Arbre généalogique Slierendregt » Johannes Slierendregt (1871-1927)

Données personnelles Johannes Slierendregt 


Famille de Johannes Slierendregt

(1) Il est marié avec Anna Maria Warre.

Ils se sont mariés le 3 novembre 1897 à Den Haag, il avait 25 ans.

BS aktenr. 1272 / CBG

Enfant(s):

  1. Abraham Slierendregt  1906-1969 


(2) Il est marié avec Adriana [Jaantje] Schuil.


Bruidegom was 51 en bruid 27 tijdens huwelijk
Bruidegom was bouwvakarbeider tijdens huwelijk

Getuigen :
Pieter Jacobus de Haan, 56 jr, loodgieter, zwager van bruidegom
Dirk Visser, 35 jr, schilder, zwager van de bruid

Ils se sont mariés le 11 avril 1923 à Delft, il avait 51 ans.

Akte jaar 1923/nr. 97

Enfant(s):

  1. Adriana Slierendregt  1924-2007 


Notes par Johannes Slierendregt


VERHAAL VERTELD DOOR MIJN VADER, Maarten Johannes Slierendregt, geb.16-7-1901 bij zijn Oma en Opa, Oma Neeltje van der Boon geb.18-11-1848, Opa Maarten Slierendregt, geb.24-1-1843,wonende Hof van Delft, Singelstraat 2, 2 hoog.
==================================
Oma was vroedvrouw en zij werkte meestal bij vooraanstaande boeren.
Opa Maarten voer met een eigen scheepje en vervoerde komkommer-kisten voor tuinders, handelde in mest en zand, mest voor de bloembollen en mooi wit zand voor de boeren in Rotterdam en omstreken. Het zand haalde hij uit de zanderijen in Hillegom en Lisse.
Oma had een grote statenbijbel met een zilveren of gouden slot.

Mijn vader, Johannes, geb. 17/12 1871 is toen hij nog jong was in dienst gegaan bij het leger en is met een onderzoekcommissie naar Indonesie vertrokken en heeft daar veel beleefd. Hij was meester op de wapens geweer,pistool, sabel en bajonet. Ik had nog een brevet van hem bewaard, maar dat is met de verhuizing zoekgeraakt. Hij is in gebieden geweest, waar de mensen in holen woonden en als ze die mensen tegenkwamen namen ze de vlucht en kropen in holen.(liepen spiernaakt). Hij heeft een keerop wacht gestaan op een buitenpost bij een kamp. Het was een donkere nacht, zo hij vertelde en hij zag een paar vurige ogen op hem afsluipen (men liep altijd met een geweer in de aanslag) en richtte en vuurde. Daardoor kwamen andere buitenposten naar hem toe om te zien wat er was gebeurd en ze vonden een grote tijger, die precies in zijn oog was geraakt. Zijn kapitein heeft de huid laten prepareren.
Om in het binnenland te komen moesten ze met kleine bootjes door het moeras gaan, dat vol zat met kaaimannen en zo kwamen zij bij die wilde mensen.
Toen hij uit dienst was heeft hij een beetje gereisd en in Amsterdam had hij een cafe-restaurant gepacht, maar hij ging zelf op stap en het personeel ging met de buit strijken. Toen heeft het maar weer van de hand gedaan.
Hierna is hij mijn moeder tegengekomen Anna Maria Warre, die werkte al 10 jaar bij een professor voor hij met haar trouwde. Mijn moeder was een dochter van Willem Warre, geb. 16/9 1838 en mijn Oma Anna Maria Rutters, geb. 27/1 1840 en overl 2/3 1878 heb ik nooit gekend. Opa Warre was ook schipper en had een tweemast aak.
Hij voer daarmee naar Duitsland en vervoerde kolen en briketten, ook wel naar Amsterdam en alles op de zeilen. Moeder is tot haar 16e naar school geweest voor ze in betrekking kwam en daar heeft ze veel geleerd. Zij sprak frans, duits en engels. Zij maakte voor de kinderen alles zelf, kousen, sokken,truien, borstrokken en van linnen meelzakken maakte ze hemden voor de kinderen.
Mijn broer Willem is ook geboren in de Singelstraat.
Toen wij iets groter waren zijn wij bij moeder en vader aan boord gegaan. Hier zijn de andere broers geboren : Abraham, Evert Cornelis, Johannes en Cornelis Otto.
Na het plotseling overlijden van mijn moeder in Gouda kon mijn vader het niet meer aan en heeft het scheepje verkocht in Nieuwveen.
Vandaar zijn wij met een boerenwagen naar Delft verhuisd.
Na het eten van appels, die in het water hadden gelegen kregen we allemaal buiktyfus, waardoor mijn jongste broertje is overleden..
Hierna gaat het verhaal van mijn vader nog verder en wel hoofdzakelijk over waar en bij wie hij allemaal gevaren heeft voor hij trouwde.

Bovenstaande uitgewerkt door Riekel Slierendregt, geb.16-11-1927

VERVOLGVERHAAL VERTELD DOOR MIJN VADER, Maarten Johannes Slierendregt,
geboren 16 juli 1901.
=============================================

Toen ik ongeveer 7 jaar was, kwam ik weer in huis van mijn oma Neeltje, geb.18 nov.1848.
Dit heeft niet lang geduurd, want oma Neeltje had nog een dochter in huis, die toen ongeveer 21 jaar geweest moet zijn. en ook Neeltje werd genoemd. (waarschijnlijk heette ze Gerdina Catharina) (Schatting leeftijd en opmerking gemaakt door Riekel)
Zij trouwde met een schoolmeester (later hoofdonderwijzer op een montessori school in Scheveningen)
Ik moest toen weer weg bij oma en kwam terecht bij een paar aardige mensen ook in de Singelstraat. Dit was de familie Kieviet en ze waren niet zo jong meer. Hij was machinist bij de oliekoekfabriek in Delft. Daar moest ik hem wel eens brood brengenen als ik een poosje bij hem was kwamen de kakkerlakken de kruimels opeten. Bij de familie Kieviet waren meer kostgangers en met een kon ik goed opschieten. Hij was brievenbesteller en had een recht opstaande kuif. Hij heeft me een keer mee naar de kapper genomen en me ook zo,?n kuif laten knippen.
Bij de familie Kieviet heb ik het goed naar mijn zin gehad. Mijnheer Kieviet heeft niet zo lang meer geleefd. Ze hielden van planten en vogels. Achter het huis was een plaats, die overdekt was met glas met een glazen tussenwand. Mevr. Kieviet deed daar de was. Er was een grote voliere met allerlei vogels en ik had er een marmot en achter op de plaats had ik een konijn.
Er was ook een grote kippenren met daar bovenop een duivenhok en in huis nog kanaries, die ik voer gaf en waarvan ik de kooien schoonmaakte.
In de kamer was een grote staande klok met een zon, maan en sterren.
Mevr. Kieviet heeft wel wat met me te stellen gehad. Af en toe zat ik onder de modder, omdat ik in een moddersloot had gezeten, luidruchtig springen door het straatje en rovertje spelen.
Op een keer hadden we een jongen op een plank gebonden en trokken hem over de kinderhoofdjes door de straat. Even later bemerkten wij, dat hij bewusteloos was, maar hij kwam gelukkig weer gauw bij.
Na afloop van de school ben ik weer bij vader aan boord gekomen. Wij voeren veel voor de bloembollenvelden, totdat mijn moeder plotseling overleed (bijna 49 jaar)(zie het 1e verhaal)
(Opmerking Riekel: ze was ongeveer 20 jaar getrouwd en is in die tijd van 9 kinderen bevallen, waarvan 3 zijn overleden tussen 3 dagen, 1 maand en 5 maanden)
Mijn jongste broertje Cornelis Otto overleed op 5 jarige leeftijd. Hij kon niet goed sterven, omdat ik steeds bij hem was. De dokter stuurde mij naar het ziekenhuis voor een ijszak en toen ik terugkwam was hij overleden. Daarna moesten wij en oma naar het ziekenhuis. Alleen mijn vader is er vrij van gebleven van de buiktyfus.
We zijn toen in Delft gebleven en moesten eerst weer aansterken.
Ik was toen ongeveer 17 jaar en ben bij mijn oom Evert ?? gaan varen , die een tweemast klipper had, genaamd Confiance. Oom Evert had een dochtertje, waar ik wel eens op moest passen als oom Evert en zijn vrouw uit waren. Nadat zijn vrouw was overleden, ging hij teveel drinken en van het werk kwam niet veel meer tercht. Ik ben ongeveer 1 _ jaar aan boord geweest en had het er goed. Het schip is verkocht en hij is in ,?s Gravenmoer gaan wonen en heeft een tijd gewerkt in Dongen bij een leer extract fabriek ? tot hij kennis kreeg aan een vrouw daar.
Schijnbaar was er nog wat geld, want ze hebben daar een zandstenen huis laten bouwen met een kleine winkel voor kruidenierswaren. Toen ik later getrouwd was hebben wij daar nog gelogeerd. Onze dochter Riek was nog klein.
Hierna heb ik mij verhuurd bij schipper J.Klos. Hij was nog niet zo lang getrouwd met Hendrika Jut en ze hadden een dochtertje, waar ik ook op paste als ze uitgingen.. Deze mensen waren ook goed voor mij. Het was een snelvarend scheepje, dat op de Zuiderzee zeilde en de meesten voorbij ging.
Hier was ik ongeveer een jaar en voor de kerstdagen nam je je gespaarde geld op.
Er bestonden toen in Amsterdam en Rotterdam cafe,?s waar schppers elkaar ontmoetten en je jezelf kon verhuren.
Zodoende kwam ik op een tjalk terecht met een grote roef (De Vertrouwen).
Roelof van Urk was vrijgezel en hij had die tjalk pas gekocht van Groningers, die het met schoonmaken niet zo nauw hadden genomen. Alles was vuil. We werden opgevreten door de vlooien. Weken hebben we ontsmettingsmiddelen gebruikt, maar het is ons gelukt om de zaak weer schoon te krijgen.
Roelof was zeeman geweest en keek niet op een stormpje of een golfje water.
Bij Roelof van Urk heb ik het jaar volgemaakt.
Toen kwam ik bij schipper Rooker terecht, die het schip Maria nog maar een paar jaar had.
Ze hadden een cafe in Broekerhaven en hij was visser. Hij viste met een Staverse jol en ik weet niet of ze nog bestaan; het waren dikke dingen, maar goed zeewaardig.

Uitleg over het Lombok kruis, welke Johannes heeft ontvangen.

Ingesteld bij Koninklijk besluit no. 42 van 13 april 1895 en uitgereikt aan hen, die in de periode 26 juni tot 24 december 1894 hebben deelgenomen aan de veldtocht op Lombok.

Het is een 41 millimeter breed vierarmig bronzen kruis met in het midden een medaillon. De voorzijde vertoont op het medaillon de beeltenis van een jonge prinses Wilhelmina met loshangend haar. Op de armen valt te lezen: "LOMBOK / TJAKRA NEGARA / MATRAM / 1894". Dit waren de plaatsen waar de grote veldslagen hadden plaatsgevonden en het jaartal waarin deze plaats hadden gevonden.
Het medaillon op de keerzijde heeft binnen een krans van laurierbladeren de Nederlandse Leeuw met zwaard en pijlenbundel. Op de armen de tekst "HULDE AAN / LEGER / EN / VLOOT".

Het lint, 37 millemeter breed, is verdeeld in negen gelijke banen van oranje en Nassau blauw. De oranje banen aan de buitenzijde.

Het kruis werd in een massale bijeenkomst door prinses Wilhelmina uitgereikt. Zij was zo onder de indruk van de plechtigheid dat zij in 1944, inmiddels koningin geworden, bij de instelling van de Bronzen Leeuw het lint hiervan liet terugverwijzen naar het Lombokkruis.

Akte aanwezig: Geboorte/voorgenomen huwelijk/inschrijving Nat.Mil/Toestemm. Huw./

17 december 1871 's avonds om 22.00 uur geboren.
Geboorte aangifte gedaan door vroedvrouw ( Adriana Helena Munts, 65 jaar, weduwe van Willem Cornelis van Sprang) in aanwezigeheid van :
- Willem Pieter Borsje; 52 jaar
- Franciscus Mattheus Rosemeijer; 39 jaar ; Metselaar
Beiden wonend in Gemeente Delft

Kind erkend en gewettigd bij huwelijk ouders Delft 08-02-1882

Gegevens uit de marine stamboeken 2.12.14 inv.nr.498 jaren 1888-1982
24 mrt 1890 marinico 3e klasse voor 6 jr [ handgeld 130 gulden]
Ingeschreven voor de militie in 1890 Hof v Delft nr. 15
Op 2 mei 1891 ingelijft
Mar. 2e klas 1 jan 1892 / certificaat van goed gedrag 1 juli 1892
Mar. 1e klas 1 mrt 1895
Lombakkruis op 15 feb 1896 - 13 jan uit Oost-Indi vertrokken

Op 18 ju 1896 wegens volbrachte diensttijd uit de sterkte van Korps, afgevoerd en tengevolge van verlenging van militiedienstijd met dien datum overgegaan in de positie van milicien met onbepaald verlof bij de militie te land en ingedeeld bij 7e regiment Infanterie onder nr. 89548

Gedurende 1920-1923 is hij woonachtig geweest op Buitenwatersloot 136
1966 wed.A.Klootwijk-geb. Schuii heeft hier ook gewoond / 1969-1970
In 1997 woont L.A.Elshout hier
Op 15-2-1952 kreeg mevr. Schuil, weduwe van de heer Arie klootwijk, eerder weduwe van Johannes Slierendrecht deze panden in eigendom.
Op 11-1-1963 verkocht zij de panden aan mevr. Petronella Klootwijk, in eerste echt gehuwd met Lambertus Antonius Elshout, beide wonende op nr 138, waarbij zij het vruchtgebruik van de door haar bewoonde woning (136) behield voor de rest van haar leven. Na het overlijden van mevrouw Schuil op 22-februari 1982, toen dus ook het vruchtgebruik werd beindigd, werden beide panden samengetrokken en werd de ruimte van de naaischool vergroot.
Op 22 juni 1999 verkoopt L.A. Elshout, gehuwd met P. Klootwijk, in algehele gemeenschap van goederen gehuwd het pand aan het echtpaar Graham Victor Mcmaster en Cheryll Ann Roberts, beide wonende Buitenwatersloot 136-138.

Foto Westlander :
Het meest intrigerend aan de foto is het aantal mensen. Er zijn sporadische berichten over het wonen aan boord van een westlander met een heel gezin. Zouden we hier een voorbeeld daarvan zien? Het is onvoorstelbaar om al deze mensen in het roefje voor te stellen. Als de foto in Delft genomen is, is dat waarschijnlijk niet bij de schipper voor de deur, dit maakt de veronderstelling van het wonen aan boord aannemelijker. (navraag bij de eigenaar van de foto zou hier wellicht helderheid over kunnen werpen, wellicht is e.e.a. na te speuren in het bevolkingsregister)

De westlander heeft houten plechten. Deze bouwwijze is bekend van de werf Boot te Leiderdorp. Er zijn zowel een aantal tekeningen als een aantal bestekken bewaard. Deze dateren van rond 1890. Soms is de hele opbouw van hout, maar er zijn ook voorbeelden waarbij de klapmutsen (aan het uiteinde van voor- en achterschip) van ijzer zijn en de rest van de opbouw van hout. Het lijkt erop dat de westlander van de foto van het laatste type is. Het is onbekend waarom men in die tijd voor een houten opbouw koos. Was het goedkoper of koos men bewust voor het comfort? IJzer is zowel in de winter (koud en condens) als in de zomer geen pretje.

Voor de ingang ligt een merkwaardige drempel, het verticale schuifje wat de ingang afsluit ligt los op het roefdak. Het schuifluik loopt over ijzeren hoeklijntjes. Sommige westlanders hadden op het achterdek een stuurkuipje, deze heeft er geen, wat betekent, dat de schipper bij het passeren van zeer lage bruggen moest sturen vanuit de roef. Onderdeks leverde dat natuurlijk de uiterst gewenste ruimte op. Details die verder opvallen is dat de grootschoot niet op een overloopje zit, maar op een vast oog aan dek. De mast heeft een contragewicht met losneembare platen, dit voor de extreem lage bruggen. Het contragewicht is iets te zwaar, men heeft het vooronderluik dichtgelegd en het contragewicht rust daarop. Aan het aantal blokken in de top is te zien dat het zeil geen driekant is maar een normaal zeil met een gaffel, met enige fantasie is de kromme gaffel aan dek waar te nemen. Aan bakboord naast de mastkoker lijkt de trekspeek te zitten, waaraan men de jaaglijn bevestigde. Helemaal voorop was plaats voor het watervat. Wat tenslotte opvalt (ook bij andere westlanders) is hoe hoog het ijkmerk zit. Als de schipper zonder steekleren voer, was het vrijboord slechts enkele centimeters.

Een dergelijke westlander wordt momenteel gerestaureerd door de museumwerf Vreeswijk. Dit schip heeft rondom langs de bovenkant van de ijzeren romp een massa boutgaten, als overblijfsel van de forse houten balken die rondom het schip liepen. Deze westlander wordt overigens teruggerestaureerd naar de toestand van 1916, met een geklonken ijzeren opbouw en een oude motor.

Foto Westlander deel 2
De Westlander heeft houten plechten. Deze bouwwijze is bekend van de werf Boot te Leiderdorp. Er zijn zowel een aantal tekeningen als een aantal bestekken bewaard. Deze dateren van rond 1890. Soms is de hele opbouw van hout, maar er zijn ook voorbeelden waarbij de klapmutsen (aan het uiteinde van voor- en achterschip) van ijzer zijn en de rest van de opbouw van hout. Het lijkt erop dat de Westlander van de foto van het laatste type is. Het is onbekend waarom men in die tijd voor een houten opbouw koos. Was het goedkoper of koos men bewust voor het comfort? IJzer is zowel in de winter (koud en condens) als in de zomer geen pretje.

Voor de ingang ligt een merkwaardige drempel, het verticale schuifje wat de ingang afsluit ligt los op het roefdak. Het schuifluik loopt over ijzeren hoeklijntjes. Sommige Westlanders hadden op het achterdek een stuurkuipje, deze heeft er geen, wat betekent, dat de schipper bij het passeren van zeer lage bruggen moest sturen vanuit de roef. Onderdeks leverde dat natuurlijk de uiterst gewenste ruimte op. Details die verder opvallen is dat de grootschoot niet op een overloopje zit, maar op een vast oog aan dek. De mast heeft een contragewicht met losneembare platen, dit voor de extreem lage bruggen. Het contragewicht is iets te zwaar, men heeft het vooronderluik dichtgelegd en het contragewicht rust daarop. Aan het aantal blokken in de top is te zien dat het zeil geen driekant is maar een zeil met een gaffel, met enige fantasie is de kromme gaffel aan dek waar te nemen. Aan bakboord naast de mastkoker lijkt de trekspeek te zitten, waaraan men de jaaglijn bevestigde. Helemaal voorop was plaats voor het watervat. Wat tenslotte opvalt (ook bij andere Westlanders) is hoe hoog het ijkmerk zit. Als de schipper zonder steekleren voer, was het vrijboord slechts enkele centimeters.
Hein Sommer

Ik heb nog niet veel van deze foto,s gezien , schitterend . Het is wat wij noemen een drieling , waarom een drieling, de romp is wat anders uitgevoerd , ze noemde het ook wel een ongeboeide Westlander omdat hij geen scheen rondom heeft dus ook geen boeisel. Er zijn ook veel details te zien op het plaatje,
houten dekken en achterroef, spalklatten op de luiken kap en dan het tuig dat is voor die tijd ook bijzonder met een grote gaffel en de mast met wimpel . De schippers vroeger hadden het over een Westlander met bazaan , die voeren naar het Overmaas (Zuid- Hollandse eilanden) om aardappelen en witlofknollen, de knollen gingen veelal naar het veengebied Wilnis Vinkenveen waar lichte veengrond was en in schuren de knollen in de turf gezet werden voor de witlof. Kenmerkend waren bij de Overmaas-Westlander de klauwbolders met een gat voor de roeidollen. Als men voor de vloed en zonder wind bijvoorbeeld Schiedam binnen wilde varen moest je er meer gang in roeien anders kon je niet sturen en dreef je de invaart voorbij, maar er werd ook geroeid om hoogte te winnen als het schraal bezeild was . ????i Het water waar de foto is genomen heette volgens mij de Vest. Net voorbij de molen die er nog staat was een draaibrug en waar nu de brug bij de Buitenwatersloot ligt of wat verder naar het station een klein pontje langs een ketting. De veerman had er lol in om zo lang mogelijk te wachten om de ketting te vieren. In mijn jonge jaren voeren we er doorheen, (was kortere weg).
Klaas Persoon (Loosduinse schipper, 66 jaar)

10 maart 1904 geslaagd voor examen 1e stuurman grote vaart [?] / Nieuws van de dag [krant]

De Westlander heeft houten plechten. Deze bouwwijze is bekend van de werf Boot te Leiderdorp. Er zijn zowel een aantal tekeningen als een aantal bestekken bewaard. Deze dateren van rond 1890. Soms is de hele opbouw van hout, maar er zijn ook voorbeelden waarbij de klapmutsen (aan het uiteinde van voor- en achterschip) van ijzer zijn en de rest van de opbouw van hout. Het lijkt erop dat de Westlander van de foto van het laatste type is. Het is onbekend waarom men in die tijd voor een houten opbouw koos. Was het goedkoper of koos men bewust voor het comfort? IJzer is zowel in de winter (koud en condens) als in de zomer geen pretje.

Voor de ingang ligt een merkwaardige drempel, het verticale schuifje wat de ingang afsluit ligt los op het roefdak. Het schuifluik loopt over ijzeren hoeklijntjes. Sommige Westlanders hadden op het achterdek een stuurkuipje, deze heeft er geen, wat betekent, dat de schipper bij het passeren van zeer lage bruggen moest sturen vanuit de roef. Onderdeks leverde dat natuurlijk de uiterst gewenste ruimte op. Details die verder opvallen is dat de grootschoot niet op een overloopje zit, maar op een vast oog aan dek. De mast heeft een contragewicht met losneembare platen, dit voor de extreem lage bruggen. Het contragewicht is iets te zwaar, men heeft het vooronderluik dichtgelegd en het contragewicht rust daarop. Aan het aantal blokken in de top is te zien dat het zeil geen driekant is maar een zeil met een gaffel, met enige fantasie is de kromme gaffel aan dek waar te nemen. Aan bakboord naast de mastkoker lijkt de trekspeek te zitten, waaraan men de jaaglijn bevestigde. Helemaal voorop was plaats voor het watervat. Wat tenslotte opvalt (ook bij andere Westlanders) is hoe hoog het ijkmerk zit. Als de schipper zonder steekleren voer, was het vrijboord slechts enkele centimeters.
Hein Sommer

Ik heb nog niet veel van deze foto,s gezien , schitterend . Het is wat wij noemen een drieling , waarom een drieling, de romp is wat anders uitgevoerd , ze noemde het ook wel een ongeboeide Westlander omdat hij geen scheen rondom heeft dus ook geen boeisel. Er zijn ook veel details te zien op het plaatje,
houten dekken en achterroef, spalklatten op de luiken kap en dan het tuig dat is voor die tijd ook bijzonder met een grote gaffel en de mast met wimpel . De schippers vroeger hadden het over een Westlander met bazaan , die voeren naar het Overmaas (Zuid-Hollandse eilanden) om aardappelen en witlofknollen, de knollen gingen veelal naar het veengebied Wilnis Vinkenveen waar lichte veengrond was en in schuren de knollen in de turf gezet werden voor de witlof. Kenmerkend waren bij de Overmaas-Westlander de klauwbolders met een gat voor de roeidollen. Als men voor de vloed en zonder wind bijvoorbeeld Schiedam binnen wilde varen moest je er meer gang in roeien anders kon je niet sturen en dreef je de invaart voorbij, maar er werd ook geroeid om hoogte te winnen als het schraal bezeild was . ????iHet water waar de foto is genomen heette volgens mij de Vest. Net voorbij de molen die er nog staat was een draaibrug en waar nu de brug bij de Buitenwatersloot ligt of wat verder naar het station een klein pontje langs een ketting. De veerman had er lol in om zo lang mogelijk te wachten om de ketting te vieren. In mijn jonge jaren voeren we er doorheen, (was kortere weg).
Klaas Persoon (Loosduinse schipper, 66 jaar)

Nu ik deze unieke foto heb kunnen vergroten en printen is het duidelijk dat het hier om een houten Westlander gaat.
Zowel op het voor als achterschip is een klapmuts te zien. De vorm van het achterschip, de plaats, vorm en afmetingen van de roef zijn heel duidelijk. Geen gangboorden, grootschoot op de roef. Er zijn verder nog veel leuke dingen te zien zoals helmstok met steun, het touw waar het achterschip mee vast ligt maakt de indruk zo stijf te zijn dat je het recht omhoog kan houden, het opstapje voor de ingang, het watervat, de mast die op het luik steunt, de spaak of jaagmastje naast de mastvoet, het zeil niet onder de huik, ????igeen fok te zien. Die stok op de luiken is een geschild jong boompje, helaas zit dat jongetje net voor het eind anders konden we nog zien of er beslag aan zat. Er is op dit juweel nog meer te zien, maar hier laat ik bij.
Theo Hoogmoed

Foto westlander

Het meest intrigerend aan de foto is het aantal mensen. Er zijn sporadische berichten over het wonen aan boord van een westlander met een heel gezin. Zouden we hier een voorbeeld daarvan zien? Het is onvoorstelbaar om al deze mensen in het roefje voor te stellen. Als de foto in Delft genomen is, is dat waarschijnlijk niet bij de schipper voor de deur, dit maakt de veronderstelling van het wonen aan boord aannemelijker. (navraag bij de eigenaar van de foto zou hier wellicht helderheid over kunnen werpen, wellicht is e.e.a. na te speuren in het bevolkingsregister)

De westlander heeft houten plechten. Deze bouwwijze is bekend van de werf Boot te Leiderdorp. Er zijn zowel een aantal tekeningen als een aantal bestekken bewaard. Deze dateren van rond 1890. Soms is de hele opbouw van hout, maar er zijn ook voorbeelden waarbij de klapmutsen (aan het uiteinde van voor- en achterschip) van ijzer zijn en de rest van de opbouw van hout. Het lijkt erop dat de westlander van de foto van het laatste type is. Het is onbekend waarom men in die tijd voor een houten opbouw koos. Was het goedkoper of koos men bewust voor het comfort? IJzer is zowel in de winter (koud en condens) als in de zomer geen pretje.

Voor de ingang ligt een merkwaardige drempel, het verticale schuifje wat de ingang afsluit ligt los op het roefdak. Het schuifluik loopt over ijzeren hoeklijntjes. Sommige westlanders hadden op het achterdek een stuurkuipje, deze heeft er geen, wat betekent, dat de schipper bij het passeren van zeer lage bruggen moest sturen vanuit de roef. Onderdeks leverde dat natuurlijk de uiterst gewenste ruimte op. Details die verder opvallen is dat de grootschoot niet op een overloopje zit, maar op een vast oog aan dek. De mast heeft een contragewicht met losneembare platen, dit voor de extreem lage bruggen. Het contragewicht is iets te zwaar, men heeft het vooronderluik dichtgelegd en het contragewicht rust daarop. Aan het aantal blokken in de top is te zien dat het zeil geen driekant is maar een normaal zeil met een gaffel, met enige fantasie is de kromme gaffel aan dek waar te nemen. Aan bakboord naast de mastkoker lijkt de trekspeek te zitten, waaraan men de jaaglijn bevestigde. Helemaal voorop was plaats voor het watervat. Wat tenslotte opvalt (ook bij andere westlanders) is hoe hoog het ijkmerk zit. Als de schipper zonder steekleren voer, was het vrijboord slechts enkele centimeters.

Een dergelijke westlander wordt momenteel gerestaureerd door de museumwerf Vreeswijk. Dit schip heeft rondom langs de bovenkant van de ijzeren romp een massa boutgaten, als overblijfsel van de forse houten balken die rondom het schip liepen. Deze westlander wordt overigens teruggerestaureerd naar de toestand van 1916, met een geklonken ijzeren opbouw en een oude motor.

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Johannes Slierendregt?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!


Barre chronologique Johannes Slierendregt

  Cette fonctionnalité n'est disponible que pour les navigateurs qui supportent Javascript.
Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés: grootouders grand-parents   ouders parents   broers-zussen frères/soeurs   kinderen enfants

Avec la recherche rapide, vous pouvez effectuer une recherche par nom, prénom suivi d'un nom de famille. Vous tapez quelques lettres (au moins 3) et une liste de noms personnels dans cette publication apparaîtra immédiatement. Plus de caractères saisis, plus précis seront les résultats. Cliquez sur le nom d'une personne pour accéder à la page de cette personne.

  • On ne fait pas de différence entre majuscules et minuscules.
  • Si vous n'êtes pas sûr du prénom ou de l'orthographe exacte, vous pouvez utiliser un astérisque (*). Exemple : "*ornelis de b*r" trouve à la fois "cornelis de boer" et "kornelis de buur".
  • Il est impossible d'introduire des caractères autres que ceux de l'alphabet (ni signes diacritiques tels que ö ou é).



Visualiser une autre relation

Les données affichées n'ont aucune source.

Des liens dans d'autres publications

On rencontre cette personne aussi dans la publication:

Événements historiques

  • La température le 17 décembre 1871 était d'environ 3,6 °C. La pression du vent était de 1 kgf/m2 et provenait en majeure partie du sud-ouest. Le taux d'humidité relative était de 88%. Source: KNMI
  • Du 4 juin 1868 au 4 janvier 1871 il y avait en Hollande le gouvernement Van Bosse - Fock avec comme premiers ministres Mr. P.P. van Bosse (liberaal) et Mr. C. Fock (liberaal).
  • Du 4 janvier 1871 au 6 juillet 1872 il y avait aux Pays-Bas le cabinet Thorbecke III avec comme premier ministre Mr. J.R. Thorbecke (liberaal).
  • En l'an 1871: Source: Wikipedia
    • La population des Pays-Bas était d'environ 4,0 millions d'habitants.
    • 17 janvier » Apparition mariale de Pontmain (France) à plusieurs enfants.
    • 22 janvier » soulèvement à Paris contre le gouvernement de Défense nationale. Une sanglante fusillade a lieu place de l'Hôtel de Ville à Paris. Des gardes mobiles bretons tirent sur la foule, sur l'ordre de Gustave Chaudey. On comptera 5 morts et quelques dizaines de blessés.
    • 1 février » après les combats de la Lizaine (15 au 17 janvier), puis près de Pontarlier, le corps d'armée de Charles Bourbaki (1816-1897), qui avait pour tâche de dégager Belfort, est contraint de se réfugier en Suisse.
    • 8 février » élection d'une Assemblée nationale en France. Les résultats donnent une large majorité aux royalistes, toutes tendances confondues, avec 430 élus environ contre 200 républicains.
    • 1 mars » |à Bordeaux, l'Assemblée nationale ratifie les préliminaires de Versailles et destitue Napoléon III.
    • 21 mai » l'armée républicaine entre dans Paris et entame les combats de rue contre la Commune, débutant la Semaine Sanglante.
  • La température au 11 avril 1923 était entre 2,7 et 20,5 °C et était d'une moyenne de 12,1 °C. Il y avait 10,4 heures de soleil (76%). La force moyenne du vent était de 3 Bft (vent modéré) et venait principalement du est-sud-est. Source: KNMI
  • Du 19 septembre 1922 au 4 août 1925 il y avait aux Pays-Bas le cabinet Ruys de Beerenbrouck II avec comme premier ministre Jonkheer mr. Ch.J.M. Ruys de Beerenbrouck (RKSP).
  • En l'an 1923: Source: Wikipedia
    • La population des Pays-Bas était d'environ 7,1 millions d'habitants.
    • 10 janvier » début de la révolte de Klaipėda.
    • 11 janvier » début de l'occupation de la Ruhr.
    • 29 janvier » à Munich, fin du premier congrès national-socialiste.
    • 3 mars » le Time Magazine en kiosque pour la première fois.
    • 29 octobre » |proclamation de la République de Turquie.
    • 8 novembre » putsch de la brasserie — ou putsch de Munich —, tentative de prise du pouvoir par la force en Bavière, menée par Adolf Hitler.
  • La température au 29 juillet 1927 était entre 10,2 et 22,4 °C et était d'une moyenne de 17,0 °C. Il y avait 0.1 mm de précipitation. Il y avait 10,4 heures de soleil (66%). La force moyenne du vent était de 3 Bft (vent modéré) et venait principalement du sud-sud-ouest. Source: KNMI
  • Du 8 mars 1926 au 10 août 1929 il y avait aux Pays-Bas le cabinet De Geer I avec comme premier ministre Jonkheer mr. D.J. de Geer (CHU).
  • En l'an 1927: Source: Wikipedia
    • La population des Pays-Bas était d'environ 7,5 millions d'habitants.
    • 3 février » une révolte éclate au Portugal contre le régime du Général Carmona.
    • 12 avril » massacre de Shanghai.
    • 24 juillet » ouverture de la Porte de Menin à Ypres.
    • 1 août » fondation de l’Armée populaire de libération chinoise.
    • 12 novembre » exclusion de Léon Trotski du Parti communiste de l'Union soviétique.
    • 2 décembre » ouverture du XV Congrès du Parti communiste de l'Union soviétique.


Même jour de naissance/décès

Source: Wikipedia

Source: Wikipedia

  • 1885 » Henri Milne Edwards, zoologiste français (° 23 octobre 1800).
  • 1890 » Vincent van Gogh, peintre néerlandais (° 30 mars 1853).
  • 1900 » Humbert I, roi d'Italie de 1878 à 1900 (° 14 mars 1844).
  • 1934 » Didier Pitre, joueur de hockey sur glace professionnel québécois (° 1 septembre 1883).
  • 1962 » Gabriele Acacio Coussa, cardinal syrien, secrétaire de la Congrégation pour les Églises orientales (° 3 août 1897).
  • 1970 » John Barbirolli, chef d’orchestre et violoncelliste britannique (° 2 décembre 1899).

Sur le nom de famille Slierendregt


Lors de la copie des données de cet arbre généalogique, veuillez inclure une référence à l'origine:
H. Slierendregt, "Arbre généalogique Slierendregt", base de données, Généalogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-slierendregt/I1490.php : consultée 21 juin 2024), "Johannes Slierendregt (1871-1927)".