderij van Frans in 'Cubaard'. Daar was intussen de boerderij geheel afgebroken en herbouwd.
Dit is waarschijnlijk de reden dat zij er niet onmiddellijk gingen wonen. Het verhaal luidt, dat Frans' vader indertijd te voet naar Kubaard kwam, zijn stok die hij altijd bij zich had wegslingerde en sprak - in het Fries uiteraard - dat daar waar de stok neerkwam de huizing gebouwd moest worden. De stok lag nogal een eind van de weg en daarom zou het huis zo'n grote voortuin hebben gekregen. Maar er bestaat een variant van het verhaal. Niet Gerrit maar Siebrigje zou de stok hebben gegooid, omdat zij een grote voortuin wilde, terwijl Frans meer weiland wilde. Misschien zijn beide verhalen wel waar. In de loop der jaren werden de volgende kinderen op Kubaard geboren; Apollonia, Johanna, Gerrit, Dirk, Klaske, Mebius en Pietje
DE OUDERDOM
In 1896 kocht Frans op de openbare verkoping van de boerderij It Heechout te Bolsward de Huizing van weduwe KlaaskeGalema - Huitema, wier zoon Ysbrand met zijn oudste dochter Betsie was getrouwd, en wier oudste zusn stiefmoeder Pietje Fongers Huitema was. Enige jaren later verhuisden Frans en Siebrigje met enkele van hun kinderen naar Bolsward. Op 12 mei 1906 vierden zij daar hun gouden bruiloft. Daar wordt nog van gesproken. Frans Mebius Kramer, mgr. Constans Kramer, franciscaan, herinnerde zich op 94 jarige leeftijd het feest nog goed. Hij was toen 3 jaar: 'Op de stal stond appelmoes voor de kinderen'.
DE LAATSTE JAREN
De laatste jaren verbleven Frans en Siebrigje bij hun dochter, Johanna. Johanna was gehuwd met Joannes Tiel Groenestege.
Zij woonden op de boerderij Ten Broeke in De Lage Egge te Tuk, Steenwijkerwold. Daar waren zij welkom in een groot gezin en kregen een mooie kamer in het voorhuis. Siebrigje overleed op 5 maart 1912 en Frans op 21 mei 1914. Twee maal. in korte tijd reden de paarden de rouwwagen de lange weg naar het kerkhof te Blauwhuis.
Frans Gerrits Kramer werd op 6 november 1835 te Bolsward geboren als de jongen van een tweeling. Hij was de enige zoon van Gerrit Klazes Kramer en Elisabeth Frans Romkes, die beiden te Bolsward werden geboren, Gerrit op 20 september 1801 en Elisabeth op 6 october 1800. Gerrit en Elisabeth woonden in een huis van vader Romkes, een bekend en rijk koopman. In dit pand hadden zij een grote manufacturenwinkel, die door Elisabeth werd gedreven. Na het overlijden van Elisabeth hertrouwde Gerrit met Pietje Fongers Huitema. Frans kreeg nog een halfzusje Trui, die trouwde met Mebius Hendriks Brandsma.JONGE JAREN Frans 39 moeder en tweelingzusje Geertruida overleden reeds 14 dagen na de geboorte. Frans bleef in leven en had nog een ouder zusje, Johanna genaamd, van 6 jaar. Zij was geboren op 9 november 1829. In 1833 werd een tweede zusje geboren, Geertruida, maar zij overleed reeds na een half jaar. Johnna overleed toen zij 16 was. Na het overlijden van Frans moeder hertrouwde zijn vader met Pietje Fongers Huitema, weduwe van Dirk Sibles van der Werf met vier kinderen. Vader Gerrit verhuisde met zijn kinderen naar de boerderij te Longerhouw, waar Pietje met haar kinderen woonde. Pietje huurde de boerderij van haar schoonvader Sible van der Werf. In datzelfde jaar kreeg Frans een halfzusje, weer Geertruida genaamd; de roepnaam was Trui. Frans groeide op samen met zijn zusje, halfzusje en zijn stiefbroertje en -zusjes. In 1852 verhuisde het gezin naar Lonje, een buitenbuurt van Bolsward, waar Frans en Trui waarschijnlijk naar school gingen. De kinderen van Pietje waren groot en zelfstandig. Toen Frans ongeveer 10 jaar was, overleed zijn nog enige eigen zusje Johanna, die op pensionaat was in Oudenbosch. Zij was ziekelijk. Kort daarna ging Frans zelf naar een pensionaat in Duiven; zijn vader bracht hem weg, vanaf Zwolle met de boot. Op Lonje, de linkerboerderij op de foto, deden Gerrit en Pietje het al wat rustiger aan. Gerrit hield nog maar enkele koeien. Het is niet bekend hoelang Frans in Duiven op school is geweest. Het is wel zeker, dat hij reeds jong boer werd op De Grote Klaver, welke boerderij in 1852 in het bezit van zijn vader kwam. Frans woonde er reeds voor zijn trouwen. Longerhouw, Lonje en De Grote Klaver liggen ten opzichte van elkaar verspreid in een grote driehoek. Het meeste land ertussen behoorde aan Frans zijn vader of werd door hem gepacht. Op Longerhouw woonde intussen Pietjes zoon Dirk.. Pietje liep regelmatig naar Longerhouw, naar haar zoon Dirk, en vandaar naar De Grote Klaver, naar Frans en dan weer naar huis in Lonje. Vele gegevens komen uit het dagboek van Gerrit, Frans vader, gedateerd 1856. Gerrit zelf was veel meer thuis. Hij ontving daar andere kooplieden. Zij kregen veel visite, onder wie Hendrik Mebius Brandsma en Ysbrand Klazes, met of zonder hun vrouw, vaak worden genoemd. HUWELIJK Frans Kramer trouwde met Siebrigje Brandsma, en Trui Kramer trouwde met Mebius Brandsma: halfbroer en halfzus trouwde met zus en broer. Het burgerlijk huwelijk vond plaats in Witmarsum voor de gemeente Wonseradeel. Het kerkelijk huwelijk van beide paren vond gezamenlijk plaats, 12 mei, in dezelfde kerk. Op die dag noteert vader Kramer: vrolijke dag gehad. Beide bruiden behoorden tot verschillende parochies. Siebrigje tot de St. Martinusparochie, de zogenaamde Mijnherenkerk, omdat daar wereldheren de diensten verzorgden; het was de boerenparochie. Trui behoord tot de St.Franciscus parochie, de paterskerk, omdat daar paters de diensten deden; het was de stadsparochie. De bruid was in die tijd verplicht te trouwen in de kerk van de parochie waartoe zij behoorde. Wilden zij samen in dezelfde kerk trouwen dan moest er gekozen worden. De pastoor die het huwelijk inzegende moest een kwart van het stipendium afdragen aan de andere pastoor. Men kwam eruit, hoe is niet bekend.Uiteraard moest er meer geregeld worden voor het huwelijk. Er waren ook materile zaken. De boerderij te Kubaard, die oorspronkelijk aan grootvader Frans Romkes toebehoorde, werd 17 april 1856, een paar dagen voor het huwelijk, in twee delen verdeeld; het ene deel werd toebedeeld aan kleinzoon Frans Kramer. Het was zijn erfdeel. Later zou hij ook het andere deel van zijn tante Johanna erven. Terzelfder tijd passeert er een tweede acte. In deze acte stellen Frans en Siebrigje de voorwaarden vast van hun huwelijk. Het komt er op neer dat de huwelijksverbintenis geen andere gemeenschappelijke verbintenis tussen hen zal doen ontstaan dan die van winst en verlies gedurende het huwelijk. Tenslotte werd er door Frans en Siebrigje een opgave gedaan van hetgeen door hen bezeten werd.. Frans bezit vooral onroerend goed en het beslag aan vee, Siebrigje een gouden oorijzer met breede beugel en diverse zilveren werken en Kleinood in tot persoonlijk en lichamelijk gebruik. HET GEZIN Op De Grote Klaver werden de eerste twee kinderen geboren: Betsie en Hendrik. Kort na de geboorte van Hendrik verhuisden Frans en Siebrigje in de loop van 1859 naar de boerderij van Frans in Cubaard. Daar was intussen de boerderij geheel afgebroken en herbouwd.Dit is waarschijnlijk de reden dat zij er niet onmiddellijk gingen wonen. Het verhaal luidt, dat Frans vader indertijd te voet naar Kubaard kwam, zijn stok die hij altijd bij zich had wegslingerde en sprak - in het Fries uiteraard - dat daar waar de stok neerkwam de huizing gebouwd moest worden. De stok lag nogal een eind van de weg en daarom zou het huis zo'n grote voortuin hebben gekregen. Maar er bestaat een variant van het verhaal. Niet Gerrit maar Siebrigje zou de stok hebben gegooid, omdat zij een grote voortuin wilde, terwijl Frans meer weiland wilde. Misschien zijn beide verhalen wel waar. In de loop der jaren werden de volgende kinderen op Kubaard geboren; Apollonia, Johanna, Gerrit, Dirk, Klaske, Mebius en Pietje DE OUDERDOM In 1896 kocht Frans op de openbare verkoping van de boerderij It Heechout te Bolsward de Huizing van weduwe Klaaske Galema - Huitema, wier zoon Ysbrand met zijn oudste dochter Betsie was getrouwd, en wier oudste zusn stiefmoeder Pietje Fongers Huitema was. Enige jaren later verhuisden Frans en Siebrigje met enkele van hun kinderen naar Bolsward. Op 12 mei 1906 vierden zij daar hun gouden bruiloft. Daar wordt nog van gesproken. Frans Mebius Kramer, mgr. Constans Kramer, franciscaan, herinnerde zich op 94 jarige leeftijd het feest nog goed. Hij was toen 3 jaar: in de stal stond appelmoes voor de kinderen DE LAATSTE JAREN De laatste jaren verbleven Frans en Siebrigje bij hun dochter, Johanna. Johanna was gehuwd met Joannes Tiel Groenestege. Zij woonden op de boerderij Ten Broeke De Lage Egge te Tuk, Steenwijkerwold. Daar waren; zij welkom; in een groot gezin en kregen; een mooie kamer; in het voorhuis. Siebrigje overleed op 5 maart 1912 en Frans op 21 mei 1914. Twee maal. in korte tijd reden de paarden de rouwwagen de lange weg naar het kerkhof te Blauwhuis.
Franciscus Gerrits Kramer | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1856 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Siebrigje Hendriks Brandsma |
Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
Stamboom op MyHeritage.com
Familiesite: Familie Wouters Web Site
Stamboom: Familie Wouters
Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
Stamboom op MyHeritage.com
Familiesite: Huiskamp-Suijs
Stamboom: Suijs-Raming_11_02