Arbre généalogique Voorhaar » Willem Voorhaar (1875-< 1910)

Données personnelles Willem Voorhaar 

• Il est né le 19 décembre 1875 dans Hilversum.Source 1
• Professions:
• arbeider.Source 2
• los werkman.Source 3
• sjouwerman.Source 4
• werkman.Source 5
• Résidant:
• Hilversum.Source 2

  in 1894

• Geuzenweg 198, Hilversum.Source 4

  in 1905 - het vonnis dat als bron fungeert noemt naast 198 ook 182 als huisnummer

• Naarderstraat 23, Hilversum.Source 4

  in 1899

• Naarderstraat 44-46, Hilversum.Source 4

  in 1891, 1895

• Oude Eemnesserstraat 7, Hilversum.Source 4

  in 1906

• Oude Eemnesserstraat 24, Hilversum.Source 4

  in 1903

• Il est décédé avant le 24 décembre 1910.Source 6
• Un enfant de Hendrik Voorhaar et Geertruida Lam
• Cette information a été mise à jour pour la dernière fois le 22 janvier 2022.

Famille de Willem Voorhaar

Il est marié avec Johanna van Waveren.

Ils se sont mariés le 4 avril 1900 à Hilversum, il avait 24 ans.Source 7

Enfant(s):

1. Johannes Voorhaar  1894-1985 
2. Hendrik Voorhaar  1897-1987 
3. Geertrui Voorhaar  1900-1990
4. Neeltje Voorhaar  ± 1903-1903
5. Neeltje Voorhaar  1904-1989 
6. Maria Voorhaar  1905-1905
7. Maria Johanna Voorhaar  1906-1963 

Notes par Willem Voorhaar

Bij het huwelijk met Johanna zijn er door Willem 2 kinderen erkend.
=
Willem Voorhaar heeft de twijfelachtige eer de meest veroordeelde Voorhaar in de stamboom te zijn. Zo'n 22 keer is hij voor de rechtbank gedaagd. Kranten besteden er aandacht aan, ook is zijn signalement bewaard gebleven en zijn er tal van vonnissen van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Onderstaand wat ik zoal heb gevonden. Alleen uit bekende vonnissen/krantenartikelen valt een totaal aan gevangenisstraffen te ontlenen van 2 jaar en 2 maanden. In een krantenartikel wordt hij omschreven als Willem Voorhaar, bijgenaamd Hompie.
=
In 1891 staat Willem Voorhaar als gedaagde vermeld in een klapper op naam van de veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank Amsterdam. Er is sprake van twee processen-verbaal, t.w. van 28 juli en 12 augustus 1891. De dagvaarding is betekend op 23 september 1891. Eén van de drie beklaagden is Willem Voorhaar (15 jaar oud, zonder beroep), de anderen zijn Gijsbertus Schulting (18 jaar) en Gerrit Schulting (12 jaar). Blijkens het vonnis zijn de beklaagden niet aanwezig oftewel zij 'zijn niet ter audiëntie verschenen'. Zij worden beschuldigd van diefstal en de officier eist tegen twee van hen drie dagen celstraf en de betaling van de kosten van het rechtsgeding. Tegen verdachte Voorhaar wordt ontslag van rechtsvervolging geëist. Uit de overwegingen blijkt dat zij van een schietterrein op de heide bij Laren afgeschoten geweerkogels, eigendom van de Staat der Nederlanden hebben weggenomen. De rechtbank vindt dat dit wettig en overtuigend is bewezen. Maar de straf is een andere dan door de officier geëist. Zij worden op 16 oktober 1891 uitsluitend veroordeeld tot het teruggeven van de geweerkogels: Gijsbertus 11 stuks, Gerrit 10 stuks en Willem Voorhaar 14 stuks.
(bron: www.archieven.nl)
=
In 1892 staat Willem Voorhaar opnieuw als gedaagde vermeld in een klapper op naam van de veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank Amsterdam. Er is sprake van twee processen-verbaal, t.w. van 1 en 3 februari 1892. De dagvaarding is betekend op 9 maart 1892. Willem Voorhaar, 16 jaar, staat terecht wegens diefstal, maar verschijnt niet ter zitting. De officier eist drie dagen celstraf. Uit de overwegingen blijkt dat hij op of omstreeks 28 januari 1892 uit een wagon, staande op station Hilversum, 18 liter steenkool(aanveegsel) zou hebben weggenomen. Dat behoorde toe aan de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij. De rechtbank oordeelt op 1 april 1892 echter dat het feit niet wettig en overtuigend bewezen is en spreekt Willem Voorhaar vrij.
(bron: www.archieven.nl)
=
In 1895 staat Willem Voorhaar opnieuw als gedaagde vermeld in een klapper op naam van de veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank Amsterdam. Hij staat samen met Titus de Birk terecht. De dagvaarding van Willem wordt op 25 mei 1895 aan hem betekend in Utrecht waar hij in een garnizoen als veldartillerist verblijft. De officier eist 45 dagen celstraf voor beide beklaagden vanwege wederspannigheid. Uit de overwegingen blijkt dat dit heeft plaatsgehad op 12 februari 1895 om 8 uur 's avonds op de Stationstraat in Hilversum. Titus de Birk was daar in kennelijke staat van dronkenschap en werd aangesproken door een geüniformeerde politieagent die hem van de openbare weg wilde verwijderen en thuis afleveren. Titus verzette zich en riep 'breng mij maar naar de kast' waarna de agent hem mee wilde nemen naar het politiebureau. Daar verzette Titus zich tegen door met geweld te trekken, te rukken, te schoppen en te trappen naar de agent. Daarna ging Titus op de grond liggen, sloeg zijn benen om de agent en beet hem tot bloedens toe in een vinger. Toen de agent hem daarna naar het bureau bracht mengde Willem Voorhaar zich in dit gebeuren. Ook hij gebruikte geweld in zijn verzet dat gericht was op de bevrijding van Titus, dan wel de verijdeling of bemoeilijking van diens arrestatie. Willem greep hem vast en begon krachtdadig aan hem te trekken en rukken. Getuigen die zelf ook door De Birk en Voorhaar in de schermutselingen worden betrokken bevestigen de lezing van de agent en daarmee wordt het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen verklaard. Overeenkomstig de eis worden beide beklaagden op 12 juni 1895 tot 45 dagen celstraf veroordeeld.
(bron: www.archieven.nl)
=
Ook in 1899 staat Willem Voorhaar als gedaagde vermeld in een klapper op naam van de veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank Amsterdam. Op 6 april 1899 is in Hilversum proces-verbaal opgemaakt. De dagvaarding van Willem wordt op 6 mei 1899 aan hem betekend. Willem is dan 23 jaar, werkman en woont Naarderstraat 23 in Hilversum. Hij is niet ter zitting verschenen. De officier eist vanwege eenvoudige belediging van een ambtenaar een maand celstraf. Uit de overwegingen blijkt dat Willem Voorhaar op 5 april 1899 een geüniformeerde politieambtenaar op de Kleine Drift in Hilversum opzettelijk heeft beledigd met de woorden 'ploert, smeerlap, aap'. Deze woorden werden met luide stem verkondigd terwijl Willem Voorhaar zich in kennelijke staat van dronkenschap bevond. Willem Voorhaar wordt op 15 juni 1899 bij verstek veroordeeld tot een gevangenis van drie weken. Op 3 juli 1899 wordt het vonnis betekend en afgegeven aan huisgenote Johanna van Waveren (dit is de vrouw met wie Willem Voorhaar in 1900 trouwt en met wie hij dan al 2 kinderen heeft).
(bron: www.archieven.nl)
=
In 1903 staat Willem Voorhaar in totaal drie keer als gedaagde vermeld in een klapper op naam van de veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank Amsterdam. De eerste keer is de dagvaarding op 26 januari 1903 aan hem betekend. Willem is dan 27 jaar, sjouwerman en woont Oude Eemnesserstraat 24 in Hilversum. Willem verschijnt niet ter zitting. Ditmaal wordt eenvoudige belediging van een politie ambtenaar ten laste gelegd. De officier eist een gevangenisstraf van twee maanden. Ditmaal gebruikte hij de woorden 'smeerlap, ploert, schobberd.' Dit had plaats op 9 november 1902 op de Stationstraat in Hilversum. Het proces-verbaal spreekt van 'de hun bekende Willem Voorhaar' hetgeen gelet op diens eerdere aanvaringen met justitie geen verbazing wekt. Er wordt vermeld dat hij op straat stond te schreeuwen, te vloeken en te tieren. Een poging van de agenten hem tot kalmte te bedaren leidde tot de belediging. Willem wordt op 26 februari 1903 bij verstek en overeenkomstig de eis tot twee maanden gevangenisstraf veroordeeld.
(bron: www.archieven.nl)
=
In 1903 staat Willem Voorhaar nogmaals vermeld in een klapper op naam van de veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank Amsterdam. De dagvaarding van Willem wordt op 1 juli 1903 aan hem betekend. Willem is dan 27 jaar, los werkman en woont Oude Eemnesserstraat 24 in Hilversum. Maar op het moment dat deze zaak voorkomt is hij uit anderen hoofde gedetineerd. De officier eist drie maanden celstraf vanwege de mishandeling van een ambtenaar gedurende diens rechtmatige uitoefening van zijn bediening. Uit de overwegingen blijkt dat hij op 26 april 1903 op of nabij de Kleine Drift moedwillig en gewelddadig een politie agent herhaaldelijk heeft getrapt tegen het rechterbeen en de onderbuik. De rechtbank oordeelt op 23 juli 1903 dat de mishandeling wettig en overtuigend bewezen is en veroordeelt Willem Voorhaar tot een gevangenisstraf van drie maanden. (Het vonnis bevat meerdere fouten, zo wordt de vader van Willem ook Willem genoemd en de straat waar Willem woonachtig is wordt eerst Eemnesserstraat en dan Oude Eemnesserweg genoemd - jv)
(bron: www.archieven.nl)
=
In 1905 is het weer raak... Willem Voorhaar staat opnieuw vermeld in een klapper op naam van de veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank Amsterdam. De dagvaarding van Willem wordt op 4 september 1905 aan hem betekend. Willem is dan 29 jaar, werkman en woont Geuzenweg 198 in Hilversum. Willem verschijnt niet ter zitting, die begint met het voorlezen van het op 30 mei 1905 opgemaakte proces-verbaal. Hij wordt verdacht van belediging van een politie-ambtenaar en van 'bedreiging met eenig misdrijf tegen het leven gericht'. De officier eist een gevangenisstraf van vier maanden. De gebeurtenissen hebben plaatsgehad in Hilversum op 28 mei 1905. De beledigende woorden zijn ongeluk en smeerlap. Willem heeft daarbij zijn mes getrokken en de agent dreigend toegeroepen: 'ga eens mee godverdommensch ongeluk dat je bent, dan zal ik jou hartsteken dood steken'. Dit alles gebeurde op de Oude Eemnesserstraat nadat de politie agent Willem had bekeurd. Even later spreekt Willem de agent aan 'waarom bekeur je mij, ongeluk dat je bent, je bent een ongeluk, een hongerlijder en een smeerlap'. Een half uur later krijgt dit op een spoorwegoverweg een vervolg. Dat is de plek waar Willem, dan zonder jas, zijn mes pakt en doodsbedreigingen uit. Op 3 oktober 1905 wordt Willem conform de eis tot vier maanden gevangenisstraf veroordeeld. (Naast 98 komt in het vonnis ook 182 voor als huisnummer van Willem aan de Geuzenweg - jv).
(bron: www.archieven.nl)
=
Ook in 1906 staat Willem Voorhaar vermeld in een klapper op naam van de veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank Amsterdam. De dagvaarding van Willem wordt op 13 januari 1906 aan hem betekend. Willem is dan 30 jaar, werkman en woont Oude Eemnesserstraat 7 in Hilversum. Willem verschijnt niet ter zitting. Opnieuw gaat het om 'eenvoudige beleediging, aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening zijner bediening'. De officier eist een gevangenisstraf van 14 dagen. Uit de overwegingen blijkt dat hij op 19 november 1905 om circa 21.15 uur op of nabij de Laarderweg in Hilversum twee agenten heeft uitgemaakt voor 'scheithuizen'. Dit nadat de beide agenten (in de processen-verbaal confrater genoemd) die het betreft ene Willem Bakker die onder de invloed van sterke drank verkeerde hadden aangemaand naar huis te gaan. Willem Voorhaar zei daarop: 'hij gaat niet met jullie mede; nu je met je tweeën bent hè, nu durf je wat te zeggen, scheithuizen'. Op 13 februari 1906 veroordeelt de rechtbank hem bij verstek conform de eis tot veertien dagen gevangenisstraf.
(bron: www.archieven.nl)
=
Op dezelfde 13e februari 1906 krijgt Willem Voorhaar nog een veroordeling. Niet alleen het vonnis is van dezelfde datum, dat geldt ook voor de dag waarop de misdrijven plaats hebben gehad (19 november 1905). Kortom, hij staat weer een keer vermeld in een klapper op naam van de veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank Amsterdam. De dagvaarding van Willem wordt op 18 januari 1906 aan hem betekend. Willem is dan 30 jaar, werkman en woont Oude Eemnesserstraat 7 in Hilversum. Willem verschijnt niet ter zitting. Opnieuw gaat het om 'eenvoudige beleediging, aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening zijner bediening'. Dit keer staat hij samen met een ander terecht, Hendrik Niessen, deze wordt aangeklaagd voor mishandeling. Ook deze persoon verschijnt niet ter zitting. Tegen Willem Voorhaar eist de officier 14 dagen gevangenisstraf, tegen Niessen 8 dagen. Uit de overwegingen blijkt dat Niessen op 19 november 1905 in het sparrenbos genaamd 'De Maatschappij' in Hilversum ene Gerrit Deijs moedwillig en gewelddadig een slag in de nek gegeven en deze daardoor pijnlijk getroffen heeft. Willem richt zich dan verbaal tot de veldwachter en zegt 'jij speelt de hoer met het wijf van Cornelis Heerschop, ploert'. Deijs liep op die 19e november 1905 in de namiddag met de veldwachter (ook zijnde jachtopziener) op de heide en zag drie personen op het spoor lopen. Terwijl zij naar hen toe gaan horen ze Niessen zeggen 'wat moeten die snotneuzen hier doen', waarna hij de pijnlijke slag in de nek uitdeelde. De derde persoon die op het spoor liep was ene Gerrit van Waveren (mogelijk een broer van de vrouw van Willem Voorhaar - jv). Op de vraag of zij gerechtigd waren daar te lopen zei deze Gerrit 'je kunt stikken'. Hendrik Niessen gaf toen de klap in de nek, dit onder de woorden 'ik zal je kapot maken', waarna Willem de veldwachter/jachtopziener de zin over het spelen van de hoer toevoegde. De veldwachter/jachtopziener verklaart dat hij Willem Voorhaar al meerdere keren heeft bekeurd en dat Willem dat ook wist, zeggende 'ik ken jou wel, jij bent van de politie'. De beklaagden worden ter zitting bij verstek veroordeeld overeenkomstig de eis van de officier, Gerrit Niessen tot acht dagen en Willem Voorhaar tot veertien dagen gevangenisstraf. Uit een later vonnis in 1906 blijkt dat Hendrik Niessen tegen zijn veroordeling verzet heeft aangetekend. Tijdens de rechtszitting waar dat verzet wordt behandeld verschijnt hij echter niet en dat alleen is al voldoende om het verzet nietig te verklaren.
(bron: www.archieven.nl)
=
In 1893, 1894, 1898 en 1900 komt Willem Voorhaar respectievelijk 3, 4, 1 en 5 keer en in 1903 nog een derde keer voor in de klapper op naam van veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank Amsterdam. Deze vonnissen zijn echter niet online toegankelijk.
(bron: www.archieven.nl)
=
In 1892 en 1893 komt Willem Voorhaar meerdere keren voor in het indexregister bekeurden 1878-1890. Naast de hiervoor al genoemde diefstal van steenkolen betreft het vernieling en beschadiging, jachtovertreding, dronkenschap (2 keer), diefstal van een boom/bomen (2x) en belediging van agent van politie Elgersma. Nergens staan straffen vermeld.
(bron: indexregister bekeurden via Streekarchief Gooi- en Vechtstreek)
=
Op 27 januari 1900 doet de Gooi- en Eemlander verslag van een zitting bij de arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Behalve Willem Voorhaar zijn er nog drie beklaagden: H. Frederiks, J. v.d. Hengel en G. van Waveren (de laatste wellicht familie van de vrouw van Willem - jv).Willem Voorhaar en Van Waveren zijn niet ter zitting verschenen. De verdachten worden verdacht van wederspannigheid tegen twee veldwachters-jachtopzienes. Zij bevonden zich met geweren maar zonder jachtakte op het terrein van jonkheer Six bij 's-Graveland. Toen zij gesommeerd werden de geweren af te geven verzetten zij zich hevig. Van de Hengel legt zulke ongeloofwaardige verklaringen af dat de president van de rechtbank zich afvraagt of hij denkt dat de rechters zo versuft zijn dat zij dit zullen geloven. Onder andere tegen Willem Voorhaar eist de officier 45 dagen hechtenis (het vonnis is mij niet bekend - jv)
(bron: Gooi- en Eemlander).
=
Het Utrechts Nieuwsblad doet op 21 mei 1900 verslag van een rechtszaak tegen hem. Willem Voorhaar is blijkens het artikel op dat moment al 12 keer eerder veroordeeld, vooral vanwege activiteiten als stroper en wilddief. Op 29 januari 1900 doet hij met zes vrienden ("zeven beroepsstroopers") mee aan een drijfjacht op de bezittingen van de heer Hooft Graafland te Hilversum. Op dat terrein mochten zij helemaal niet komen, laat staan jagen en dan ook nog buiten het jachtseizoen. Bosarbeiders betrapten hen en waarschuwden veldwachter Wynia. Die achtervolgden hen, waarna zij hem met de dood bedreigden. De Tijd maakt de aard van de doodsbedreiging door Willem Voorhaar (alias Hompie) en Jacobus Klein beelden: zij richtten hun geladen geweer op de veldwachter en zeiden hem dood te schieten als hij een pas dichterbij kwam. De bosarbeiders die zich er mee bemoeiden werd toegeroepen dat zij hen met knuppels zouden neerslaan. De veldwachter liet hen voor dat moment, vanwege de bedreiging, lopen maar maakte wel proces-verbaal op. Eén van de krantenartikelen spreekt over Voorhaar en Klein als 'beruchte stroopers die de bosschen bij Hilversum voor dier en mensch reeds zooveel jaar onveilig maakten'. Het Openbaar Ministerie eist 1 jaar en 6 maanden tegen Willem Voorhaar. Deze rechtbank in Amsterdam vonnist in juni 1890 conform de eis: 1 jaar en 6 maanden cel. In hoger beroep wordt de straf teruggebracht tot 1 jaar en 3 maanden.
(bronnen: De Tijd - Utrechts Nieuwsblad - Gooi- en Eemlander)
=
Willem heeft in de gevangenis gezeten vanwege het 'misdrijf bedreiging' (waarschijnlijk heeft dit betrekking op de veroordeling wegens drijfjacht en doodsbedreiging in 1900 -jv). Dit blijkt uit een registratie in het signalementenregister van het Stadsarchief Amsterdam.
Op 12 maart 1902 werd hij uit de gevangenis ontslagen. Het signalement bevat behalve een foto de volgende informatie over Willem:
- lengte: 1.813m
- kleur haar: donkerblond
- kleur knevel: rood blond
- kleur ogen: blauw
(bron: stadsarchief Amsterdam)
=
De Tijd bericht op 15 mei 1903 over de hierboven vermelde rechtszaak waarbij Willem Voorhaar een gemeenteveldwachter uitscheldt voor smeerlap en schobberd. Daarin staat dat hij reeds 15 keer voor dergelijke feiten is veroordeeld en binnenkort nog tweemaal terecht zal staan wegens politiebelediging.
(bron: De Tijd)
=
In september 1905 moet hij opnieuw voorkomen. In het Algemeen Handelsblad d.d. 21 september 1905 worden meerdere zaken opgesomd die het uitvloeisel waren van te overvloedig drankmisbruik, eindigend met: 'Tegen een ander type, te Hilversum woonachtig, Willem Voorhaar geheeten, werd 4 maanden gevangenisstraf gerequireerd, terzake van eenvoudige beleediging van een ambtenaar en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven'.
(bron: Algemeen Handelsblad - via Koninklijke Bibliotheek).
Deze veroordeling komt ook voor in bovenstaand overzicht van vonnissen.
=
Uit de inschrijving in het militieregister blijkt o.a. dat Willem:
- absent is bij de loting in dienst
- op 14 december 1894, overeenkomstig het advies van de militiecommissaris, is vrijgesteld van de dienstplicht (enige wettige zoon)
(bron: www.militieregisters.nl).

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Willem Voorhaar?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!

Barre chronologique Willem Voorhaar

Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés:  grand-parents    parents    frères/soeurs    enfants