Il est marié avec Cleijsje LNU.
Ils se sont mariés environ 1555.
INFO: Kwartierstaat Kessel- Luyerinck; Onze Voorouders II NGV afd Rijnland 1992.
Cornelis was boer te Ridderkerk. Hij is geboren circa 1529 en overleden na 1608 te Ridderkerk.
Op 12 april 1593 attesteerden Cornelis Adriaensz. Baes, oud omtrent 64 jaren,en Willem Adriaensz., omtrent 56 jaren oud, op verzoek van Jacob Muys van Holy, baljuw van Zuid-Holland en destijds ontvanger-generaal, en diens schoonzuster joffrouw Maria van der Linden.
Baes was destijds door Muys van Holy gemachtigd, en genoemde Willem door joffrouw Van der Linden, om toezicht te houden bij indijking van uiterlanden gelegen tussen Ridderkerk en Slikkerveer en dat terwijl de Spanjaarden aan de overzijde van de rivier in Krimpen aan de Lek lagen.
Deze akte is in de eerste plaats voor de genealogie Baes van belang omdat men vrij nauwkeurig het geboortejaar van de oudst bekende voorvader van dit geslacht kan vaststellen. Ten tweede zou de oorsprong van de familienaam verklaard kunnen worden uit het feit dat Cornelis opzichter- "baes" -bij de genoemde indijking was en dat hij zodoende met de toenaam "Baes" bekend kwam te staan, welke zich dan bij zijn nakomelingen tot vaste familienaam ontwikkelde. Vermoedelijk vond de indijking in of omstreeks het jaar 1575 plaats. De Spanjaarden hadden in Krimpen aan de Lek twee schansen opgeworpen, welke in de zomer van 1575 door de Spaanse veldheer Gillis van Barlaimont, heer van Hierges, met 200 man werden bezet. Prins Willem van Oranje zonddaarop 8 vendels voetknechten met 300 paarden naar de Zwijndrechtse Waard en liet bij Ridderkerk een schans opwerpen, van waaruit de Spanjaarden belemmerd konden worden. Nadat de dijk bij Krimpen was doorgestoken en de Spanjaarden door het afsnijden van de toevoer waren uitgehongerd, gaven zij zich op 21 februari 1576 aan Oranje over.
Was Cornelis een geboren Ridderkerk of had hij zich pas rond 1575 - om bijvoorbeeld voor Muys van Holy als opzichter bij de indijking te werken - in of nabij het dorp gevestigd?.Voor genoemd jaar spreken Ridderkerkse bronnen meerdere malen van een Cornelis Adriaensz., maar tot op heden zijn deze uitsluitend onder patroniem vermelde personen niet te vereenzelvigen met Cornelis Adriaensz.Baes. Het is best mogelijk dat hij ten gevolge van de talrijke schermutselingen tussen Spanjaarden en Geuzen zijn oorspronkelijke woonplaats had verlaten en uiteindelijk in Ridderkerk belandde, alhoewel ook dat dorp in die tijd niet vrij van troebelen, beroving en plundering is gebleven.
In 1572 had Ridderkerk te lijden van zowel Spanjaarden als Watergeuzen. Zo is het bekend dat de soldaten van Lumey, Graaf van der Marck, de kist, staande in de sacristie, openbraken en de papieren van de kerk en die van het gemene land verstrooiden. Na deze daad werden papieren bijeengeraapt, maar veel daarvan ging toch verloren. Hoe het ook zij, in of omstreeks 1575 verbleef Cornelis nabij Ridderkerk en blijkens het kohier van de 100e penning, dat tussen 1575 en 1579 werd opgemaakt, had Cornelis Aryensz.Baes te Ridderkerk in Symon Pyetersz. XIIJ Mergen een perceel van 7 hont eigen land, terwijl hij in hetzelfde weer van de al eerder genoemde ontvanger-generaal Mr. Jacob Muys 6 mergen in gebruik had. Tevens had Baes in Janygen Jans VIMergen te Ridderkerk nog eens 2 percelen van elk 2 mergen in huur van Dordtse landeigenaren.
Duidelijk is wel dat Baes voornamelijk met het boerenbedrijf zijn brood moet hebben verdiend. Uit een ongedateerd, doch ouder kohier van de 6e penning over Ridderkerk (van na 1559 en voor 1575) blijkt dat de genoemde 7 hont toen eigendom was van ene Maerten Symonsz. Laatstgenoemde had ook de later door Baes gehuurd 6 mergen van Jacob Muys in pacht.
De naam van zijn vrouw wordt nergens genoemd. Gezien vernoemingen van kleindochters zou haar naam Cleysje of Claesje geweest kunnen zijn.
Enfant(s):
Les données affichées n'ont aucune source.