Abdis van Dickninge. (Dr.).
Zij werd 1532 en 1544 vermeld als Abdis van Dickninge. (Dr.).
In de Middeleeuwen heeft op deze plek het aan Maria gewijde Benedictijner Klooster Dikninge gestaan.
Het klooster was een voortzetting van de Benedictijner Abdij van Ruinen, die in 1325 verplaatst werd naar Dickninge. Daar was het klooster al vóór 1248 in bezit van een hof.
Tot de 15e eeuw was Dikninge een zogenaamd dubbelklooster, met gescheiden afdelingen voor nonnen en voor monniken.
In de 16e eeuw was het een jufferenstift, dat tot 1598 heeft dienst gedaan.
Na de hervorming bleef het klooster nog door achtergebleven nonnen bewoond tot 1652, maar raakte al snel na 1598 in verval.
In 1645 werd de Kerk afgebroken. Op de tekening van Cornelis Pronk uit 1732 is de vervallen kerk nog te zien.
Alleen de toren en een rentmeestershuis met bijgebouw bleven bestaan. Het rentmeestershuis is in gebruik geweest bij diverse leden van twee vooraanstaande Drentse families, de families Struuck en Lunsingh.
In 1796 kocht Reint Hendrik de Vos van Steenwijk de gebouwen en liet ze afbreken om op die plaats het huidige Huize Dickninge te laten bouwen, dat in 1813 werd voltooid.
Maria van Welvelde |
Les données affichées n'ont aucune source.