o.a in 1884, 1893
in 1893
Il est marié avec Mietje Poort.
Ils se sont mariés le 20 août 1884 à Hilversum , il avait 26 ans.Source 3
Enfant(s):
Op 10 september 1882 komt Louis Lensink voor in het indexregister bekeurden 1878-1890. Dit vanwege diefstal van een paar vetlaarzen ten nadele van Kramer, in de kost bij Wed. Eijkelen in Baarn. Er wordt geen straf vermeld.
(bron: indexregister bekeurden via Streekarchief Gooi- en Vechtstreek)
=
In 1884 komt Philippus Poort opnieuw voor in een klapper op naam van veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Op 17 november 1884 is proces-verbaal opgemaakt in Hilversum, op 3 december 1884 is de dagvaarding aan hem, 24 jaar en metselaar van beroep, betekend. Er zijn vier medebeklaagden: Nicolaas Poort, Louis Lensink, Jan de Bok en Hendrik Das. Nicolaas Poort is 28 jaar en arbeider van beroep (hij is de broer van Philippus - jv), Louis Lensink is 24 jaar en metselaar van beroep (hij is de zwager van Philippus, getrouwd met diens zus Mietje Poort), Jan de Bok is 32 jaar en arbeider van beroep (ook hij is een zwager van Philippus, getrouwd met diens zus Gijsberta Poort) en Hendrik Das is 23 jaar en metselaar van beroep. Zij worden verdacht van het toebrengen van slagen en kwetsuren aan een persoon. Voor Hendrik Das geldt als verzwarende omstandigheid dat hij al eerder tot een gevangenisstraf van langer dan zes maanden is veroordeeld. De officier eist tegen Philippus Poort en Hendrik Das een gevangenisstraf van drie maanden en tegen de overige beklaagden een gevangenisstraf van twee maanden. Bovendien wordt tegen alle beklaagden een boete van acht gulden geëist. Uit de overwegingen blijkt dat zij in de namiddag van 16 november in een tapperij in Hilversum de eigenaar moedwillig en gewelddadig slagen op zijn lichaam hebben toegebracht. Het gevolg: een bloedende wond op het hoofd, meerdere ontvellingen in het aangezicht en kneuzingen aan de rest van zijn lichaam. Phiilppus Poort verklaart dat hij eerst door de tapper is aangevallen en heeft teruggeslagen, Nicolaas Poort zegt alleen de bedoeling te hebben gehad de tapper en zijn broer van elkaar te scheiden, Louis Lensink vertelt dat hij niet aan de schermutselingen heeft deelgenomen, Jan de Bok geeft aan niet eens in de tapperij aanwezig te zijn geweest, maar buiten de deur stond en tot slot maakt Hendrik Das dat hij beschonken was en zich niets meer herinnert. Maar de tapper, diens vrouw en diens dochter vertellen eensluidend dat de feiten zijn zoals in de dagvaarding vermeld. Daarbij wordt opgemerkt dat zij als leden van de doopsgezinde gemeente beloofd hebben met ware woorden te spreken. Daarbij lichten zij toe dat de vijf beklaagden samen binnen zijn gekomen, een vertering namen en speelden met een kind van Jan de Bok. Daarover is een woordenwisseling ontstaan tussen de tapper en de beklaagden waarbij de tapper aangaf naar de inspecteur te zullen gaan. Dat deed hij ook daadwerkelijk. Terugkomende daarvan is hij door alle vijf beklaagden aangevallen. Philippus Poort deelde onverwacht de eerste klap uit aan de tapper, daarna volgden alle anderen, waarbij Hendrik Das met een jeneverglas op zijn achterhoofd sloeg, hetgeen tot een bloedende wond leidde. Ook bevestigen zij dat er sprake was van ontvellingen in het aangezicht en kneuzingen in het lichaam. Waar de eerdere veroordeling van Das geldt als een verzwarende omstandigheid geldt voor de overige beklaagden dat het 'niet ongunstig bekend staan' een verzachtende omstandigheid is. De feiten worden wettig en overtuigend bewezen verklaard. Op 24 december 1884 veroordeelt de rechtbank Philippus Poort tot veertien dagen gevangenisstraf en Hendrik Das tot een maand gevangenisstraf en een boete van acht gulden. Nicolaas Poort, Louis Lensink en Jan de Bok worden ieder tot een boete van tien gulden veroordeeld.
(bron: www.archieven.nl)
=
Op 7 maart 1887 komt Louis Lensink voor in het indexregister bekeurden 1878-1890. Dit vanwege mishandeling en verwonding van J. van Velzen. Er wordt geen straf vermeld.
(bron: indexregister bekeurden via Streekarchief Gooi- en Vechtstreek)
=
Ook op 2 april 1887 komt Louis Lensink voor in het indexregister bekeurden 1878-1890. Dit keer als slachtoffer mishandeling door de 30-jarige Jan Prinsen, diens vrouw, de 26-jarige Barbera van Velzen en de 22-jarige Jan van Velzen. De mannelijke daders worden veroordeeld tot een boete van fl. 5 of 3 dagen cel, de vrouwelijke tot een boete van fl. 5 of 2 dagen cel.
(bron: indexregister bekeurden via Streekarchief Gooi- en Vechtstreek)
=
Op 26 augustus 1890 komt Louis Lensink wederom voor in het indexregister bekeurden 1878-1890. Dit vanwege dronkenschap. Er wordt geen straf vermeld.
(bron: indexregister bekeurden via Streekarchief Gooi- en Vechtstreek)
=
In 1893 komt Louis Lensink nogmaals voor in een klapper op naam van veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Op 4 mei 1893 is de dagvaarding aan hem, Lodewijk Lensink, eigenlijk Louis Lensink geheten, 34 jaar, metselaar van beroep en wonende Krakebeen 44 in Hilversum, betekend. Hij is niet ter terechtzitting verschenen. Hij wordt verdacht van belediging van ambtenaren bij de uitoefening van hun bediening. De officier eist een gevangenisstraf van een week. Uit de overwegingen blijkt dat Louis Lensink in de nacht van 25 op 26 april 1893 op de Langestraat in Hilversum op luide toon en herhaaldelijk twee agenten van politie "smerissen" heeft toegevoegd. Op 26 mei 1893 veroordeelt de rechtbank Louis Lensink tot een boete van tien gulden.
(bron: www.archieven.nl)
Louis Lensink | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1884 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mietje Poort |