Ook Labert II Balderik genaamd.
Zijn oudere broer Hendrik I, graaf van Leuven, wordt in 1018 als voogd van Nivelles genoemd. Hij blijkt eigenaardig met de goederen van de abdij te hebben omgesprongen en deze geheel als eigen bezit te hebben behandeld. Na zijn overlijden in 1038, kort daarop gevolgd door zijn zoon Otto, deed de abdij, althans met behulp van keizer Hendrik III, een poging zich aan de voogdij der graven van Leuven te onttrekken. Duidelijke taal spreekt op dat punt een oorkonde van de keizer uit het jaar 1040.De keizer geeft, na over de onderdrukking van de abdij te hebben gesproken, deze hare goederen terug en bepaalt, dat de abdij voortaan de voogd kiezen zal en dat geen graaf of advocaat daar enige rechtsmacht zal hebben dan uitgenodigd door de abdis of de proost.
Tegen deze oorkonde is zeer begrijpelijk de broeder en opvolger (na de dood van Otto, die kort na zijn vader is overleden) van graaf Hendrik I van Leuven, Lambert II van Leuven, in verzet gekomen en met succes. Reeds het volgend jaar, in 1041 wordtdoor de keizer in een tweede oorkonde hetzelfde onderwerp opnieuw geregeld.
Lambert II verkreeg ook de heerlijkheid Strijen. Zijn nageslacht, sinds 1106 hertogen van Neder-Lotharingen (Brabant), bleef verder voogd van Nivelles en dus heer van Strijen. Het moment dat zij Strijen in leen uitgeven is niet bekend.
Les données affichées n'ont aucune source.