(versie Maart 2017)
“Edelman, bedelman, dokter, pastoor, koning, keizer, schuttermajoor”
We weten niet zeker waar de naam Edelman vandaan komt. In de veertiende, vijftiende en zestiende eeuw, de tijd van veel oorlogshandelingen in de buurt van Rotterdam, komen we regelmatig verwijzingen tegen van de positie van “edelman” van de artillerie ter land, zowel als ter zee. Deze benaming van een geschutscommandant blijft nog lang bestaan. Volgens het Woordenboek Nederlandsche Taal (p. 3783) wordt deze naam de titel van alle officiers van de artillerie tot 1697. Het is dus mogelijk dat de naam is blijven hangen toen de oorlog over was. * En misschien heeft het bekende straatrijmpje dan toch wat meer betekenis dan we dachten....
De eerste persoon met de naam Edelman die wij hebben gevonden is Engelbert Edelmanne, die in 1317 belasting betaalde op een halve hoeve in Muilkerk. (J.C. Kort, Repertorium op de lenen van de hofstede Altena, 1232-1650, in Ons Voorgeslacht (40) 1985 p. 175-212, p. 189). De tweede is Willem Edelman. Zijn naam komt voor op een lijst van "Inkomsten uit de Grafelijke Domeinen te Hillegersberg, Kralingen, Overschie, Rotterdam en Schiebroek". (C. Hoek in Ons Voorgeslacht 1984, p. 246). De datum is 1362. Rotterdam kreeg stadsrechten van de graaf van ….. in 135? Het waren de roerige tijden van de Hoekse en Kabeljauwse twisten en het gebied tussen Rotterdam en Delft was vaak omstreden.
De eerstvolgende verwijzingen komen uit de zestiende eeuw, een flink stuk later dus.
Het zijn Jacob Edelman en Cornelis Edelman . Zij woonden rondom 1550 net buiten Rotterdam, in Cool. De ambachtsheerlijkheid Cool, bevatte Beukelsdijk, Oost en West Blommersdijk en Cool. Alles net ten Westen van de stad Rotterdam. Het Ambacht Cool wordt al vermeld in 1250. Tot 1596 was Cool bezit van Jacob van Almonde. In dat jaar kocht de stad Rotterdam het ambacht. Van 1795 tot 1809 was het een municipaliteit en voor een korte tijd, tot 1811, een zelfstandige gemeente. In 1811 volgde annexatie door Rotterdam, maar Beukelsdijk ging naar Delfshaven. In 1816 kwam Beukelsdijk terug bij Rotterdam. In 18.. volgde de annexatie van Delfshaven.
* Enige voorbeelden: Kars Kreeft, gedoopt ca. 1626, vermoedelijk in Zutphen, beroep Edelman van het canon. (Internet); Nicolaas Hamel was Edelman van de artillerie en capiteyn van de treck paarden (C.A. Hamel, Kroniek van een familie)
Voor zover we dit hebben kunnen nagaan lijkt het er op dat dit inderdaad de voorouders zijn van onze tak. Wij hebben de genealogie van volgende generaties nagezocht in het Gemeentearchieven Rotterdam en Delft, zowel als op diverse internet adressen. Ze zijn allemaal rondom Cool en Delfshaven blijven wonen.
Maar Jacob en Cornelis waren niet de enige van die naam in de buurt. Wij hebben in een andere bron een Jacob Edelman gevonden, kennelijk geboren omstreeks 1598 in Rotterdam , met een zoon Pieter Jacobs Edelman in 1630 in Zevenhuizen. Die tak blijft een paar generaties actief ter plaatse en ook in Cappelle a/d IJssel en later Kralingen. In de Nijkerkse archieven verschijnt Cornelis Jansz Edelman (1616-1654). Ook deze familie hebben we uitvoerig teruggevonden. In de Delftse archieven hebben wij Adriaen Gerritz Edelman (Eelman) gevonden die voor 1633 daar overleed zowel als Arie Cornelisz Edelman, molenaar, geboren omstreeks 1640. Hij werd de stamvader van een uitvoerig molenaarsgeslacht dat uiteindelijk de in onze familie bekende Delfshavense molenaar Leendert Edelman (1695-1735) voortbracht. Het is zeer goed mogelijk dat deze verwant is aan onze tak, waar tijdens diezelfde periode het molenaarsvak ook werd uitgevoerd. In Zaandam bestond al in 1640 Maarten Dirksz. Edelman die in dat jaar samen met anderen geld beschikbaar stelde voor een raam met het wapen van de stad voor de Westerkerk aldaar. Er zijn ook vroege aanwijzingen van een familie Eleman in Leiden en Eelmans op Texel.
Is het allemaal dezelfde familie? Wij weten dat niet zeker. Het lijkt er op dat de familie rondom Rotterdam is begonnen, om daarna uit te waaieren naar het Westen in Schiedam, Maasluis, de Lier en Naaldwijk, en naar het Noorden in Boskoop, Reeuwijk, Nieuwkoop en uiteindelijk naar Noord-Holland in Rijnsaterwoude, Aalsmeer en Uithoorn. Wij hebben ook twee takken van Zwitserse en Duitse afkomst gevonden, de eerste met rijke takken in Friesland, de tweede in Amsterdam. Afstammelingen daarvan wonen nog steeds in Nederland.
Il est marié avec Machteltje Aeriens.
L'autorisation pour le mariage a été obtenu le 29 décembre 1630 à Zevenhuizen.Source 2
Ils se sont mariés le 19 janvier 1631 à Zevenhuizen.Den 29. Decemb
Jacob Pietersz J.G. van 7.huijs
Marchteltje Aeriens JD. van 7.huijs - getrout den 19 Jan.
Enfant(s):