Repertorium. op de lenen van de Lek en Polanen.
Rijswijk ZH
159B. Een derde deel (1595: de helft) van 11 morgen land, belend ten westen (1601: de kerk van Rijswijck, 1628: Jacob van der Wiele van der Werve), ten oosten (1601: Pieter Cornelisz., 1628: Meynaert van Bueren, 1643: de weduwe en erfgenamen van Meynaert van Bueren), waarvan de andere helft in het bezit is van (1601: de weduwe van meester Cornelis de Coningh, 1628: Jacob van der Wiele van der Werve).
..-.-15..: Jonkheer Willem van der Werve, vermeld in 1562, na overdracht door Willem van Zeventer (L.H. 340, fol. 3 en Archief Staten van Holland voor 1572, inv.nr. 1414, fol. 6).
..-.-1569: Jonkheer Willem van der Werve met ledige hand (L.H. 340, fol. 3).
7-8-1595: Johan Stalpaert van de Wiele de Jonge, mede namens zijn broer Jacob en zijn zuster Catherina, hulde door zijn vader Johan Stalpaert, bij dode van hun oudoom jonkheer Willem van de Werve, deze testeert op 12-3-1594 als jonkheer Willem Ruychrock van der Werve voor notaris Christiaen de Wees, volgens octrooi d.d. 8-1-1593 en bepaalt dat zijn nicht jonkvrouwe Janna van Almaras het vruchtgebruik zal hebben van 17 morgen land te Rijswijck bij Cleynvoirde en van de helft van 11 morgen land aldaar, leenroerig aan de grafelijkheid, de eigendom zal komen aan de 5 kinderen van wijlen zijn nicht jonkvrouwe Elysabeth van de Werve (6465, fol. 84).
19-12-1601: Johan van der Wielen de Jonge met 2⁄3 van het leen (6465, fol. 84).
15-4-1628: Jacob van der Wiele van der Werve met 2⁄3 van het leen bij dode van zijn broer Jan van der Wiele Johansz., volgens diens testament gepasseerd op 9-5-1606 voor notaris Johan van Colster te Rotterdam en Johan Jochumsz. cleermaecker en Jacob Jansz. goutsmith, poorters aldaar, en octrooi d.d. 29-7-1602; tevens met 1⁄3 van het leen ten behoeve van de kinderen van wijlen jonkvrouwe Catharina van der Wielen, gehuwd met jonkheer Job van Teylingen (6468, fol.46).
7-6-1636: Jacob van der Wiele van der Werve met 1⁄3 deel van het leen na overdracht door de kinderen van zijn zuster jonkheer Nicolaes van Teylingen, jonkheer Cornelis van Teylingen, heer van Cabou, jonkheer Johan van Teylingen en jonkvrouwe Elisabeth van Teylingen, gehuwd met meester Anthonis Tasman (6469, fol. 81v).
Il est marié avec Everarda Hoogland.
Ils se sont mariés.
DNL1940: Stalpart 230.; Wielen (Stalpert van der) p.26, 351-354.
P. 26: Vbis. Mr. Gysbert van Nesse, geb. 28 Oct. 1599, sterft 15 Sept. 1637, trouwt Juli 1632 Everarda Hoogland, dochter van Hercules en Geertruid Schrijver. Zij hertrouwt Nicolaas van Teylingen, zoon van Job en Catharina Stalpert van der Wielen.
Uit dit huwelijk:
1. Geertruid, geb. 7 Febr. 1634.
2. Gijsbert, geb. 10 Dec. 1635, sterft 17 Oct. 1637.
3. Gijsberta, geb. 30 Nov. 1637, trouwt Fyo van Aylma. Zij is 1698 wede.
DNL.1942 jg60, pag229 ev.
a. Jhr. Nicolaas van Teijlingen, begraven Groote kerk, Alkmaar, 1 Februari 1655 ,380).
Hij woonde 1633/‘34 te ‘s-Gravenhage, in de Vergulde Hoorn, waar hij zich aan een weinig eerbare schilderijenhandel schuldig maakte 381). 13 Augustus 1640 woonde hij op het Rampenbosch buiten Alkmaar (n.l. te Bergen) 382), daarna vestigde hij zich te Alkmaar, waar hij in de Langestraat woonde 383). In zijn huis te Alkmaar werd door de Jezuiten kerk gehouden 384).
Hij was 1648 Heemraad van de Zijpe, 1647-‘54 heemraad van de Wieringerwaard 385) 386).
Hij X (,huw. voorw. dd. 27 Augustus 1644 387 ) Dieuwertje Hogelant, weduwe van Mr. Gijsbert van Nes Gijsbertsz 388), dochter van Hercules Cornelisz Hogelant en Geertruid Willemsdr (Ver)stuver. Zij was lid der R.K. Statie St. Franciscus te Alkmaar 389) en werd begraven Groote kerk, aldaar, 13 Januari 1670.
Kinderen (een kind van Jhr. Nicolaas werd begraven 17 April 1655, een dochter 15 Augustus 1556, beide in de Groote kerk te Alkmaar 390) 391) :
aa. Jhr. Cornelis van Teijlingen, geboren en + Alkmaar, 1645.
bb. Jvr. Catharina van Teijlingen, geboren te Alkmaar, 1646.
cc. Jhr. Job van Teijlingen, geboren te Alkmaar 1648, + aldaar 1649.
dd. Jvr. Elisabeth van Teijlingen, geboren te Alkmaar, 1649.
---wordt vervolgd Roel kapten.---
380= Bloys van Treslong Prins en Belonje, t.a.p., deel 1, blz. 34. Het werd begraven in het graf Noordergang 191.
381= Zie hierover: Oud-Holland XXXIV (1916), blz. 162.
382= Notaris H. J. vau der Lijn, Alkmaar, akte van dien datum.
383= Notaris S. Siersma, Alkmaar, akte d.d. 27 September 1654.
384= Bijdragen Bisdom Haarlem XXII (1877), blz. 402.
385= Navorscher 1930, blz. 195.
386= Zie over hem nog: notarieel archief Alkmaar, inv. no. 177 (notaris S. Siersma), akte d.d. 19 Maart 1557 (hij blijkt dan voogd te zijn van Joffr Geertrwyt Hester Groen; authorisatie van het gerecht van Amsterdam d.d. 19 November 1653), id. inv. no. 139, akte d.d, 27 December 1640 (hij had toen één kind bij Dieuwertje Hogelant), en een akte voor notaris Joachim Coop van Erv& te ‘s-Gravenhage d.d. 2 Juli 1627 (waarnaar verwezen wordt in de akte. genoemd noot 383; verloren?).
387= Voor notaris H. Baert te Alkmaar.
388= Een dochter uit haar eerste huwelijk x Jacob van Poclenburel (zie IVd 1 a).
389= Bijdragen Bisdom Haarlem, deel XXII (1877), blz. 192.
390= Resp. Noordergang 191 en 190; voor de laatste werd ,,drie poosen geluijt”
Nicolaes Jhr van Teylingen | ||||||||||||||||||
Everarda Hoogland | ||||||||||||||||||
Les données affichées n'ont aucune source.