Il est marié avec Aefgen Jansdr. ONDERWATER.
Ils se sont mariés le 13 mars 1583 à Delft, Zuid-Holland, Nederland, il avait 36 ans.
Enfant(s):
Roemer Pieterszoon Visscher (Amsterdam, 1547 – aldaar begraven, 19 februari 1620) was een Nederlands graankoopman, assuradeur en dichter.
Roemer, genoemd naar zijn grootvader van moederskant, werd geboren in Amsterdam, en leerde Frans, Italiaans en Latijn. Roemer Visscher trouwde in 1583 (ondertrouw te Delft op 13 maart) met de Delftse brouwersdochter Aefgen Jansdochter (Onderwater). Hij handelde in graan op de Oostzee en op Archangelsk, soms in compagnie met Isaac le Maire. In 1593 zonken twintig beladen schepen in een storm voor de rede van Texel, een groot aantal schepen was bij hem verzekerd. Na de ramp doopte hij zijn dochter Tesselschade.
Hij beoefende met vrienden, rederijkers als Coornhert en Spiegel de letteren en vormde in zijn woning op de Geldersekade de vermaarde kring, waarin jongeren hun leiding ontvingen. Twee van zijn dochters, Anna en Maria Tesselschade, waren eveneens betrokken bij de Muiderkring. Hij ontleende zijn poëzie aan Francesco Petrarca, Clément Marot en Pierre de Ronsard. Ook vertaalde hij gedichten van Catullus.[1]
Hij was lid van de rederijkerskamer De Eglantier en rekende onder meer Hendrik Laurenszoon Spiegel en Jan van Hout tot zijn vrienden. In 1612 pas verscheen - buiten zijn medeweten - zijn eerste bundel Lof van de mutse ende van een blaeuwe scheen, met noch ander boerten en quicken. In 1614 liet hij zelf een vermeerderde en verbeterde uitgave van zijn werk verschijnen: Brabbeling. Het bestond uit quicken (puntdichten, deels naar Martialis), tuyters (sonnetten), jammertjens (elegieën), rommelsoo, raadsels en enkele grote gedichten. In 1614 verscheen ook zijn Sinnepoppen - een emblematabundel.
Het begraafboek van de Oude Kerk vermeldt: "Roemmer Vysker, wonende op dye Engelse kay in de Korendrager".
Werk[bewerken]
't Loff vande mutse, ende van een blaeuwe scheen (Leiden, 1612);
Sinnepoppen (Amst. z.j.; 2e dr., door zijn dochter Anna uitgegeven; 3e dr. Amst. 1614);
Brabbeling (Amst. 1614. ald. 1669).
Visscher werkte ook mee aan de Twe-spraeck van de Nederduitsche Letterkunst (Leiden, 2e dr. 1649) uitgegeven bij de Rederijkerskamer de Eglentier die als zinspreuk In liefde bloeyende voerde.
Roemer Pieterszoon VISSCHER | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1583 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aefgen Jansdr. ONDERWATER |
Les données affichées n'ont aucune source.