Object:De besitten [bezitten] ende gebruycken [gebruiken] sal hoer beyder goet [hun beider goed] als dat daer is als die eerste oflivich wort [overlijden zal] ter lester doet [tot de laatste dood/overledene] ende nae hore beyder doet [na hun beider dood] glyck te comen [gelijk/direct te komen] op haer kinderen zy by malcanderen [elkaar] hebben ofte vercrygen [verkrijgen] mogen
Verkopende partij: Jan Besselss ende Kunera zyn wyf mit myn momber maken elx die enen den anderen zoe wie van hem beyden langeste leeft [vermaken aan elkaar, voor wie van hen beiden het langst leeft]
Kopende partij: Ende nae hore beyder doet [na hun beider dood] glyck te comen [gelijk/direct te komen] op haer kinderen
Aktedatum: 18-09-1521 Quarta post Lamberti [woensdag na Lamberti]
Opmerkingen: [in de marge: elx 1 brief]. Ende dese maick altyt te vermeren . forma.
Cornelis Ghijsbertszn is schuldig aan Jacob Goertszn en zijn vrouw Goertgen een losrente van 6 keizersgulden, te lossen met 100 keizersgulden payment, met als onderpand een huis, hof en hofstede gelegen in de Kampstraat (opte Camp), waaraan belend aan de ene zijde Wouter van Estvelt en aan de andere zijde Jacob die nastelmaker
Adriaen Lumen Borren en zijn vrouw Marrie verkopen aan Goertgen, Jacob Goertszn weduwe een huis, hof en hofstede staande op de Kamp (Camp), strekkende tot achter aan Jan Bortszn erf toe, waaraan belend aan de ene zijde Fueys, Franck Janszn weduwe en aan de andere zijde mr. Rutgers erfgenamen
In 1558 draagt Goertyen, weduwe van Jacob Geurtsz de helft van Bitterschoten op aan Reijner Henrixen (Archief Kelnarij van Putten 216, regest 94; St. Martini 1558, afschrift 11-09-1618)
Leningnemer: Dommen Gerytszn en zijn vrouw Lijsgen zijn schuldig
Leninggever: Willem Suyermont en zijn vrouw Goertgen, Jan Besselszn dochter, een helft en Philippus* Ram t.b.v. Jan en Weymtgen de nagelaten kinderen van wijlen Jacob Goertsz die hij verwekt heeft bij voornoemde Goertgen, de andere helft
Lening: een losrente van 14 karolusgulden sjaars, te lossen met 250 gulden payment
Onderpand: 1) een stuk land gelegen in de Horssewey, groot omtrent 5 mergen; 2) een huis, hof en hofstede gelegen in de Kampstraat (opte Camp)
Belendingen 1: aan de ene zijde van 1) Thomas Pijll, Belendingen 2: aan de andere zijde van 1) de weduwe en erfgenamen van Jan Janszn van Droffelaer
Belendingen 3: aan de ene zijde van 2) Wouter Evertszn smit, Belendingen 4:
aan de andere zijde van 2) Thomas Janszn
Opmerkingen:
* afgekort als Phus met bovenstreep. Voorts beloofden de comparanten overeenkomstig de bevelen van Willem Suyermondt en voornoemde Jan en Weymtgen deze 14 karolusgulden te bekrachtigen door hun goederen genaamd Bijler en Creyenoort, gelegen in het gerecht van Barneveld (Bernevelt) in onderpand te geven. Op 1646-10-01 verscheen heer Elbert van Megen, scholtes tot Voorst, die de rechten van deze plechte bij successie verkregen had en verklaarde dat het kapitaal alsook de rente betaald en voldaan was en consenteerde derhalve in de cassatie van deze plechte.
Dommen Gerytszn en zijn vrouw Lijsgen zijn schuldig aan Willem Suyermont en zijn vrouw Goertgen, Jan Besselszn dochter, een helft en Philippus* Ram t.b.v. Jan en Weymtgen de nagelaten kinderen van wijlen Jacob Goertsz die hij verwekt heeft bij voornoemde Goertgen,
Verzoekschrift van Goirtgen, weduwe van Willem Suermondt, Johan Jacobs van Bidderschoten en Johan Paeschier, gezamelijk voor de helft eigenaar van het erf Bitterschoten onder Barneveld aan het Hof van Gelderland om de huurover-eenkomst met Reijer Henrickz. alias Oltheijnen, eigenaar van de andere helft, te beeindigen, afschrift, [ca. 1580], met kwitanties wegens betaling door Reijer Hendricksz. van verschuldigde pacht, (AE, Archief Reijner Hendriks Oltheijnenvan Bitterschoten, nr 19; ca. 1570, 1571)
Object: zeker, huis, hof en hofstede staande op Bloemendal.
Verkopende partij: Johan Paeschier voor hemzelf en zich sterkmakend voor Goertgen, Willem Suijrmonts weduwe, Cornelis Vrancken voor hemzelf en als man en voogd van Hillitgen zijn huisvrouw, Anthonis Henricksz. zich sterkmakend voor Franck Henricx lijntslager zijn broeder, Harman Dompseler zich sterkmakend voor Gerrit Rhonisz. , tezamen zich sterkmakend voor de andere erfgenamen van zal. Dirck Pellegromsz. ende voor Corsmeinsz. als man en voogd van Maria zijn huisvrouw alhier present. Jacob van Westrenen als Gasthuismeister van St. Peters Gasthuis van weegen Bessel Gijsberts ende ziek aldaer en hebben gesamenderhand in de voorschreven qualite getransporteerd ten behoeve van;
Kopende partij: Gerrit Brodissen smith ende Alit zijn huisvrouw.
Belendingen 1: aan de ene zijde: Herbert de Sloetenmaeker, Belendingen 2:
aan de andere zijde: Aeltgen, naegelaten weduwe van zal. Jan Hoen
Opmerkingen: op de lasten van 50 stuivers jaarlijks, competerende tot de vicarie Sinte Steven
Goertgen Jan Besselsoen dochter
6-10-1544
(1) Elle est mariée avec Jacob Goertsz.
Ils se sont mariés environ 1530.
Enfant(s):
(2) Elle est mariée avec Willem/van Suijrmont Suermondt.
Ils se sont mariés avant le 7 juillet 1562 à Amersfoort.
Goortgen Jan Besselsdochter | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) ± 1530 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jacob Goertsz | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) < 1562 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Willem/van Suijrmont Suermondt |
0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811 436-02, 133 v (6)
AE transp Amersfoort] inv. nr. 436-4, blz. 32r
AE Transp Amersfoort] inv. nr. ] blz. 170v
https://oudscherpenzeel.nl/wp-content/uploads/genealogie-pdf/Bitterschoten.pdf
0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811 436-4, 383 verso
AE Transp Amersfoort] inv. nr. 436-4, blz. 383v
0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811, 436-10, 59