Elle est mariée avec Jacob Janssen Arnoutsz. van der Maer.
Ons Voorgeslacht 1985: Repertorium op de lenen van de Hofstede Arkel in het
Graafschap Gelre, 1283 - 1647, door J. C. Kort. In het Graafschap Gelre lag
reeds in de veertiende eeuw een aantal Arkelse lenen, dat beduidend groter moet
zijn geweest dan thans bekend is. Zij gingen ten dele op in het leenhof van de
hertog van Gelre, waarin zij vrijwel zonder aanduiding van de herkomst tussen
1428 en 1470 verschijnen. Voor een ander deel werden zij evenwel bij de lenen
van de heer van Egmond, broer van de hertog, gevoegd. Slechts een paar lenen in
het grensgebied bleven aan de graaf van Holland. Voor een juist begrip dient,
dat de Linge als grens tussen beide graafschappen is aangehouden. Avezaath: 1.
Een eigendom van heer Jan van Arkel in Oud-Avezaath naast 6 morgen met hofstede,
genaamd Olden hofstede. ..-..-13..: Hubert van Zoelen, als belender vermeld
1396, RA Arnhem, Heren van Culemborg, inv. nr. 4772 fo. 4. ..-..-14..: Wouter,
dochter van Hubert van Zoelen, met eigendom van Otto van Arkel vermeld, Heren
van Culemborg, inv. nr. 4773 fo. 57v-58. Ons Voorgeslacht 1987. Repertorium op
de lenen van de hofstede Culemborg, 1251 - 1648 (1669), door J. C. Kort.
Avezaath, 196. 6 morgen met een hofstede in Oud Avezaath (1570: in het ambt
Nederbetuwe), genaamd Olden hofstede, boven: de gemene steeg, beneden: Hubert
van Zoelen zelf (!) met leen van heer Jan van Arkel, (14..: Wouter, dochter van
Hubert van Zoelen; 1570: Jan van Zoelen gerardsz.; 1465: met eigendom van Otto
van Arkel), (1465: vermeerderd met 3 morgen 1 hont op 't Rot aldaar, boven: de
heer van Egmond; 1481: de gemene dijk; beneden: kinderen Johan Hubertsz.; 1481:
Gijsbert Ottensz.; 7 hont op de Lage Haar, boven: de heer van Egmond, beneden:
erven Johan van Zoelen; 1481: Gijsbert Ottensz.; en 4 hont 5 1/2 roeden, genaamd
de Jacht, boven: Herman gerardsz.; 1481: Jan van Zoelen gerardsz.; beneden:
Johan van der Mollen; 1481: Jan van Buren). 196B. De helft van het leen, (1570:
jaarlijks hfl 27,- Karolus waardig), (1644: verminderd tot de helft, oost:
Gerard van Maren en Jan Hubertsz., zuid: Hendrik Vosch, west: Gerard van Zoelen
en Herbaren Dirksz., noord: Dirk van gent en de gemene straat). 200. Een kamp,
groot 2 1/2 morgen, in Avezaath Korenbroek, boven: Pelgrim Arnoutsz., noord: de
Korenbroekse steeg, west: Dirk Arnoutsz., zuid: Otto Jansz. [van Maren/van der
Maren], broer van Jacob Jan Arnoutsz.; een kamp, groot 3 morgen, aldaar, boven:
Dirk Arnoutsz, beneden: erven Willem Hoen, noord: de Korenbroekse steeg, zuid:
Johan Vogelsanck. Het leen gesplitst in 200A en 200B. 200A. Het eerste perceel,
(1644: zijnde een boomgaard met 2 1/2 morgen, oost: de gemene straat, zuid:
Gerard van Maren, west en noord: erven Dirk van gent). 209. 1 morgen op
Kerk-Avezaath, oost: Dirk Nikolaasz., west: Jan van Batenburg, noord erven
adriaan Adriaan Zgersen, zuid: de gemene straat. ..-..-1...: Zeger Balthasarsz.,
zijn vader, vS. ..-..-16..: Balthasar Zegersz, bij dode van zeger Balthasarsz.,
zijn vader, vS. ..-12-1618: Jacob Jansen [van der Maren] bij overdracht door
Balthasar Zgersz., vS. 28-12-1633: Gijsbert van Maren bij overdracht door Jacob
Jansen [van der Maren], vS. 19-03-1666: Dirk van der Lingen voor Aletta van
Maren, zijn moeder, bij dode van Gijsbert, haar broer. vS.
Ils se sont mariés environ .
Enfant(s):
NN Vrouw | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jacob Janssen Arnoutsz. van der Maer |
Les données affichées n'ont aucune source.