Il est marié avec Lyske Adriaan Berthens.
Ils se sont mariés environ 1595.
Enfant(s):
Aert Aert Elias van Tilborgh | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1595 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lyske Adriaan Berthens |
8 februari 1648 | 342/13v-14
Willem zoon wijlen Cornelis Adriaen Berthens en Aert zoon wijlen Aert Aerts van Tilborch
verkopen aan heer Goijaert Henricx va Gorchom, priester en altarist in de kerk van Oisterwijk
een jaarlijkse en erfelijke cijns van 15 karolus gulden te betalen op 8 februari
1. uit een huis, schuur, brouwhuis, hof met de grond en aangelegen erf, te Udenhout op de Cruijsstrate
e.z. Willems vs., a.z. Jan de Jonge zoon Gerit Jan de Cort, e.e. de gemene straat, a.e. Jan vs.
2. akkerland, 2 lopen, als voor in de sess hoeven
e.z. Joost Goijaert, a.z. Joost Lambert Joosten, e.e. Adriaen Jacob van Rijswijck, a.e. Peter Jan Everts
3. akkerland, 2 lopen, als voor
e.z. Peter Jan Everts, a.z. en e.e. weduwe Aert Aerts, a.e. Jan Peter Willems
belast met jaarlijks 12 lopen rogge aan iemand in Schijndel uit het huis etc.
belast met jaarlijks 5 lopen erfpacht in een meerdere pacht aan het clarissen klooster te sBosch uit de laatst
genoemde onderpanden
deze cijns is te lossen door betaling van 300 karolus gulden
In de marge: 8 februari 1650 Goijaert Henricx bekent dat de schuld is afgelost
23 augustus 1653 | 347/85-89v
Lijsken dochter Adriaen Berthens, weduwe van Aert Aert van Tilborgh
doet afstand van haar tochtrecht aan Aert Aert Aert van Tilborgh haar zoon, mede tbv al haar kinderen en
haar kindskinderen voor 1/8 deel
van al haar goederen waar die ook gelegen zijn, waarvan de belangrijkste aanstede ligt in Udenhout
De nieuwe eigenaren: Aert Aert Aerts, en zijn broers Peter, Adriaen en Henrick, Adriaen Jan Laureijsse
Sijmons als man van Adriana, Gerit Gerits Peijnenburch als man van Maijken, Goijaert Jan Olijslager als
man van Jenneken, dochters van Aert en Lijsken vs., Adriaen zoon van Aert van Broeckhoven en Cathalijn
Aert Aerts van Tilborgh en Jan Gielis Schellens, weduwnaar van de voorschreven Cathelijne, mede namens
Maijken zijn dochter uit dat huwelijk, beloven hun onverdeelde erfgoederen onverdeeld te laten tot aan het
overlijden van Lijsken hun moeder en haar jaarlijks 80 gulden daarvoor te geven.