Il est allié à la plupart des seigneurs voisins : beau-frère du comte de Hainaut Baudouin II et gendre du comte de Flandre Robert Ier le Frison ; d'autre part l'évêque de Liège Henri Ier de Verdun est un prélat pacifique.
Ne redoutant pas d'invasions extérieures, il put se consacrer à l'administration de ses domaines.
Volgens Herman van Doornik (ca.1140) genoot graaf Hendrik III grote faam en bekendheid in zijn tijd. Hij verdreef rovers en dieven uit zijn gebied, zodat er in geen enkel graafschap meer vrede en veiligheid heerste dan in het zijne (MGH, Scriptores XIV, Hermanni liber de restauratione S.Martini Tornacensis, 282).
Après la mort d'Hermann II, comte palatin de Lotharingie (20 septembre 1085), il reçut le landgraviat de Brabant (fief impérial situé entre la Dendre et la Senne). En juillet 1095, il participa à un tournoi donné par le châtelain de Tournai. Il fut mortellement blessé lors d'une joute à la lance contre le chevalier Gosuin de Forest.
Mort à Tournai 1095
In februari of maart 1095 nam hij deel aan een riddertoernooi op uitnodiging van Everard, burchtheer van Doornik. Hij werd dodelijk gewond in een steekspel met ridder Goswin de Forest.
Hij werd als graaf van Leuven en Brussel en als landgraaf van Brabant opgevolgd door zijn broer, Godfried.
Il est marié avec Gertrude (Gertrudis) van Vlaanderen (de Flandre).
Ils se sont mariés environ 1090.Source 4
Ze huwde rond 1090 met graaf Hendrik III van Leuven (overleden in 1095), tevens hertog van Brabant. Er worden hen vier dochters toegeschreven, waarvan twee historiografisch geïdentificeerd worden als:
Adelheid, huwde met hertog Simon I van Lotharingen
Gertrude, huwde mogelijk met Lambert, graaf van Montaigu en Clermont.
Adelheid, huwde met hertog Simon I van Lotharingen
Gertrude, huwde mogelijk met Lambert, graaf van Montaigu en Clermont.
Enfant(s):
Comte de Louvain et de Bruxelles de 1078 à 1095
Il était fils d'Henri II, comte de Louvain et de Bruxelles, et d'Adèle, peut-être Adèle d'Orthen, fille de Everard d'Orthen
He succeeded his father in [1078/79] as HENRI [III] Comte de Louvain. "Henricusâ¦Bracbatensis patriæ comes et advocatus" founded Afflighem abbey by charter dated 1086 which also records the donation of property "juxta in villa…Asca" made by "fraterque meus Godefridus"
Na de dood van paltsgraaf Herman II van Lotharingen (Dalhem, 20 september 1085), kreeg hij het landgraafschap Brabant in leen van keizer Hendrik IV. Dit rijksleen was gesitueerd tussen de rivieren de Dender en de Zenne en vormde de institutionele basis voor de oprichting van het hertogdom Brabant in 1183. Als landgraaf werd hij bovendien een rechtstreeks leenman van de Duitse keizer en had de hertog van Neder-Lotharingen geen gezag over zijn Brabants graafschap.