(1) Elle avait une relation avec Henricus SCHOENSETTERS.
Enfant(s):
(2) Elle avait une relation avec Petrus SCHEYS.
Enfant(s):
Eerste huwelijk met Henricus Schoensetters (+ voor juli 1700) nadien gehuwd met Petrus Scheys.
Petrus Scheys werd in 1705 door Franse militairen gedood . Hij was pachter van het Hof te Schoonbergen. Petrus Scheys (Schyes) was ook getuige bij de twee huwelijken van Maria Schoensetters, dochter van Barbara de Vroije.
Het Hof te Schoonbergen was toen een van de grootste hoeven van Lubbeek met in 1620 ongeveer 53 ha gronden.
Het ligt op een hoog plateau in het oosten van Lubbeek aan de Potberg. Men heeft er een prachtig uitzicht over de streek, vandaar Schoonbergen !
bron : o.a. Cyriel Wolfs ' Het Hof te Schoonbergen' - Lubbeekse HIstorische Tijdingen 2004/1.
----------------------------------------------------------------
Haar overgrootmoeder Margareta van Neijen was verwant aan Elisabeth van Neijen gehuwd met Robertus Schoensetters in Butsel/Boutersem. Haar zoon Hilarius is peter van een van de kinderen van dit echtpaar.
Elisabeth van Neijen wordt te Bierbeek begraven op 27/2/1646.
Bron : parochieregister Bierbeek en Dr. Paul Kempeneers Zijsprokkels 67 ' Schoe(n)setters en Fonteniers te Boutersem'.
Cyriel Wolfs geeft het pachtcontract weer voor het Hof te Schoonbergen anno 1620 in zijn artikel over het Hof te Schoonbergen in Lubbeekse Historische Tijdingen :
Jonker Jan Van Pulle geeft in pachting of huring aan Adriaan De Coninck zeker huis, hof, duifhuis, schuur, stallen, landen, beemden, weiden, groot samen omtrent veertig bunder, gelegen te Lubbeek, geheten het hof van Schoonbergen, waaraf de uitgever aan de pachter zal leveren de specificatie met regenoten (*), op zijn verzoek.
(*) regenoten = eigenaars aangrenzende panden / buren
Verpachting voor een termijn van negen jaren, met mogelijkheid uit te scheiden na de eerste zes jaren. Indien geen opzeg, zes maand te voren, zal hij de volle negen jaren moeten uitdoen.
De verpachting gebeurt voor de helft van de vruchten, jaarlijks op de landen wassende, te delen op het veld.
De pachter moet het graan in de schuur voeren en in ‘t droog leggen. De uitgever zal zijn helft moeten doen dorsen. De pachter zal er het stro, het kaf en de krinsen van hebben. Maar hij zal het gedorsen graan te Leuven moeten brengen.
De pachter zal al het zaaigraan zelf moeten bekostigen.
Voor de weiden en de beemden zal hij honderdzestig Rijnse gulden, jaarlijks met St.-Merten moeten betalen met erbij een vet varken, waarde twaalf Rijnse gulden.
De eerste termijn van betaling zal vallen A° 1620. Los en vrij van bede en andere belastingen.
De pachter zal gehouden zijn de landen alle drie jaar eens wel en loffelijk te bemesten, zowel de slechte als de beste en geen stro of mest mogen verkopen, maar het allemaal converteren tot mest.
De pachter zal gehouden zijn jaarlijks twee bunder met tarwe te bezaaien.
Het fruit staande in de kriekhof en in de warmoeshof zal de uitgever hebben.
Alleen de rapeling mag de pachter houden.
------------------------------------
Barbara de VROIJE | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Henricus SCHOENSETTERS | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Petrus SCHEYS |