Elle avait une relation avec Jan Henrick Dirck Huijskens.
La relation a commencé environ 1508 à Oirschot,NB,NLD.
Sch. v. O. d.d.: 27-9-1554 (378) Erfdeling.
Enfant(s):
Sch. v. O. d.d.: 13-10-1555 ==================Los001=======================
Er is een meningsverschil ontstaan tussen Henrick oudste zoon van wijlen Jan Huiskens partij ter ener zijden en Jan, Lucas en Dirck, gebroeders, verder Jan Joesten als man van Margriet en Heijlken, Marieken en Eelkenen, gezusters en allen kinderen van wijlen Jan Huiskens verwekt bij Oijken dochter van Jan Lucas van den Schoot vanwege een bepaald leengoed dat men gewoonlijk mangoed noemt, en het andere bezit dat wijlen deze Jan Huiskens en Oijken hebben achtergelaten. Daarom hebben partijen nu, Henrik ter ener zijde en Lucas, Dirck als broers en Jan Joosten als voogd en optredend voor hun andere broers en zusters, de bemiddeling ingeroepen van arbiters, n.l. in de personen van Peter Willems van Bruegel, Henrick Hoppenbrouwers, Frans Willemsen, en Jan Geerits die daarover een uitspraak moeten doen. Partijen beloven de uitspraak daarvan na te zullen komen zoals is vastgelegd in aanwezigheid van schepenen Jan Lucassen van den Schoot en Peter Henricks van den Schoot in Oirschot op 27 september 1554. Na deze bemiddeling is er het volgende vastgesteld door de arbiters. Alle voorkinderen zowel broers als zusters zullen allen evenveel uit de erfenis krijgen zoals is vermeld in het testament van genoemde Jan Huiskens en Oijken en wel inzake alle bezittingen of het nu leengoed betreft danwel ander bezit. Verder zullen zij ook allemaal evenveel krijgen inzake een aanvulling op dat testament dat hun moeder Oijken nadat Jan Huiskens was overleden daarna nog heeft gemaakt inzake alle roerende bezit, eikebomen, waarover toendertijd Oijken beschikkingsbevoegheid had, behalve dat Jan, Lucas, Dirck, Margriet, Heijlken, Marieken en Eelken daarvan wel de wagens en de paarden krijgen zoals blijkt uit dat testament van deze Oijken. Verder zal Henrick buiten hetgeen hem vermaakt is volgens dit testament van Jan Huiskens en Oijken, een stuk land krijgen genoemd Cluestermekens, en daarvoor is Henrick verplicht afstand te doen van aanspraken inzake het leengoed. Verder mag Henrick een stukland behouden genoemd de Cortenhof, welk perceel genoemde Jan Huiskens heeft gekocht van genoemde Frans Willemsen, waarbij Henrick wel jaarlijks 4 gulden moet betalen aan Henrick Aertszoon van Veldhoven of diens erfgenamen, aflosbaar tegen de penning zeventien zoals zij verklaren, zijnde 68 gulden. Als het meer is dan 68 gulden dan zullen ze dit aan Henrik vergoeden en is het minder dan zal Henrick dat vergoeden. Partijen verklaren hiermee akkoord te gaan. De arbiters behouden zich het recht voor om als er onduidelijkheid over de uitspraak is, dat ze daarop nadere uitleg mogen geven. Datum en getuigen als boven.
Oijken Jan Lucas van der Schoet | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1508 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Henrick Dirck Huijskens |
Les données affichées n'ont aucune source.