getuigen Jan Wauters van Bockhoven en Janneken Anthonis
Il est marié avec Anneken Dierick Henricx Cocx.
Ils se sont mariés
kinderen:
1. Geertruijt, te ’s-Hertogenbosch gedoopt op 29 april 1622.
2. Geertruijt Donckers, doop op 4 november 1623 te ’s-Hertogenbosch; g.m. Henricus Herberts, doctor in de rechten.
3. Hendrick, geboren in 1632, ovl in 1680, tr 5-10-1670 met Anna Jan Willem Somers
4. Laurens Donckers, ged 16-3-1634, ovl 1-12-1700. Sinds 1664 was hij op voordracht van de chirurgijns van de stad aangesteld aan de Illustre School te ’s-Hertogenbosch als praelector in de anatomie met als leeropdracht instructie te geven, de constitutie vant menselijck lichaem raeckende...
5. Maria, ged 28-1-1626; zij kreeg in 1659 de volledige volmacht over de bezittingen van haar vader.
6. Jenneken, in 1662 non te Keulen en in 1678 begijn aldaar.
info uit boekwerk Zeven eeuwen Donkers, Donckers, De Doncquers (2012; pagina 725 e.v.):
Jan werd in 1621 toegelaten als meester-beenhouwer, maar was in feite koopman. Uit zijn correspondentie met het Antwerpen-Bossche handelshuis Van den Gevel in 1622–1627 blijkt, dat hij uit Antwerpen hoeden, garen en wollen stoffen (waaronder luxe als damasten, fluwelen en satijnen) liet komen, terwijl hij daarheen linten, boratten en nastels (koorden) zond.
In 1633 kocht hij voor f 1750 het huis de Moriaen aan de Markt, met noch een kelderken daer achter aen liggende, inde Meelpoort
wtgaende, met oock de gerechticheyt van mede te mogen gebruycken het secreet op de Diese staende ende den wtganck in de Tolbrugstraet. Een paar jaar later vernieuwde hij de voorgevel en in 1641 liet hij het pothuisje voor de Moriaen clandestien
vergroten. Het door hem bewoonde deel had in 1636 de (bescheiden) huurwaarde van f 70. Het monumentale pand verhuurde hij
later helemaal, zij het in vijf delen, waaronder het middenhuis voor f 8 aan de wijnbeschoijers genamt de crankinderen (1636), de kelder voor f 55 per jaar (1646), een huisje daarboven voor f 28 (1655) en een deel voor f 75 aan de glazenier Caspar Duijts (1650).
Terstond na de reductie van Den Bosch kwam hij uit voor zijn hervormde gezindheid, wat hem een schepenplaats opleverde.
Hij was diaken van de gereformeerde gemeente in 1631 en 1638 en sinds 1630 weesmeester. In 1645 en 1665 zat hij weer als schepen in de Bossche regering.
Donckers woonde ten tijde van de reductie buiten de stad en keerde naar Den Bosch terug om, naar eigen zeggen, zich in dienst te stellen van haar politieke en godsdienstige belangen.
Als weesmeester liet hij zijn vader voor honderden guldens lakens leveren aan het weeshuis. Zelf leverde hij als cremer meermalen
geringere zaken, zoals lint, suiker, stalen knopen, voerlaken en voor de schoolmeester papier en pennen.
Jan Donckers, immers een borger deser stadt ende vande religie synde, werd in 1631 aangesteld tot opzichter van het stedelijke brandhuis op een wekelijkse gage van f 3. In 1632 overwoog de schepenraad dat Peter Donck en Jan Donckers onlangs waren aangenomen om opsichte opte policie ende brandt deser stadt als anderssints te hebben, ende dat daer toe heel weynich gagie ofte tractement was gestelt. Als compensatie werd hen het Hoff van Sevenbergen ofte Berchems poort nabij de Geertruidenpoort als gratis woonruimte aangeboden. Uit het boek over de voorname huizen van Den Bosch Van Sasse van Ysselt blijkt niet dat het Hof van Zevenbergen een ‘stadshuis’ is geweest en in feite betrokken Donck en Donckers de huijsinge van IJsselsteyn in de Orthenstraat, die in 1615 door de stad was aangekocht. Jan bleef er wonen tot in 1656 of 1657 Willem van Bree er een glasblazerij
inrichtte. Het huis grensde aan de achterzijde aan de kraan op de Dieze. Donckers’ mede-gebruiker van het huis was Peter Donck, die ondermajoor was van de stad. Donckers liet op kosten van de stad voor f 488 reparaties uitvoeren aan zijn woning, Donck voor f 204; Donckers liet de verponding door de stad betalen, Donck betaalde zelf; Donckers liet op stadskosten de gezamenlijke pomp vervangen door twee pompen.
Johannes Claes Laureijnss Donckers | ||||||||||||||||||
Anneken Dierick Henricx Cocx |