Arbre généalogique Van Osch » Elias Adriaens van Maren (± 1580-????)

Données personnelles Elias Adriaens van Maren 

• Il est né environ 1580 dans Hedel.
• Un enfant de Adriaan Gerrits van Maren et Judith Thonis Hack
• Cette information a été mise à jour pour la dernière fois le 16 mars 2016.

Famille de Elias Adriaens van Maren

(1) Il est marié avec Stijn Jans.

Ils se sont mariés

Enfant(s):

1. Hendrik Eliasz. van Maren  
2. Adriaan Eliasz. van Maren  ± 1600-???? 

(2) Il est marié avec Geerbrugh Hendricks van Steenisz.

Ils se sont mariés

Notes par Elias Adriaens van Maren

TVL 1975-82, volgens mr. R. A. Rueb, Nog enige oude geslachten te Hedel (Slot), blz. 82 en 83.
Op 1592 kwam aan zijn woning een andere Gerberich, nl. Geerbrugge Heijman Joostendr., de vrouw van Gerit Roelofs. Elijas dorste met zijn zoon:`hoe sweet gij so?` vroeg ze; dat werd hem te machtig en na wat gepraat in de geest van `hadde ick een jong meijske`, begon hij haar aan te tasten en wierp haar onder, bracht haar in sijn camer en wierp haar op bedde en er zou misschien iets afgrijselijks gebeurd zijn, als zijn moeder de brave Geerbrugge niet te hulp gekomen was. Hij is dan een weduwenaar met een vrij grote zoon en een moeder, die nog leeft; in 1594 is hij hertrouwd.

info:
Tussen de Voorn en Loevestein (TVL) 1975-82 (fam. geschiedenis) uit: Nog enige oude geslachten te Hedel (slot), door mr. R. A. Rueb, blz. 80-82, Van Steenhuis, Van Maren. SAB, Bank van Hedel, Bijlagen bij de gerichtsrol 1574 -1807, toeg. nr. 192; inv. nr. 121, 9 december 1605.
Alsoo seekere questie van verschil tussen Jouffrou Walburch ende Jouffrou Maria van Suijrmont ter eenre, ende Jan Jansen ende Adriaen Elissen [van Maren] ter andere sijde geresen ende nyet finalijck afgehandelt heeff connen worden, hebben de voorschrevene partijen doen interesseren aen goede vrienden haere uuijtstaende questie aen vier arbiters geremiteert, te weeten Jr. Willem Muijckens ende Matheus Claessen van weegen Jouffrou Walburch ende Jouffrou Maria van Suijrmont, ende andere sijde Claes Aertssen ende Elis Adriaenssen [van Maren] dy welcke de saecke wel overwogen hebbende, condemneren Jan Jansen ende Adriaen Elissen seekere parcelen lants, benaemt "Den Beijxsen Camp" soe groit ofte cleijn des denselven aldaer gelegen soude mogen wesen, van alles vrij, aenstonts aen Jouffrou Walburch ende Jouffrou Maria voirschr. te transporteren met alsulcke solemiteijten als in delelijcke overdracht gerequireert worden, mits dat Jan Janssen ende Adriaen Elissen den voirnoemden camp voir den jaere 1606 in gebruijck sullen houden 't sij den selven te hoijen, maijen ofte weijden, sonder eenichsins te mogen breeken ofte omeeren, well verstaende dat Jan Janssen ende Adriaen Elissen den voirschr. camp van alle dorpslasten sullen bevrijden voir den jaere 1606 voirnoemt, waerentegens Jouffrouen Walburch van Suijrmont, sal betaelen het ghene alhier ten gelage verteert soude mogen worden. Insgelijcks sullen Jan Janssen ende Adriaen Elissen seeckere acht hondt lants, gelegen in den "Winkel" aen Jouffrou Walburch ende Jouffrou Maria van Suijrmont van alle dorpslasten tot desen dagen toe bevrijden, alles geschiedt sonder argh ende list. Tot Heedell desen viiii den decembris, stilo veteri (oude stijl) 1605. Aldus ghedaen hebben den voirschr. arbiters dit selve met haere eijgene handt onderteijkent. (links) W. Muijckens en Claes Aertssen (rechts) Matheus Claessen met merck van Elis Adriaenssen (kruis met aan de horizontale streep en links er aan een korte streep naar rechts naar boven (hoek ca. 45 graden) en een de rechterkant aan de sytreep een korte streep naar links onder onder een hoek van ca 45 graden).

SAB, Bank van Driel, Dingsignaat 1590-1601. Toeg. nr. 184; inv. nr. 2, Folio 39verso, 27 april 1592. Claecht Jan Ievenssen, man ende momber sijnre huijsfrau, sich Elis van Maren tot Hedel, dat hij is onder hebbende sekere thij(n)s bryeff, den cleger in qualite voirschr. compenterende, slaende op erff ende goet, dat voirschr. Elis van maegenen? gehoirich noch thijns ingelost, wellicken thijs bryeff voir den clager alnoch hij had te restitueren schuuldich, allet t' sijner tijt te bewijsen. Indyen hij sulx noch te deren weijgerich, als hij tot noch toe gedaen, dan ... hondert gl. off soo veel min of meer schepenen sullen wijsen voir recht ende desen wael tot restitutie, als voirschr. gehalden. Bedingende voirtz pro ut moris desen form consetende aengebracht. 27 Ap. (15)92.

SAB, Bank van Driel, Dingsignaat 1590-1601. Toeg. nr. 184; inv. nr. 2 folio 39.
18 april 1592. Schepenen ut supra (Hanrick Ghijsbertssen, Aernt de Cock), quod Jan Ievenssen claecht sich Elis Arienssen van Maren tot Hedel ende Ghijsberth Petersssen, tutor uxoris, claecht sich jonge Jan Ghijsbertssen tot Horwenen pro ut sij beijde dye sinaet begene sullen. Actum 18 Aprilis 1592.
SAB, Bank van Driel, Dingsignaat 1590-1601, toeg. nr. 184; inv. nr. 2, folio 54verso. 15 augustus 1592. (Eerst een zaak Hillebrandt Jan Claessen van Maren contra Nees Jan Martensdr inzake buitenechtelijk kind) Verder: Op aensprake bij Jan Ievenssen gedaen tegen Elis van Maren, verweerder, als soude de verweerder onder hebben sekere thijnsbryeff, op des verweerders onderpant verwist, dye den cleger, man ende momber sijnre huijsvrau, eertijtz wijff was Cornelis Engbertssen, dyen den bryeff in questie was competerende, met beteren recht soude competeren, als hem voorschr. bryeff int woirts dye verweerder negatieve, als dat hij de aensprake gantz onschuldich is, edoch bekent well onder hem sulcken thijnsbryeff te wesen. Dan den selven heeft Andryes Arienssen, des verweerders wijf voirman, eertijts aen den mombaeren van Cornelis Engbertssen gelost, als 't sijner tijt te bewijsen, concluderende derhalven tot absolutie van de instantie ende dat de cleger schuldich ende gehalden sall sijn hem, verweerder, te refunderen alle costen ende schade hij ter sake van desen sall lijden. Bedingende voirtz alle verdere nootdurst, nae deser bancke rechte ingebracht. 15 Augusti 1592.

SAB, Bank van Driel, Dingsignaat 1590-1601, toeg. nr. 184; inv. nr. 2, fol. 125 verso, 18 november 1595. Nae aenspraeken Jan Ievenssen als man ende momber sijnre hijsvrau, aenlegger ten eenre, contenderende in qualite voorschr. tot vendicatie van sekere thijnsbryeff van ses gl. jaerlix, berustende onder Elis van Maren, als oick man ende momber sijnre huijsvrau, ende nae antwoirt des verweerders Elis van Maren, Dirck Arien Cornelissen, sijnen volmechtige, sustinerende den selven thijns bij sijnre huijsvrau voirman Andryes Arienssen van Heekesen gelost te wesen, daer toe aller ende sekere kontschappen van Thomas Joosten, dye schepenen gelesen hebbende op schijns ende bescheijt, voirtz.... thyen ondeling berch? bynne mede gedyent hebbende, mede verstendicht wesende dat de voorschr. Andryes als geweest man ende momber offtte de voirman van des Arienssen huijsvrau ende daertoe oick momber geweest van Embert Cornelissen, den bryeff in questie toecomende ende dat den bryeff soo onder hen verbleven, verclaeren dat den verweerder met ingelachte kotschap noch ende genoch bewesen dat den voorschr. thijns nae recht gelost ende hem verweerder competerende condemnerende derhalven des verweerder tot restitutie des selliffs aen cleger voorschr. inhalt de aensprake te ware dat de verweerder tusschen dit en den naiste rechts dach met naede? ende andere schijn ende bescheijt coste beschijnige dat hem den thijns in questie sij toecomende off gelost wesen als zulx nae recht zocht en gebeurt welck hem tot dagen toe gereserveert blijfft ende dat ter tijt ende ter wijle toe, taxerende middelertijt den aenlegger in 2 alde schilden tot volluste van schepen costen ende te verhaelen indyen de voorschr. verweerder nyet en bellyft te contraren.

SAB, Bank van Driel, Dingsignaat 1590-1601, toeg. nr. 184; inv. nr. 2, fol. 195 verso. 20 juni 1597. Schepen Willem van Dryell, Jan Arien Reijerssen, quod Jan Ievenssen op walstaedt gerichtelijk met hant halen ende met aengevangen nae manieren in desen gebruijkelijk, een scedeel? lantz inden gerichte van Dryell op den vuijterweert aldaer gelegen, inter Aert de Cock ten suijden ende ten noirden, den vunmenen? maess stroem ten oisten, ende dye Gheer Steeg ten westen, allet vuijt crachte ende in conformatie van schepenen van Dryell in bewillichde verwins bryeff. Actum xxden meij 1597. Allet voir soo veel Elis van Maren daerin geefft ende belaechticht is. Handmerk, Streekarchief Bommelerwaard, Bank van Hedel, Bijlagen bij de Gerichtsrol 1574-1807, toeg. nr. 192, inv. nr. 121, 9 december 1605, Elis Adriaenssen van Maren.
bron: https://www.genealogieonline.nl/en/stamboom-van-de-valck-van-maren/I499.php

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Elias Adriaens van Maren?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!

Barre chronologique Elias Adriaens van Maren

Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés:  grand-parents    parents    frères/soeurs    enfants