Elle avait une relation avec Arnoldus Arnoldi Nicolai Baeljuws.
Enfant(s):
1466 augustus 3 847.Sch.Otw,R.173,89-21v-02
Willem w. Jans z. van Laerhoeven ende Gheertruyt sijn suster w. Jans van Laerhoven ende Arnt Balius als man en momb. sijne hvr d.w. Jans van Laerhoeven hebben geloeft gesamenderhant etc. Jannen vanden Dick w. Henric z. vanden Dyck 10 Rgld etc. tot Korsmisse naestcomende
orconden hebben hioer overgestaen als scepen Mathijs die Gruyter ende Heyman van Eck mense augusti die tertia anno Lxvi
1455 november 24 847.Sch.Otw,R.163,028r-01
Aert ende Pauwels ende Willem gebruederen ende Geertruut hoer zuster kijnderen qd Jans van Laerhoven cum tutore Gertrude ab ea electo etc. op
tgoet gelegen tot Esch met allen sijnre toebehoerten dwelc tot w. Jans van Laerhoven hoeren vader te behoren plach tusschen wien ende waer die toebehoerten des geh. goets gelegen sijn ut dixit
ende opten alingen rechte hon daerin enigerwijs toebehorende tot behoef Claus hoers brueders ende Elisabetthen hoer zuster Claus z. qd Goeswijn Baeluiwes als manne ende momboir Margriet sijns [wijfs] Aerts geh. Baeliuws als manne ende momboir Aleyten sijns wijfs dochteren qd Jans van Laerhoven voirs. leg. et her. renunciavit effect.. etc. ende allen commer van hoeren wegen daerin af te doen met vorwaerden toegedaen dat Claus ende Elisabet Claus ende Aert hoers? swagers Geertruden hoer zuster voirs. den oouden comer diemen daer jaerlics met recht sculdich is af te gelden van nu voertaen jaerlics alsoe af gelden sal dattie ander hoert mede erfgenamen voirs. ende hoer guede daeraf quyt ende ongehouden sullen sijn tewigen dage ende quaem dair enige anderen commer namaels op met recht diemen tot noch toe nyet af geweten en heeft die daer van ouds gestaen wed kijnde kijnde gelijc te gelden ende te dragen scab. Heyman van Eck et Henric Jans soen
in prefesto sancte Katarine virginis - Pauwels
209. 1455 november 24 847.Sch.Otw,R.163,028r-02
Claus ende Elisabeth sijn suster kijnder qd Jans van Laerhoven Claus ende Aert geh. Baeliuwes hoer swagers als momboeren hoer wiven voirs. cum tutore Elisabeth predicto op
een goet met allen ende enen yegeliken sinen toebehoerten gelegen inder prochye van Haren tusschen wien ende soe waer toebehoerten des voirs. goets gelegen sijn
dwelc tot wilner Jan van Laerhoven hoiren vader voirs. te behoren plach ut dixit ende opten alingen recht hen daerin enigherwijs toebehorende tot behoef Aerts Pauwels ende Willems gebruederen ende Geertruden hoer zuster kijnderfen qd Jans van Laerhoven voirs. leg. et her. renunciavit etc. ende alle commer van hoeren wegen af te doen denselven met vorwaerde dat Aert Pauwels ende Willem gebrueders ende Gertrude hoer zuster voirs. den ouden commer jaerlics daervut van rechts te vergelden etc. ende of namaels enigen anderen commer daerop quem met recht daer si tot noch toe nyet af geweten en hedden die daer vanouds op gestaen hedfden dien souden sij onder hen allen kijnde gelijc gelden ende dragen scab. predicti datum supra - Aert Aert Baeliuw
210. 1455 november 24 847.Sch.Otw,R.163,028r-03
Aert z. qd Jans van Laerhoven openbaerlic heeft gekent dat alsulke halve mudde rox van enen mdde rogs erfpacht als Jan geh. die Bont in den Kuedel geldende is jaerlix vut zekeren onderpanden daer scepenen letteren vanden Bosch af sijn dwelc Aert voirs. nu jaerlics vorende is dat Claus sijn brueder ende lijsbeth sijn zuster Claus Baeliuwe ende Aert Baeliuwe hoers swagers voirs,. dit half mud rogs erfpacht voers. na doet Aerts z. qd Jans van Laerhoven voirs. erfelijc hebben houden ende besitten sullen tewigen dage etc. ende asllen commer van sinen wegen daerin af te doen den sdelven scab. predicti datum supra pradatur Aert Baer.. Baeliuw voirs.
1461 mei 30 ? 847.Sch.Otw,R.168,11r-03
Claeus z.w. Jans van Laerhoven pt Aerden z.w. Claeusen gheh. Baelnius als wittig man Alijten sijns wijfs ende Elisabethen d.w. Jans van Laerhoven dat hij onsen heer den hertoch jaerlijcs ghelden sal enen oude grote chijns wt ende van
? enen huyse ende hove de voers. Claeus toebehorende ghelegen in par. de Esch < Peter van Goberdingen > Go. van Laerhoven ut dixit
welken chijns Aert ende Elisabeth voers. in scepenbrieven gheloeft hadde te ghelden ut dixit Welken chijns voors. Claeus voors. uts. voers. huse van nu voert aen ende vt huse ende hove sit pt solve etc.
scab. Em. et Doren datum sup. de littera po.. ve..
764. 12-04-1499 1267 / 180-1 tm 180v-3
180-1.
Aleijdis weduwe van Arnoldus Arnoldi Nicolai Baeluiwe droeg over aan haar kinderen Arnoldus, Johannes en Aleijdis het vruchtgebruik in
1. ½ van 4 lopen rogge, gaande uit een huis, erf en tuin en erfgoederen, daaraan gelegen, 7 lopen, onder Oisterwijk ter plaatse Kerkhoven, tussen Arnoldus die Wolff en tussen Aleijdis weduwe van Lawreijncius Groeijs en haar kinderen, welke pacht Lambertus Christiani van Doerne ten behoeve van Paulus Johannis van Laerhoven verworven had van meester Arnoldus van Weijlhuijsen,
2. ½ van 12 lopen rogge, gaande uit
a. een huis, erf, tuin en erfgoederen, aaneengelegen, in Oisterwijk ter plaatse Kerkhoven, tussen erfgoed van Aleijdis weduwe van Lawreijncii Groeijs en haar kinderen en tussen erfgoed van Johannes Johannis Groeijs,
b. een akkerland, genaamd de Joden Braak, op dezelfde plaats,
welke pacht genoemde meester Arnoldus van Weijlhuijsen ten behoeve van genoemde Paulus Johannis van Laerhoven gekocht had van Johannes Wolteri Wellen,
en van welke 4 en 12 lopen rogge, genoemde Arnoldus Arnoldi Baelyewe 4/7 deel voor een helft en Elizabeth weduwe van Johannes Godefridi Langenheijnenzoen voor de andere helft verworven had van Nicolaus en Wilhelmus, broers, Margareta en Gheertruijda hun zusters, kinderen van wijlen Johannes van Laerhoven.
180-2.
Vervolgens droegen genoemde broers en Gerardus Arnoldi van den Hoeven, man van genoemde Aleijda, genoemde helft van genoemde 4 en 12 lopen rogge over aan Benedictus Adriani Heijenzoen.
180-3.
Godefridus zoon van Johannis Petri Langheijnenzoen en van wijlen Elizabeth, droeg over aan genoemde Benedictus de andere helft van genoemde 4 en 12 lopen rogge ....... ....... ...... welke genoemde Godefridus middels een erfdeling had verkregen.
180v-2.
Gerardus Arnoldi van den Hoeven heeft beloofd aan Aleijdis weduwe van Arnoldus Baelywe een "lijfpacht" van een half mud rogge, gaande uit 3 lopensaat land, in Haaren ter plaatse de Groenstraat, tussen erfgoed van Wolterus Poeijnenborch en tussen erfgoed van het altaar van St.Katharina in de kerk van Oisterwijk, strekkende van een erfgoed van Johannes Poeijneborch tot aan de Groenstraat.
180v-3.
Het zij eenieder bekend dat destijds Gerardus Arnoldi van den Hoeven, man van Aleijdis Arnoldi Baelywe, uit de goederen van genoemde Arnoldus tijdens het leven van Aleijdis weduwe van genoemde wijlen Arnoldus Baelywe ........ ½ mud rogge ....... de helft van 4 en 12 lopen aan de overige broers van genoemde Aleijdis ....... .......; thans beloofde genoemde Gerardus Arnoldi van den Hoeven aan Johannes en Arnoldus, broers, kinderen van genoemde wijlen Arnoldus Baelywe, dat hij in de erfdeling na de dood van Aleijdis weduwe van Arnoldus Baelywe voornoemd, uit de goederen ....... na te laten, sal schuldig zijn "also lange still te staen" ....... ....... tot genoemde Johannes en Arnoldus uit voornoemde goederen ?hebben ½ mud rogge of dat dezelfde Gerardus in die erfdeling wederom inbrengt een erfpacht van ½ mud rogge.
164. 1503 december 29 sH,R.1272,275
Jan em Arnoldus krn w/ Arnoldi Baeljuws bij w. Aleyde d.w. Johannes van Laerhoeven gerardus z.w. arnoldi vander hoeven man van Aleidis d.w. Arnoldi Baeljuws en Aleid en Guedeldis d.w. Nycolai de Laerhoven z.w. gen. Johannes van Laerhoven
huis erf hof aangelag 8 L par. Haaren tgpl. Ghezel etc.
vendt Marcelio z.w. Lamberti Venmans