Enfant(s):
RAT. Loon op Zand. R 55 f 81r d.d. 1-2-1516.
Jen dochter wilner Gerit Oirlmans en Joost Cornelissoon als met haeren man en momber, en Gerit soon wilner Henrick Peter Peijstersoon (Pruijsers) hebben gesamenderhant gelooft als een principael schuldenaer hem te geven en te gelden Korstiaen Jan Eelensoon eene jaerlijckse en erffelijcke chijns van 20 st. te betalen allen jaeren op lichtmis, uit en van een erffenis metten timmeringe daerop staende opt Defterlinge, metten wester sijde Jan Aerts en oock die oosten sijde, streckende van sheerenstraet totten erffenis Jan Giben en hebben het hem opgedragen en overgegeven met afgaen en vertijen als recht is. Gelovende sup etc. te waeren. Dies soo heeft Gerit noch meer gelooft dat hij die onmondige kijnderen sal doen vertijen tot hennen mondige daghen en Joost voorschr. heeft Jenne sijn huijsvrouwe en haere kijnderen gelooft schadeloos te ontheffen van de gelofte hierboven gedaen. Testes, Zeger Willemsoon en Peter Jan Henricks. Actum anno 1516 den 1e dach in februari.
Item: Korstiaen heeft het Joosten en Jenne metten kijnderen geconsenteert desen 20 st. altijt te mogen quijten met 16 r. gld. tot twee malen en metten verschenen rentre. Testes ut supra.
In marge : Joost Petersoon als erfgenaam van Corsten bekent dat Meeus Jansse den chijns van 20 stuijvers afgequeten heeft die Jenneke Oirlmans, Joost Cornelisse en Gerit Henrick Preijssers jaerlijcks aan Corsten gelooft hebben. Testes, Adriaen Nouwen en Joost Peters. Actum anno 1552 den 2e januari.
Gerit Oirlemans | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onbekend |
Les données affichées n'ont aucune source.