Elle avait une relation avec Claes "de Jonge" Scilder.
Enfant(s):
Lerya Gerrits van Neynsel | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Claes "de Jonge" Scilder |
Claes Schilder de Jonge, misschien schepen van Den Bosch in 1368, kocht in dat jaar van Peter van Hokelem het derde vak in het gewand- of lakenhuis (stallum in domo pannorum), dat van Dierck van Hokelem was geweest. In het lakenhuis, dat van de hertog was, werden lakens gesneden en vond de detailhandel plaats. Ten nadele van de wevers hadden de gewandsnijders het monopolie op de handel. Deze floreerde zozeer, dat het lakenhuis kort na 1330 was uitgebreid met de Corte Cameren. Claes Schilder stierf voor 1371. Als weduwe gaf Leria samen de kinderen een hoeve te Dommelen in erfpacht aan Willem Goyart Bierkens van Zeelst om jaarlijks 8 mud rogge Bossche maat. Willem Scilder, machticht ghemaect van Leriën Scilders, synre moeder, won in 1367 een huis en erf aan de markt ui, dat van Claes Schilder de Oude was geweest. in 1370 verkochten Claes' kinderen aan Hadewych van Neynsel een erfcijns van 30 schellingen 10 penningen uit een huis bij de Vismarkt en een van 50 schellingen op een huis in de Orthenstraat, geërfd van hun moeder en door deze van Katarina, vrouw van ridder Jan van Eyndoven. De voornaam Leria zag ik behalve bij de familie Schilders en aanverwante geslachten in de veertiende en vijftiende eeuw allen nog bij de familie van Neynsel.
In twee akten wordt Mathijs, zoon van Claes Schilder en Lerya, een erfgenaam en bloedverwant genoemd van Gerit van Neynsel. Gezien de leeftijd moet Claes Schilder een generatiegenoot zijn geweest van ridder Jan van Eyndhoven. De hypothese is, kortom, dat zijn vrouw Lerya een dochter was van Gerit van Neynsel.