Il est marié avec Swaentjen Janssen Loodens.
Ils se sont mariés le 29 février 1652 à 's-Hertogenbosch.Source 1
Enfant(s):
- hij liet zijn kinderen met Swaentjen dopen in de Sint-Jacobskerk in Den Bosch...
- volgens diverse stukken was hij ook slager...
- woont vanaf 1664 in de St.Jorisstraat op de hoek van de Waterstraat bij de kapel...
- in BP akte van 3-8-1696 wordt Petrus Loden genoemd als momboir van de kinderen van Joannes van Os
- in een huizentransactie van 28-2-1692 blijkt er nog een dochter Isabella van Oss (ovl), g.m. Jacob Schoneus (of Jacob van Schoonhem); of is dit een dochter van zijn oudere broer Gerrit..? Jacob van Schoonhem trad op 27-3-1683 toe tot het slagersgilde...
Bosch Protocol:
= Inventarisnummer 1607; Folionummer 138 - Verso; Datum 20/1/1652
Beschrijving: Gerrit Jacobs van Os, promisit 700 gulden [zie scan]
= Inventarisnummer 1673; Folionummer 250 - Verso; Datum 5/1680
Beschrijving: Gerrit Jacobs van Osch promisit 400 gl
= Inventarisnummer 1680; Folionummer 178 - Recto; Datum 13/4/1689
Beschrijving: Gerrit Jacobs van Osch, weduwnaar van Swaentjen Loden (kinderen genoemd), gaet aff de tochtte. [scan]
Bossche Huizenregister:
St.-Jorisstraat: Huis en erf
Ex uno:Brouwer, Antonie
Ex alio:Notelen, Gerard, de trompetter
Van:Straat
Tot aan:Zutphen, Servaas van, kapitein
Eigenaar (oud): N.N., Adriana; partner: Loyen, Jan Pietersz., weduwe
Eigenaar (nieuw): Oss, Gerard Jakobsz. van
Overdracht Datum: 1664-07-11
Vindplaats: Bosch' Protocol: 1619-438-02; Recordnummer: 11067
NT.TA.0010321; Datum 28/2/1692
Toegang Transportakten binnen de vesting 's-Hertogenbosch
Inventarisnummer en folionummer Bosch' Protocol: 1682-060-02
Straatnaam: Sint Jorisstraat, Aard van het object: huis, gelegen naast het hoekhuis tegenover de St.-Joriskapel
Ex unoKruit, Philips
Ex alioHaak, Jans
Vanstraat
Tot aanPessers, Jurriaan
Verkoopwaarde: 00325
Opmerkingen verkoper(s): wed., slager
Opmerkingen koper(s) handelend mede namens: 1. Pero, 2. Daniël en 3. Cornelia van Oss en 4. Hendrik, 5. Anna Maria, 6. Liesbeth van Oss en 7. het minderjarige dochtertje van Isabella van Oss en Jakob Schoneus
Personen:
Naam: Oss, van Gerard Jakobs; Rol: Verkoper
Naam: Loyen, Zwaantje; Rol: Verkoper
'Gerrit Jacobs van Osch, beenhouwer ende burger tot 's-Hertogenbosch', koopt als hoogste bieder, land te Oss. (8-1688).
'.... op te draeghen aen Gerrit Jacobs van Osch, borger tot 's-Hertogenbosch als meest biendende seeckere vier merghen ende halff hondt landts gelegen is tot Teeffelenveldt', enz. (10-1688).
============
uit Bossche Encyclopedie:
Katholieke slagers; door Henny Molhuysen
In het begin van de veertiende eeuw bezaten de Bossche slagers een eigen pand, het Vleeshuis. Het fraaie gebouw, dat eens als Gewanthuis fungeerde, werd in 1850 afgebroken. Het bezat drie ingangen: één aan de Pensmarkt, één tegenover het stadhuis en een derde aan de Marktzijde. In het benedengedeelte van het gebouw hadden de slagers hun vleesbanken. Daar konden de Bosschenaren hun vlees kopen: aparte slagerswinkels waren er niet.
Op 1 juli 1549 verleende het stadsbestuur van 's-Hertogenbosch een nieuwe keur (reglement) aan het ambachtsgilde van de slagers. Op 3 oktober van dat jaar werd dit reglement door keizer Karel V als Hertog van Brabant goedgekeurd.
In dit reglement was onder meer de bepaling opgenomen dat slechts meester konden worden: 1. De oudste zoon van een meester-slager die dan minstens 18 jaar oud moest zijn: 2. Andere zonen van een meester-slager die op hun beurt minstens 20 jaar oud moesten zijn; 3. Degenen die trouwden met een slagersdochter. Deze zonen en dochters moesten allen geboren zijn nadat hun vader meester was geworden. Dat betekent, dat je opeenvolgende generaties van Bossche slagers kunt krijgen. Zo leefde er ruim 500 jaar geleden - dus nog vóór het bovengenoemde reglement - de vleeshouwer Daniël Croeck. Zijn dochter trouwde omstreeks 1480 met Reyneer Loden, ook wel genoemd Loijen. Een nakomelinge van hen, Neelke Andriessen, trad op 10 februari 1643 in het huwelijk met Gerrit van Os, die al binnen twee weken meester van het vleeshouwersgilde werd. En de familie Van Osch bleef slager. F.A.M. van Osch oefende een aantal jaren geleden dat vak nog uit op de Hinthamereinde. Hij was de zestiende rechtstreekse slager in de reeks vanaf Daniel Croeck.
Deze procedure zorgde ervoor, dat er geen 'vreemden' in het slagersgilde kwamen. Iedere opeenvolgende slager was immers familie. Omdat er na 1629 géén slagers hervormd zijn geworden en er géén huwelijken plaatshadden tussen hervormde slagers en katholieke slagersdochters, was het mogelijk dat het slagersgilde een katholiek gilde bleef. De vleesverkoop in het Vleeshuis was dus alleen aan katholieken voorbehouden. Dat was een doorn in het oog voor het Bossche stadsbestuur in de 17e en 18e eeuw. Zij probeerde gedaan te krijgen dat het gilde (evenals de andere ambachtsgilden) opengesteld werd voor niet-katholieken. Dat lukte niet.
Het gilde van de slagers had slechts een plaatselijke economische betekenis voor 's-Hertogenbosch. Toch had zij echter een stevige positie, omdat zij de plaatselijke vleesverkoop geheel in eigen hand had en tevens de vee-aankoop grotendeels beheerste.
In de Franse tijd, in 1798, werden de ambachtsgilden opgeheven. Ook het slagersgilde verdween in de jaren daarna. Anderen dan eigen kinderen en schoonzonen konden toen slager worden en de hegemonie doorbreken. Dat gebeurde dan ook. En nu? Nu is voor een deel de slagerswinkel vervangen door een aparte toonbank in een supermarkt.
uit Brabants Dagblad donderdag 6 april 1989
De magistraat van de stad 's-Hertogenbosch en keizer Karel V bepaalde in 1549 dat; om meester van het slagersgilde te kunnen worden men moest voldoen aan een aantal voorwaarden, t.w.:
1. De oudste zoon van een meesterslager, geboren na het meester worden van de vader en minstens achtien jaar oud zijn,
2. de andere zonen van een meesterslager, geboren na het meester worden van de vader en minstens twintig jaar oud zijn,
3. degene die met een slagersdochter huwde, die geboren was na het meester worden van haar vader.
Uit Merlet 1965. SaO Oss R77-30/31, 8-1688; R114-102v, 14-10-1688.
bron: Cor van Osch
Geraert Jacobs van Os | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1652 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Swaentjen Janssen Loodens |