Leeftijd:69y 3m 14d
Il est marié avec Genoveva Maria Van Steenhuys.
Ils se sont mariés le 29 septembre 1722 à Tiel, Tiel, Gelderland, Nederland, il avait 21 ans.Source 1
Enfant(s):
Heer van Valburg en Ubbergen, ambtman van Nederbetuwe, heeft gewoond in het ambtmanshuis te Tiel, dat in 1525 is gebouwd.
Bernard graaf van Welderen werd geboren in het jaar 1700 en overleed te Nijmegen 10 maart 1770. Hij was ambtman van Nederbetuwe, stadhouder van de lenen en voogd van het land van Valkenburg. Hij was in 1729 ambassadeur in Engeland. Hijhuwde te Heumen 29 september 1722 Genoveva Maria van Steenhuys (dr.v.Walraad en Lucretia van der Noot), geboren 1705 en overleden 12 november 1774. (Rp.v.N.p.339,369).
Bovengenoemde Bernard van Welderen nam de zaak van zijn overleden vader Johan van Welderen over in het proces tegen de erfgenamen van Ferdinand von Inn- und Kniphausen en Vogelsanck. Pas in het jaar 1729 werd de schuld terugbetaald aanbovenvermelde Bernard van Welderen door de toenmalige erfgename van Vogelsanck, Antoinette baronesse von Eltz van Vogelsanck.
Maar wat heeft Bernard van Welderen met het geld gedaan? Heeft hij het geld aan de wettige erfgenamen uitbetaald en wie waren deze erfgenamen?. Zoals eerder gezegd, Johan de Cocq van Delwijnen overleed kinderloos op 26 december 1724 teWadenoyen. Zijn wettige erfgenamen waren de kinderen van zijn zuster Adriana Maria, die met Reinier van Haeften was gehuwd, te weten,
- Adriana Margriet van Haeften, ongehuwd
- Walraven van Haeften, geboren 25-10-1683, overleden zonder kinderen 30-9-1746
- Barthold van Haeften, geboren 19-9-1692, overleden te Nijmegen op 10-12-1772.
Hij was op 23-9-1719 gehuwd met
Margriet van Lynden, geboren 26-3-1700 en overleden op 26-7-1761.
Dit echtpaar had 10 kinderen.
Of bovenvermelde erfgenamen het geld van Bernard van Welderen hebben ontvangen is nog onbekend. Het archief van de Familie Van Haeften zou opheldering kunnen geven.
Na zijn vertrek uit de stad Tiel verkoopt Bernard van Welderen in 1750 het ambtmanshuis aldaar, dat hij van zijn vader Johan van Welderen had geâ´rfd.
Zijn zoon Walraad graaf van Welderen huwt te Den Haag in 1759 met Anna Whitwell (dr.v.William en Anne Griffin) en emigreert naar Engeland. Hij overleed te Londen op 15 juni 1807 als laatste van zijn geslacht (Rp.v.N.).
Hier volgt een uittreksel of samenvatting van de originele akte van 1729 van het proces, gepasseerd te Aken:
“Heden in de maand (augustus, doorgestreept) september 1729 verschenen persoonlijk voor mij, notaris, de ondergetekende getuigen:
De heren Jean Anthoine, Baron van Eltz, Grootkruis van de Militaire Orde van St. Louis, Kolonel van de Duitse infanterie te voet in dienst van Zijne Zeer Christelijke Majesteit en brigadier van zijn legers, handelende namens enerzijds deedele dame, mevrouw zijn zuster Baronesse van Eltz, vrouwe van Vogelsang en andere plaatsen, anderzijds zijne excellentie de graaf van Welderen, gewoon afgevaardigde van de Staten Generaal in Engeland.
Aldaar werd aangetoond, hoe wijlen de graaf van Autel, tijdens zijn leven gouverneur van Luxemburg, een proces zou hebben gevoerd voor de edele zaal van Curenge (Kuringen)* tegen wijlen de edele heer de Cock [van] Delwijnen en aansluitendtegen de overleden Heer, vader van de genoemde, als tweede verschijnende, omtrent het bedrag van 4800 â©cus of, anders gezegd, van 12.000 Hollandse florijnen, met de jaarlijke rente van 6¬º% vanaf 30-7-1681.
Op grond van een eigenhandig geschreven verklaring van wijlen de baron van Kniphausen en van Vogelsang, gedateerd 30.7.1680 aan de Heer de Cock van Delwijnen, opgemaakt in de Zaal van Curenge op 20 november 1708; welk proces, vervolgensvoortgezet door barones van Eltz, Vrouwe van Vogelsang [Vogelsanck], als erfgename van wijlen de gravin van Autel, deed de Zaal van Curenge uitspraak ten gunste van genoemde Heer de Cock van Delwijnen, of zijn vertegenwoordigers, hiernabevestigd in hoger beroep door de Keizerlijke Kamer van Wetzlar, ter uitvoering waarvan de genoemde graaf van Welderen, tweede comparant, zich weer tot de leenkamer van Kuringen heeft gewend, om de zaak verder te vervolgen en genoemde Heerbaron van Eltz in genoemde hoedanigheid, om de gerechtelijke uitzetting uit het land en het huis Vogelsang en toebehoren te vermijden, besloten heeft het bedrag van 9000 â©cus zowel voor de hoofdsom als voor de achterstallige renten tot nutoe, welk bedrag werkelijk hetzelfde is geweest en in aanwezigheid van mijzelf en de getuigen geteld en uitbetaald door genoemde heer baron van Eltz aan de heer graaf van Welderen, die het bedrag tot volle tevredenheid ontving.
Dezelfde graaf van Welderen heeft via mij, notaris, overhandigd, aan genoemde baronesse van Eltz, waarbij haar broer baron van Eltz aanwezig was, het kapitaal en de renten, terwijl graaf van Welderen genoemde barones van Eltz en genoemdebaron haar broer aanwezig is en accepteert voor eens en altijd alle rechten en handelingen in zijn plaats, zowel wat het genoemde kapitaal van 4800 â©cus alsook wat alle vroegere jaarlijkse renten uit het schuldbewijs van de 30e juli 1680betreft en in alle andere bijkomende rechten, zonder uitzondering, opdat de genoemde Vrouwe, Baronesse von Eltz, haar erfgenamen, vertegenwoordigers en rechtsopvolgers zich van deze overgedragen rechten als haar eigen-dom naar believe zalbedienen.
Wat de door het genoemde proces voor de Edelkamer Kuringen veroorzaakte kosten betreft, neemt de baron van Eltz in genoemde hoedanigheid op zich om deze kosten te zullen betalen, tot volledige schadeloosstelling van de graaf van Welderen.
De voor de Keizerlijke Kamer van Wetzlar ontstane kosten blijven verder voor de in rechten verschijnende partijen, en om voor de eerstgenoemden te vernieuwen en te realiseren vooraf alle instellingen en rechtbanken, zo nodig en zo men wil,hebben de Heren Comparanten alle aanbieders van deze akte en zijn duplicaat kunnen tonen en ieder voor zich afzonderlijk voor allen en het geheel te machtigen.
Gedaan en verleden te Aken in september 1729”.
*(Kuringen, (Frans: Curange), plaats in Belgisch Limburg, aan de Demer en het Albertkanaal. In de Middeleeuwen en tot 1797 was de ¬ìZaal van Kuringen¬î een feodaal gerechtshof in een thans verdwenen kasteel, waar vââ¥ââ¥r 1366 de graven van Loon,daarna de Luikse prins-bisschoppen zetelden. (Uit: Winkler Prins Encyclopâ©die, 6e druk, 1951).
Toch blijft de vraag nog steeds overeind bij wie uiteindelijk het geld is terechtgekomen. Wie zijn de personen, die het kapitaal hebben ontvangen? Waren dat wettige erfgenamen van wijlen Johan de Cock van Delwijnen?
Bernard Van Welderen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1722 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Genoveva Maria Van Steenhuys |