Elle avait une relation avec Jan Wouter de Beer.
Enfant(s):
Marie Gherijt Rode-Geritsoen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Wouter de Beer |
Nr. 307.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.144, microfiche 2-E10, f.86-2, aktenr. 307, 06-11-1422.
Op 06-11-1422 verkocht Jan Wouters sBeren man van Marije Gherijt Rode Gherijts zoen aan Enghelberen Jan Walravens een erfpacht van 9 lopen, uit een erfpacht van 18 lopen waarvan Meeus Gherijt Rode Gherijts zoen de andere 9 lopen bezit, die Jan Vranck Poppen zoen hem met lichtmis moet leveren, gaande uit ¼ van alle goederen die voornoemde Gherijt Rode Gherijts verstorven zijn van wijlen zijn zwager Gherijt Lijbe Nouden, in Westilburg, aan het Laar, welke goederen voornoemde Vranck Vranck Poppen en Jan Vrancke Poppen gekregen hadden van voornoemde Gherijt Rode Gherijts als man van Elisabet Nuwes, voor 1. een erfcijns van 14½ penning, 2. een erfpacht van 6 lopen rogge aan Henrick Bac van Rijthoven, 3. een erfpacht van ½ mud rogge aan Margriet Willem Melijs en haar kinderen, en 4. voor de onderhavige erfpacht van 18 lopen rogge, met lichtmis te leveren, zoals in schepenbrieven van Oisterwijk. De 9 lopen waren Jan Wouters sBeren of zijn vrouw Marije verstorven van zijn zweder Gherijt.