Elle avait une relation avec Ghijsbrecht die Beir.
Enfant(s):
Anthonyse Henrics Bonten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ghijsbrecht die Beir |
1467 september 25 847.Sch.Otw,R.174,116,24r-03
Embrecht die Bont z.w. Henrics Bonten Jan die Heert man Hylwych d.w. Henrics Bonten en Ghijsbrechts die Beer man van Anthonys sijnre hvr dw. Henrics tBonten hebben overgegeven opgedragen Claeus Starts sijne neve vertegen op een mudde rogge jeep tbv Thoemaes Starts z.w. Thoemaes Starts welc mudde rogge voors. Henric die Bont in een wittige coepe ghecoft ende ghecregen hadde tegen Henric en Wouter gebr. der krn w. Henric Scheenkens ende Tyelman z.w. Tyelmans van Langhel als wittige man en momb. Ermgarden sine hvr d.w. Henric Schenkens die Aerden Janne gebruederen die kynderen w. Dircs geh. Cappellen ghelyc? dat in scepenen letteren van Bosch
scab. Joh. de Eyghen et Henricus filius Arnoldi Hermannen? Anno Lxvij mense septembris die xxv
12.1506 januari 20847.Sch.Otw.210,5r-1
Ghijsb. z.w. Ghijsb. die Beer ende Jan z.w. Dirck Roeters ut tutor Heylwych sue uxoris Reyner Peter Coecks man van Kathelijn zijn hvr gesusteren drs w. Ghijsb. sBeren voirs. hen recht en gedeelten in alle erfgueden die w. Ghijsb. nae zijnre doet aftergelaeten heeft hun recht en gedeelten tot hen behorende in alsulcke 4 mudden rogs erfpacht welke Anthonis [hvr w. Ghijsb. die Beer] voors. in tochte besittende is hebben zij overgegeven Wouteren [z.w. Willem Goeyarts] voors. mits gelden den ouden commer en ook betalen van hen een achtengedeelt van alsulcken ongewoenlijcken commer als hierop met recht comen mochte - dat et scab. uts.
quo facto hebben Ghijsb. Jan en Reynaer voors geconsenteert Wouter [z.w. Willem Wouters] voors. geloeft dat hij aan hen altijt sal moegen lossen hen gedeelte hen toebehoerende in alsulcken erfpacht als Wouter wtten gueden voirs. geldende is Anthonis henre moeder tegen 36 gouden peters tot 19 st tstuck voor elk mud rogge erfpacht daeraf te rekenen metten afterstelle daeraff - dat et scab. uts.
57.1517 april 3 847.Sch.Otw.221,16v-1
(feria sexta ante Palmarum)
Ghijsbrecht z.w. Ghijsbrecht die Beir Heylwych zijn suster wede w. Jan Roetarts met haar momb. Margriet d.w. Ghijsbrechts die Beer voors. met Wouter Goeyart Egels soen haar man en Adriaen z.w. Pauwels die Beer Ghijsberts soen voors. delen na dood w. Anthonyse wede w. Ghijsbrecht die Beer hoer moeder als zijn in tochte bezat
aan Ghijsbert 5 L rogge erfpacht in 21 L rogge erfpacht als Pauwels die Beer z.w. Jans die Beer hen jaarlijks geldende is uit zekere onderpanden in par. Otw optie Hoeven
nog 4 L rogge jaarlijkse erfpacht als Willem die Lathouwer uit zekere onderpanden in par. voors. ter stede Berckel [17r]
Item Heylwygh voors. zal hebben 1/2 mud rogge in 21 L rogge jaarlijkse erfpacht die Pauwels Jans Beren z. voors. jaarlijks geldende is
Item Ariaen voors. ook 1/2 mud rogge jaarlijkse erfpacht uit 21 L als voor op voorwaarde dat hij deze pacht niet mag verkopen totter tijt toe dat hij 25 jaren out sal wesen
aan Margriet voors. zal hebben 1/2 mud rogge jaarlijkse erfpacht dwelck zij selve Anthonis haer moeder voirs. jaerlijks te gelden was uit haar erf in par. Otw ter stede optie Hoeven