Overledene Godefridus Embertus Scepens
Plaats Best
Aktedatum overlijden 14-01-1649
DTB Best inv.nr. 4.1 , folio 111
Il est marié avec Maria Antonius van de Maerselaer.
L'autorisation pour le mariage a été obtenu le 18 février 1635 à Best.Source 3
Ils se sont mariés le 20 février 1635 à Best.Source 3Bruidegom Godefridus Embertus Scepens
Bruid Maria Antonius van de Maerselaer
Plaats Best
Datum ondertrouw 18-02-1635
Datum trouwen 20-02-1635
Opmerkingen Gehuwd met dispensatie
DTB Best inv.nr. 4.1 , folio 77v
Wouter en Goijaert, gebroeders en Jan Jan Thomas van den Acker als man van Catharina, wettige kinderen van wijlen Eijmbert Daniels Scepens, welke Goijaert en Peter Goossens van Oudenhoven nog optreden als voogden over Daniel minderjarige zoon van wijlen Heijlken dochter van genoemde Eijmbert en Peterken, hebben verklaard met elkaar een boedelverdeling te hebben gemaakt van het bezit dat ze door de dood van hun ouders hebben geerfd zoals ze verklaarden.
Bij deze verdeling krijgt genoemde Goijaert het huis, hofstad, tuin, grond etc., gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. Dirck Wouters, Jan Jan Thomassen de oude, de gemeijnte aldaar. Verder krijgt hij nog een stuk akkerland genoemd het Marselaer, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Goijaert Lambert Denissen, Frans Henrick Franssen, genoemde Daniel dat ervan is afgedeeld, de gemeijnte aldaar. Nog krijgt hij de helft van een stuk akkerland, genoemd de Ouw Braecke, gelegen in Oirschot herdgang Straten, b.p. genoemde Jan Jan Thomassen dat ervan is afgdeeld, Frans Henrik Franssen, de gemeijnte aldaar. Verder krijgt hij het zesde deel van een hooibeemd genoemd de Verdonck, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Odulphus Peters van Oudenhoven, Peter Martens van Collenberg, Andries en Peter Henrick Janssen, de gemeijnte daar. Nog krijgt hij een bedrag van 16 gulden eens te ontvangen van genoemde Jan Thomassen en nog 8 gulden van genoemde Daniel en nog 8 gulden van genoemde Wouter ter egalisatie van dit erfdeel. Uit dit deel moet jaarlijks wat grondchijns worden betaald en verder de dorpslasten.
Bij deze verdeling krijgt genoemde Wouter een stuk akkerland genoemd het Vorstekkerken, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. Jan Jan Thomassen de oude, Merieken Jan Thomassen, Dirck Wouters. Verder krijgt hij een helft van een stuk akkerland ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen aan het Marselaer, b.p. genoemde Daniel dat ervan is afgedeeld, Goijaert Goijaert Claessen, de gemeijnte aldaar, Frans Henrick Franssen. Verder krijgt hij een stuk land gelegen in de Nije Braecken, herdgang Straten, b.p. Goijaert Daniels, Frans Henrik Franssen, Frans Goorts, de kinderen van Aelbert Janssen de Cort. Verder krijgt hij de helft van een hooibeemd genoemd de Cleijne Scheeck, waarvan de andere helft eigendom is van genoemde Dirck Wouters. Dit lot moet per a.s. Maria Lichtmisdag over een jaar 8 gulden betalen aan Goijaert zonder rente.
Bij deze verdeling krijgen de genoemde voogden ten behoeve van vermelde Daniel een stuk akkerland genoemd het Leeg Ekkerken, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. Dirck Wouter Gruijters, Dirck Willems van Doormalen, Marieken Jan Thomassen, Huibert Gielens. Verder krijgen ze de helft van een stuk akkerland ter zelfder plaatse als hiervoor, aldaar genoemd het Maerselaer, welke helft overlangs twee schreden breder moet zijn dan de andere helft, b.p. Frans Henrick Franssen, de gemeijnte aldaar. Nog krijgen ze een stuk akkerland gelegen in de Oude Braecken, herdgang Straten, b.p. Jacop Daniel Schepens, Jan Daniels Schepens, de gemeijnte aldaar. Nog krijgen ze een hooibeemd genoemd het Maerselaer, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Goijaert Lambert Denissen, Frans Henricks, de kinderen van Hens Corstens. Hieruit de grondchijns te moeten betalen en de dorpslasten. Verder per a.s. Maria Lichtmisdag over een jaar zonder rente aan genoemde Goijaert ter egalisatie van diens erfdeel 8 gulden te betalen en over het Maerselaer overpad te geven aan Frans Henrick Franssen.
Bij deze verdeling krijgt genoemde Jan Jan Thomassen de jonge namens zijn vrouw een stuk akkerland genoemd de Hardenbeemd, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. Dirck Wouters, Lambert Jan Houbraken, de kinderen van Hens Corstens, Huibert Ghielens, Jan Aert Scheijntgens, Dirck Jacops. Verder krijgt hij een stuk land in de Oude Braecken, herdgang Straten, b.p. Jacop Daniels, Goijaert Eijmberts dat ervan is afgedeeld, de gemeijnte aldaar. Nog krijgt hij de helft van een hooibeemd genoemd de Groote Scheeck waarvan de andere helft eigendom is van Dirck Wouter Gruijters die jaarlijks wordt gewisseld. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 21 stuivers worden betaald aan het Grote Gasthuis in Den Bosch, nog de grondchijns en de dorpslasten, Per a.s. Maria Lichtmisdag over een jaar moet dit lot aan Goijaert, ter egalisatie van zijn erfdeel, 16 gulden betalen.
Genoemde erfgenamen beloven over en weer afstand te doen van aanspraken op elkaars erfdeel en ze beloven deze boedelverdeling altijd gestand te zullen doen. Indien later mocht blijken dat iemands erfdeel minder waard wordt of dat er meer lasten op zouden blijken te drukken, dan zullen ze die meerdere lasten samen betalen, elk hierin voor een vierde deel. Verder zal ook ieder de lasten op het eigen erfdeel zodanig betalen, dat het erfdeel van de ander daarvoor gevrijwaard blijft. Verder zal men elkaar overpad verlenen waar nodig en met de minst overlast. Datum 20 januari 1637, getuigen Keijmps en Schepens.
Bewerking van het oud rechterlijk archief Oirschot door Jan Toirkens 1637
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Goijaert Eijmbert Scepens heeft kontant geld aangeboden, waarvan hij beweert dat het zijn eigendom is, om daarmee een beroep te doen op het recht van vernadering voor een zesde deel van een hooibeemd genoemd de Leech Verdonck, gelegen in Oirschot herdgang Straten, b.p. de kinderen van Henrick
Janssen, de gemeijnte aldaar, Peter Martens, Odulphus Peters van de Marselaer, welk perceelsdeel zijn oom Jan Daniels Scepens op 18 november 1637 had verkocht aan Henrick Ariens van de Molengracht conform een schepenbrief van Oirschot. Hij belooft alles na te komen wat bij vernadering is voorgeschreven. Genoemde Henrik erkent deze rechten en doet nu afstand van zijn bezit en draagt het daarom aan Goijaert over. Datum 16 november 1638, getuigen Keijmps en Scepens.
Bewerking van het oud rechterlijk archief Oirschot door Jan Toirkens 1638
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++