(1) Il a/avait une relation avec Lysbeth MONTS.
Enfant(s):
(2) Il a/avait une relation avec Ascele van HEYSVOORT.
Enfant(s):
Ridder en Heer van Cobbenbosch
Het Hoff van Cobbenbosch bestond uit het Hoff van Ympele ook geheten d'leen van de Moirter te Eppegem.
De familie van Cobbenbosch wordt ook besproken door Louis Stroobant in 'De Heeren van Eppegem', De Brabantsche Folklore, 16de jaargang nr 91-92 van sept. 1936 - juli 1937, Brussel, Diest voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van Brabant
-------------------------------------------------------------------------------------------------------
In een middeleeuws ridderepos over de Grimbergse oorlog in de 12e eeuw wordt de familie van Cobbenbosch reeds vermeld als leenhouder van de heren van Grimbergen :
situering van het werk
De Grimbergsche oorlog behandelt de strijd tussen enerzijds Godfried I (1095-1139), II (1139-41) en III (1141-90), hertogen van Brabant, en anderzijds Wouter II, heer van Grimbergen en diens zonen Wouter III en Gerard II. Deze bijna 20-jarige oorlog duurde van 1141 tot 1159, verliep met wisselend succes voor beide partijen en eindigde met de nederlaag van de Grimbergse heren, die van toen af trouwe vazallen van de Brabantse hertogen zijn geworden. Dit ridderepos werd door twee dichters geschreven: de eerste schreef het grootste deel, maar overleed vooraleer zijn werk beëindigd was; een tweede dichter voltooide het gedicht in de geest van zijn voorganger. De tekst is overgeleverd in twee redacties, die niet naar inhoud, maar naar vorm verschillen.
bron zie : http://www.dbnl.org/titels/titel.php?id=_gri001grim02
uittreksel uit dit werk dat naar de vazallen verwijst, onder hen Arnout van Cobbenbosch waarschijnlijk een voorouder van Aert I.
Verder in de tekst wordt hij ook vermeld o.a. bij de slag tussen de twee partijen.
De heer Arnout van Grimbergen, voor aleer antwoord aen den keizer te geven, roept zyne leenhouders en verwanten byeen om ze daerover te raedplegen.
Daer kwamen:
de grave van Vianden, de here van Breda, Geeraert van Assche, Arnout van Oijenbrugge, Godevaert Screihane, Arnout van Hombeke, Willem Tant, de burchtgrave Willem van der Tommen, Arnout van Cobbenbosch, Peter van Imple, Alaert van Beighem, Zegher van den Male, Walter van den Damme, Willem van den Bogaerde, Jan van Caelmont, Hendrik Hoesten, Paridaen van Eppinghem, Paridaen van Massenhove, Geeraert van Ophem, Geeraert van Herlaer en Geeraert van Lier.
Wouter Berthout sprak en legde de rede voor der byeenroeping. De heer van Breda zegde dat hy liever lijf en goed zou te avonturen zetten dan Godevaert als overheer te erkennen. - De grave van Vianden dacht dat de weigerende antwoord moest behouden blyven; dat de heer van Grimbergen overigens machtig genoeg was om den hertog te wederstaen en dat de keizer te verre was gezeten om hem krachtige hulp te brengen.
Maer Arnout van Oijenbrugge sloeg een voorzichtigeren vredehandel voor; hy zou den keizer de gansche zaek doen kennen: hoe Grimbergen vroeger onder Lothrike stond, maer nu sedert lange jaren als eigen wordt bestiert, hem verzoeken de zaek op den bestaenden voet te laten, en door zyne tusschenkomst vrede en rust te behouden. Na eenige verdere tale en wedertale, werd men het eens om Arnout van Oijenbrugge als gezant naer den keizer te zenden, opdat de vrede behouden blyve.
Aert I van COBBENBOSCH | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lysbeth MONTS | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ascele van HEYSVOORT |
Les données affichées n'ont aucune source.