Oorzaak: Holocaust
Auschwitz
De kleine industriestad Oswiecim (Auschwitz) ligt in het zuidoosten van Polen. In mei 1940 werden de kazernes in de buitenwijken van Oswiecim ingericht als concentratiekamp. Het kamp, aanvankelijk opgezet om Poolse tegenstanders van het naziregime gevangen te zetten, groeide uit tot een heel complex van kampen.
Voor de vernietiging van de Europese Joden werd in maart 1942 het veel grotere kamp Birkenau in gebruik genomen (Auschwitz II), op ongeveer 3 km ten westen van Auschwitz I. Het kamp Monowitz (Auschwitz III) werd enkele kilometers buiten de stad opgericht voor en door de I.G.- Farbenindustrie. Geleidelijk aan werden ongeveer 40 kleinere kampen gebouwd, verspreid over geheel Opper-Silezië; alle als onderdeel van Auschwitz. Auschwitz-Birkenau en de vele nevenkampen ontwikkelden zich tot het grootste complex van concentratie- en vernietigingskampen.
Mannen, vrouwen en kinderen werden direct na aankomst vergast of langzaam ter dood gebracht door onmenselijk zwaar werk, te weinig eten en martelingen. Naar schatting zijn 1,5 tot 2 miljoen mensen in Auschwitz-Birkenau vermoord.
Tot september 1944 bleven er transporten uit Nederland komen. Meer dan 60.000 Joden, 245 Sinti en Roma, enkele tientallen verzetsstrijders en een twintigtal Jehova’s Getuigen werden vanuit Nederland naar Auschwitz gedeporteerd. Bijna 40.000 Joden werden direct na aankomst vergast. Minder dan 900 overleefden Auschwitz-Birkenau. Een onbekend aantal stierf tijdens de dodenmarsen of na aankomst in een van de andere Duitse concentratiekampen. Ongeveer 30 Sinti en Roma van het transport uit Nederland overleefden.
De geallieerden hebben in september 1944 fabrieken rondom Auschwitz gebombardeerd en daar aanzienlijke schade aangericht. Een Sonderkommando moest vanaf oktober 1944 veel installaties demonteren en sporen van de misdaden uitwissen. De kuilen waarin lijken waren verbrand, werden leeggehaald, met aarde gevuld en met gras en beplanting bedekt. Ondanks het bombardement van september en ondanks de evacuatie en ontmanteling daarna, bleven de kampen tot aan het eind van de oorlog min of meer intact. In november 1944, toen het Rode leger oprukte en Auschwitz naderde, vernietigden de nazi’s grote delen van de omvangrijke administratie van Auschwitz.
Op Himmlers bevel werden de gaskamers van Auschwitz-Birkenau in oktober 1944 buiten gebruik gesteld (in het begin van die maand waren nog ongeveer 40.000 mensen vermoord) en vielen alle bouwwerkzaamheden stil. Daarna begon de systematische opheffing van het kamp. Ongeveer de helft van de 155.000 nog in leven zijnde gevangenen werden naar de concentratiekampen in het westen gebracht: naar Buchenwald, Flossenbürg, Dachau, Mauthausen en Bergen–Belsen. Zo belandden de zusjes Anne en Margot Frank, die in september 1944 met het laatste transport uit het Nederlandse Westerbork naar Auschwitz waren gedeporteerd, ruim een maand later in Bergen-Belsen. Op 17 januari 1945 werd begonnen met de tweede en laatste fase van de ontruiming van het kampcomplex. Ongeveer 58.000 mensen, de meesten uit Monowitz en de nevenkampen, moesten naar het westen. Een klein aantal ging per trein, in goederenwagens, het overgrote deel ging te voet door de winterkou. Duizenden zijn tijdens deze dodenmars gestorven. Wie geen kracht meer had, wilde uitrusten of probeerde te vluchten, werd ter plekke neergeschoten. Velen bevroren of verhongerden onderweg.
Op 27 januari 1945 werd het kamp bevrijd – op dat moment waren er 1.000 niet begraven of verbrande lijken en ongeveer 7.500 – 8.000 gevangenen, bijna allemaal doodziek, in het kamp aanwezig. De laatste bewakers die waren achtergebleven, werden nog dezelfde dag door de Russische soldaten gedood.
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Death books from Auschwitz, Sterbebücher von Auschwitz
In Auschwitz-Birkenau werden bijna 40.000 Nederlandse Joden onmiddellijk na aankomst vergast.
Het totale aantal slachtoffers wordt geschat op 1,5 miljoen, waarvan het merendeel Joden.
Het aantal dodelijke slachtoffers van Auschwitz-Birkenau is moeilijk vast te stellen, omdat een onbekend aantal Joden zonder enige vorm van registratie direct na aankomst werden vergast.“Death books from Auschwitz/ Sterbebücher von Auschwitz” werd in 1995 uitgegeven en bevat bijna 69.000 officiële overlijdensakten die tussen juli 1941 en december 1943 in het vernietigingskamp zijn opgemaakt. Alleen personen die officieel als bewoners van het kamp stonden ingeschreven, bijvoorbeeld als dwangarbeider kregen uiteindelijk wel een dergelijke akte. Voor diegene die direct na aankomst zijn omgebracht was een inschrijving niet van toepassing.
De nazi’s hebben vanaf zomer 1944 veel van de minutieus bijgehouden administratie vernietigd.In de nasleep van de Tweede Wereldoorlog viel het onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Justitie om voor alle Nederlandse oorlogsslachtoffers een sterfdatum vast te stellen. Wanneer geen aangifte was gedaan en overige gegevens ontbraken, zijn de sterfdata bij benadering vastgesteld. Soms is de dag van aankomst van een transport in een vernietigingskamp als sterfdatum gesteld, in andere gevallen is de laatste dag van de maand genomen waarop iemand met zekerheid nog in leven was.
De door de Oorlogsgravenstichting vermeldde overlijdensdata zijn de data van de officiële overlijdensakten van het Ministerie van Justitie.
Bronnen
Misjpoge, Daniël Metz
Jaargang 20, 2007-2
Marcus Kroonenberg |
Toegevoegd via een Smart Match
Stambomen op MyHeritage
Familiesite: Genealogie Boon - van der Mark Website
Familiestamboom: 58702701-17