Hendrik van den Brink, koopman
ged. op 04-07-1778 te Hummelo
Van Hendrik en zijn vrouw Anna is een schilderijtje van ca 1820 geschildert foto04 door tekenonderwijzer Jan Gerrit Erkelens (1775-1857). Het is in juli 1988 geregistreerd bij het Iconografisch Bureau te Den Haag (Wetenschappelijk documentatiecentrum voor het Ned. portret).
overl. op 21-11-1847 te Hummelo op 69-jarige leeftijd
begr. te Hummelo - Het graf van Hendrik en van zijn vrouw Anna en hun zoon David Jan is nog aanwezig op het kerkhof van Hummelo
1847. Testament Hendrik van den Brink
Il est marié avec Anna Gerritsen (Gerritzen).
Ils se sont mariés le 10 mai 1805 à Velp, Nederland, il avait 26 ans.
Tr. kerk op 26-jarige leeftijd op 10-05-1805 te Velp Anna Gerritsen, 27 jaar oud
Enfant(s):
Evénement (Kerkelijk Huwelijk) le 10 mai 1805 dans Velp, Nederland .
Tr. kerk op 26-jarige leeftijd op 10-05-1805 te Velp Anna Gerritsen, 27 jaar oud
Gevonden op het R.A. te Arnhem een los fragment met daarop de volgende tekst met het handschrift van Hendrik (mogelijk van ± 1825):
Hendr. van den Brink als eigenaar van huis, hof en schuur Frans van Wijk huis en hof genaamt.
Een stuk bouwland genaamt het Halve Beumerstuk.
Een dito ¼ part van Jacob ten Holte.
Een dito een stukjen in den Smitshoek.
Een dito de Garde genaamt, hebbende gehoort onder het erve het Loo.
Hummelo, den 20 january 1824
Het plaatselijke bestuur van Hummelo en Keppel ontvangen hebbende een besluit van het Provinciaal Kollegie van Toezigt op de Administratie der Hervormde Kerken in Gelderland dd 15 dezer W615.1 daarbij te kennen geevende dat zij ontvangen hebben een missive van zijn Excellentie den Heer Staatsraad Directeur Generaal voor de zaken der Hervormde Kerk dd 26 december 1823 W40.2028 ten geleide van zijner Majesteit besluit van den 13 te vooren W108 waarbij onder anderen voor de gemeente Hummelo benoemd wordt tot kerkvoogd Den heer H. van den Brink.
Heeft de eer u hiervan bij deeze kennis te geeven en tevens te verzoeken om uw op aanstaande zaterdag den 24 january 1824 des morgens ten 10 uuren op het huis der gemeente te Hummelo te willen sisteeren ten einde in bovengenoemde kwaliteit te worden geinstalleerd en in functie te treden.
Het Plaatselijke Bestuur voornoemd J.G.Garretsen.
Enkele maanden voor zijn dood in 1847 verkoopt Hendrik zijn huis te Hummelo aan zijn zoon Harmannus:
Voor Mr. Rudolph Willem Jan Ketjen openbaar notaris residerende te Doesborgh in het arrondissement Zutphen provincie Gelderland en in tegenwoordigheid der nagenoemde en mede ondergeteekende getuigen,
Compareerde Hendrik van den Brink, kuiper en zijne huisvrouw Anna Gerritsen door hem ten dezen bijgestaan en gemagtigd te zamen wonende te Hummelo, den notaris bekend.
Dewelke verklaarden te verkoopen en in vollen en vrijen eigendom bezit en genot over te dragen en af te staan onder belofte van vrijwaring ingevolge de wet aan en ten behoeve van Hermanus van den Brink, zonder beroep wonende te Hummelo, mede tegenwoordig, den notaris bekend, en verklarende in koop aan te nemen een huis, hof en erve staande en gelegen in het dorp Hummelo, gekadastreerd sectie D, de tuin nr 357 voor eene grootte van 22 roeden en veertig ellen, en het huis en erf nr 358 voor eene oppervlakte van 6 roeden en 60 ellen; waarvan de verkoopers verklaarden geene titels of bescheiden van eigendom te bezitten noch kennis te dragen van overschrijving welke van dezelve ten kantore der hypotheken zoude zijn geschied.
En zulks met al de daartoe behorende regten en geregtigheden, voorts met daarop rustende servituten, gemeene lasten en pligten, zoodanig en in dien staat als het verkochte tot hiertoe door de verkoopers in eigendom is bezeten geweest en thans wordt gevonden.
Ten einde de kooper het gekochte aanstonds in bezit en genot zal kunnen aanvaarden, midsdien van stonden dan daarover beschikken en daarmede doen en handelen naar welgevallen mids ook voortaan de grondlasten en verdere zoo algemeene als plaatselijke opbrengsten betalende en voor zijne rekening nemende.
Dezen verkoop verklaarden de comparanten te zijn geschied om en voor een koopprijs van f 1800,- , het beloop van welke koopspenningen de verkoopers erkenden bereeds van den kooper ten vollen ontvangen te hebben, hem daartoe te quiteren en hem deswege volledig te dechargeren zonder eenige overbehouding.
Gedaan en gepasseerd te Hummelo ten huize van de comparanten in tegenwoordigheid van Christoffel Hendrik Japing, rentmeester wonende te Hummelo en Hendrik Willem Remmelink, meester timmerman wonende te Keppel, getuigen hiertoe verzocht in het jaar 1847 den twintigsten april.
En hebben de comparanten met de getuigen en notaris na voorlezing deeze acte geteekend waarvan de minute gebleven is onder de bewaring en in het bezit van den notaris.
Hendr. van den Brink A. Gerritsen H. van den Brink C.H. Japing H.W. Remmelink R.W.J. Ketjen.
1847. Testament Hendrik van den Brink:
Voor Mr. Rudolph Willem Jan Ketjen openbaar notaris residerende te Doesborgh in het arrondissement Zutphen provincie Gelderland en in tegenwoordigheid der nagenoemde en mede ondergeteekende getuigen.
Compareerde Hendrik van den Brink, meester kuiper wonende te Hummelo den notaris bekend.
Dewelke het voornemen hebbende een testament te maken vooraf buiten de tegenwoordigheid der getuigen zijnen wil heeft opgegeven aan den notaris die het opstel daarvoor heeft gereed gemaakt en doen schrijven als volgt:
Aan mijne echtgenoote Anna Gerritsen geef en maak ik het levenslang vruchtgebruik mijner geheele nalatenschap.
Aan mijne zoons Jan Willem van den Brink, Hermanus van den Brink en David Jan van den Brink preleydteer en maak in mijne klederen, lijfstoebehoren en lijfscieraden.
Aan mijne zoon Hermanus van den Brink legateer ik in vollen eigendom mijn aandeel of halfscheid in en aan de na te melden onroerende goederen in de gemeente Hummelo gelegen, te weten:
1. Eene weide, Kampsweide genaamd, aan alle zijden omgeven door de gronden van den Heer van Enghuizen sectie H nummer 243 groot een bunder, negentig roeden, vijftig ellen.
2. Een stuk bouwland, Heidenskamp genaamd, belend ten oosten aan de heide, ten zuiden aan het bouwland van Klein Junde, ten westen aan het voetpad van Hummelo naar Doetinchem en ten noorden aan het bouwland van David Karel van den Brink sectie C nummer 215 bouwland een bunder, 82 roeden, 10 ellen en nummer 216 opgaande boomen, groot 13 roeden, 80 ellen.
3. Een stuk bouwland, Jacob ten Hollenstuk genaamd, belend ten oosten de weg, ten zuiden den Heer van Enghuizen en Evert Jan Jolink, ten westen en noorden den Heer van Enghuizen sectie H nummer 289 groot 35 roeden, 90 ellen en nummer 290 groot 25 roeden, 60 ellen. Het is mijne begeerte dat hij daar voor aan mijne nalatenschap zal inbrengen de waarde daar van door drie onpartijdige deskundigen te bepalen, zoodanig dat hij daarvan genieten kan eene jaarlijksche zuivere opbrengst van vier ten honderd.
Aan mijne 4 overige kinderen Jan Willem van den Brink, Jenneken van den Brink, Johanna Hendrika van den Brink en David Jan van den Brink legateer en maak ik mijne verdere onroerende goederen in de gemeente Hummelo gelegen mids daarvoor aan mijne nalatenschap inbrengende de waarde daarvoor te bepalen op dezelfde wijze als hiervoor is gezegd ten opzigte van de goederen door mij aan mijn zoon Harmanus van den Brink gelegateerd.
Ik benoem tot executeur van dit testament tot directeurs mijner begrafenis en bereddenaars van mijne nalatenschap mijne zoons Jan Willem van den Brink en Hermanus van den Brink, hen te zamen zoowel als ieder afzonderlijk verlenende ..... mogt welke kan of mag gegeven worden. Overigens benoem en stel ik tot mijne eenige en algeheele erfgenamen mijne 5 kinderen of bij vooroverlijden derzelver wettige afkomelingen.
Nadat de erflater nogmaals zijnen wil in tegenwoordigheid der getuigen zakelijk had opgegeven aan den notaris is door denzelven den vorenstaanden uitersten wil voorgelezen en daarop aan den erflater afgevraagd of het vorenstaande zijn uiterste wil bevat, waarop deeze verklaard heeft daarbij in voor hem duidelijke bewoordingen zijn wil te zijn uitgedrukt welke voorlezing, afvraging en antwoord mede heeft plaats gehad in de tegenwoordigheid der getuigen.
Gedaan en gepasseerd te Hummelo ten huize van den comparant in tegenwoordigheid van Christoffel Hendrik Japing, rentmeester en Albertus Eggink, landbouwer beide wonende te Hummelo, getuigen hiertoe verzocht in het jaar 1847 den negenden october. En heeft de comparant met de getuigen en notaris na voorlezing dit testament geteekend, waarvan de minute onder des notaris bewaring gebleven is.
Hendr. van den Brink C.H. Japing A. Eggink R.W.J. Ketjen.
Memories van successie Hendrik van den Brink:
Aangifte door Jan Willem van den Brink en Hermanus van den Brink. Hij heeft nagelaten 5 kinderen: de 2 aangevers en Jenneken van den Brink (gehuwd met Hendrikus Hesink [Heezen]), Johanna Hendrika van den Brink (gehuwd met Jan Gerrits Wijers), beide wonende te Steenderen en David Jan van den Brink te Lochem.
Bezittingen:
1. Een weide, de Kampsweide, groot 1 bunder en 90 roeden.
2. Bouwland, de Heidenskamp, groot 1 bunder en 82 roeden.
3. Bouwland, het Jacob ten Holtenstuk, groot 70 roeden.
4. Weide in het Hummelschen Broek groot 3 bunders en 1 roede.
5. Een stuk bouwland groot 9 roeden.
6. Een stuk bouwland, het Biesken genaamd, groot 73 roeden.
7. Heide en boschgrond groot 2 bunder en 9 roeden.
8. Grond bij Reugebrink te Zelhem groot 46 bunder en 2 roeden.
Hendrik van den Brink (Brink,Brinck) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1805 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anna Gerritsen (Gerritzen) |
Les données affichées n'ont aucune source.