Il est marié avec Adriana PIETJOUW.
Ils se sont mariés le 11 août 1754 à Loon op Zand.
ondertrouw op 27 jul 1754 Loon op Zand
instantie: ng
Loon op Zand NG Trouwboek 1679-1786 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 13, pg93)
N.B. De akten staan door elkaar.
Pieter en Adriana hebben samen 6 kinderen
Enfant(s):
is overleden voor 1827, vorster en dienaar van justitie, wonende te Loon op Zand.
De dienaar van justitie
Gepubliceerd in: Jaarboek Straet & Vaert, 1996.De overlast van vagebonden, bedelaars en andere landlopers was in 1761 zo ernstig geworden dat de drossaard ervan overtuigd was dat maatregelen genomen moesten worden. Tijdens een vergadering met de schepenen werd voornamelijk op zijn initiatief het besluit genomen dat getracht zou worden aan deze overlast een einde te maken door het aanstellen van een dienaar van justitie, ook wel diender of bedeljager, genoemd. De drossaard kreeg vervolgens van de vergadering toestemming om
op zoek te gaan naar een geschikte kandidaat voor deze functie.Wat de taak van deze dienaar van justitie was, wordt duidelijk uit het reglement dat tijdens de vergadering werd opgesteld. Bij dit reglement hoorde ook een eed, die de dienaar bij zijn aanstelling moest afleggen en waarneer hij moest hande
len. Dit reglement en deze eed worden hieronder in de oorspronkelijke tekst weergegeven.
Allereerst het reglement, waarnaar 'den aen te stellen dienaer van de justitie punctueelijk sal hebben te gedraagen onder genietinge van sodanige tractament en verdere vrijdomme baaten en profijten als hier naar volgd.'
Art. 1
Eerstelijk sal hij dienaer tot een jaarelijks tractament hebben en genieten de somme van tagtig guldens.
Art. 2
Voirts sal aan dienaer van gemeentensweegen besorgt worden, een snaphaen, een zabel, een rotting, en twee stuk pistoolen, welk geweer hij gehouden sal sijn, ten sijnen kosten te onderhouden.
Art. 3
Bovendien sal hij dienaer vrij en exempt sijn van alle dorps lasten.
Art. 4Des soo sal hij dienaer van de justitie gehouden zijn den drossaard off in sijn absentie den stadhouder soo in crimineele als andere saaken de justitie concerneerende soo bij dagen als nagten te adsisteren ende deszelfs ordere te observeere
n, ende naar te komen, en voorts in allen gevallen staan ter ordonnantie van drossaard en scheepenen.
Art. 5Voort zal hij dienaar gehouden en verpligt sijn, te gaan patrouilleren op alle gehugten en plaatsen onder desse Heerlijkhijd en naer sijn best vermogen daar uijt weeren alle vreemde bedelaars vagebonden en landloopers, en die geene welke al
s bij hem verdagt off suspeekt voorkomen, aen te houden en bij den drossaerd off sijnen stadhouder te brengen ten fine van examinatie.
Art. 6
Item sal niemand eenige aalemoese mogen vraagen dan die pasante die van een behorelijke attestatie off paspoort sijn voorsien, en onophoudelijk hunne weg vervolgen.
Art. 7
Ook sal hij dienaar gehouden sijn van tijt tot tijt op de grensen off uijthoeven van deese Heerlijkhijd sig naukeurig te informeeren bij de inwoonders off ingeseetenen aldaar off sij ook eenig molest en overlast van vreemde beedelaars schoj
es en landloopers koomen te lijden, en off sij van tijt tot tijt waar dat soort volck ontdekken, en soo van het een als ander zal gehouden sijn aen den drossaerd off sijnen stadhouder report te doen.
Art. 8
Voorts sal hij dienaer ook gehouden weesen, wanneer hem eenige huijsen voorkomen alwaar sig van tijt tot tijt bedelaars en lantloopers ophouden en vernagten die huijsen aen te geeven, aan den drossaard off sijnen stadhouder.
Art. 9En generaalijk wat saeken ter kennisse van hem dienaer komen, die strijdig sijn teegens de wetten en placaaten van den landen off dat er eenige vegtinge sijn geschiet, sal hij aanstonds aan den drossaerd off sijnen stadhouder moeten aanbren
gen.
Art. 10
Item sal hij dienaer gehouden en verpligt sijn, alle daegen ten huijsen van den drossaerd off den stadhouder te moeten vacceren, om te verneemen off er iets van haare orders mogt weesen.
Art. 11
Op alle geregtsdaagen en vergaderinge van regenten, sal hij dienaer gehouden sijn, aan het raedhuijs te compareeren met sijn geweer, om in alle gevallen bij der hand te sijn, om de orders van regenten aff te wagten.
Art. 12Voorts sal hij dienaar op bekomen orders ook moeten adsisteeren in het bewaaren en bewaaken der gevangene; gelijk ook wanneer eenige misdadiger ter vierschaar van scheepenen off tot scherper examen sullen worden gebragt mitsgaders ook wanne
er, eenige delinquenten sullen werder gebragt ter executie, sal hij dienaer daar bij telkens moeten adsisteeren, de selve aff en aen brengende en voorts alles doen dat hem bij den drossaard sal worden gelast en geordonneert.
Art. 13
En laastelijk sal hij dienaer generalijk verpligt zijn, in sijne functie sig te gedragen en quijten, als een getrouw dienaer van de justitie betaemt.
Art. 14
Deze aenstellinge geschied maar bij pas vivie en tot weederopzegginge toe.
Art. 15
En hoff het (onverhoopt quome te gebeuren) dat hij dienaer niet voldeede aan de voors. Pointen en articulen off eenige van dien off een quaed comportement en gedrag hadde, soo behouden drossaerd en scheepenen haar het regt, om hem aenstonds en de facto af te stellen, sonder dat sij int geeven van eenige reedenen willen gehouden seijn, gelijk sij ook aen haar reserveeren de magt en faculteijd om dit regelement en ordre ten allen teijden te veranderen, emplieeren en interpreter
en off int geheel te niets doen.
Art. 16
En sal hij dienaer van de justitie gehouden sijn, den eed af te leggen in handen van den officier, als dat hij getrouwelijk alle der voors. Pointen soo veel hem mogelijk, sal naar komen en agter volgen.
In dit reglement wordt gesproken van de eed die de dienaar moest afleggen ten overstaan van de drossaard. Deze eed luidde als volgt.Ik beloove ende sweeren de justicie gehouw en getrouw te zulle wezen, den heere drossard in alles behulpsaem te zijn, en in alle deszelvs beveelen te sullen respecteeren en gehoorsamen na behoeven, alle boosdoenders, dieven delinquenten, te sullen opbrengen van genen agterhaalen; wijders alle zaken als fraudens en delicten, welken ter kennisse van den officier behooren gebragt te werden, zonder onderscheijt van perzoone, vrienden of bloedverwantschap, opregtelijk te zullen ae
ngeeven, en eijndelijk mij in alle opsigte soo te gedraagen als een trouw en eerlijk dienaar der justien behoord en verschuldigt is te doen.
Op basis van het bovenstaand reglement werd eind 1763 of begin 1764 Pieter van Rijswijk als eerste dienaar van justitie aangesteld. Hij zou dit blijven tot 6 januari 1776, toen hij door de heer van Loon op Zand ontslagen werd om 'reedenen hem daer toe moverende'. Van deze Pieter van Rijswijk is uit processtukken bekend dat hij zich regelmatig schuldig maakte aan misdragingen. Reeds in de jaren 1768 en 1769 werd een onderzoek ingesteld naar het gedrag van deze dienaar van justitie. Tot maatregelen is het toen niet gekomen, maar wellicht heeft de heer in 1776 gemeend hem vanwege deze ambtsmisdrijven te moeten ontslaan.
Pieter van RIJSWIJK | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1754 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Adriana PIETJOUW | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Les données affichées n'ont aucune source.