getuige henricus v.toer 59.j. antonius ,wj oomen 46 j.
van der sluijsstr 106
geboren in het huis berkel str wijk e. 582 in s·Äôhertogenbosch .als eerste kind van het jonge gezin en erg blij met het ventje ,later verhuist naaar Rotterdam met broers en zusje op meerdere adressen gewoond.wat heel gewoon was in die tijd hij is maar amper 11 jaar geworden en overleden in een tijd dat er een grote mate van roodvonk heerste .hij was nog niet ziek en een grote steun voor zijn moeder die hem aanbad.thuis gekomen van school deed hij nog de boodschappen,later die avond wordt hij ook niet lekker en ma zegt ga lekker naar bed,toen mijn grootmoeder zelf naar bed ging liep zij alle kinderen na om het laaste kruisje voor de nacht toe te dienen, hij lag dwars in bed en om dat zij maar zo klein was wilde zij hem wakker maken om goed te gaan liggen en kwam op een afschuwelijke ontdekking dat hij was overleden .na dit afsvhuwelijke insident heeft zij gelijk de kerk afgezworen ,zij bad iedere avond voor het naar bed gaan haar eigen gebedje samen met de kinderen dat zij nooit hoefde mee te maken dat een kind haar zo piotsklap ontnomen zou worden , en geen pater en deken kon haar meer overtuigen van het,waarom het zij zo allen bad zij nog als zij een nieuw brood aansneed en er een kruisje over maakte ,en vond het goed als haar kinderen nog wel eens in de kerk kwamen ,en alle kinderen ook wij moesten gedoopt worden.anders werden het later dwaallichtjes.zij heeft een heel moelijk leven gehad veel verdriet maar is nooit haar humor verloren en heeft mijn grootvader vel genept , zo ook een avond naar de schouwburg geheel opgedoft,wand mijn opa was een echte zwannjuer met een graote stadson hoed en zwart zijde strik.toen zij thuis kwamen ontdekte hij dat zij haar pantoffels nog aan had .het antwoord was dan ben ik gouw klaar ook vertelde hij eens dat hij vond dat zij niet meer zo veel werk meer maakte van haar uiterlijk toen hij bie dag thuis kwam zat zij geheel opgedoft in de goede kamer voor het raam met een boek ,toen hij vroeg wanneer gaan wij eten kwam als antwoord ik kan niets doen ik heb n mijn goede kleren aan , ook dat was mijn opoe.