Arbre généalogique SchoeVoet » Claeus (Claes) Cornelis Schelckens (> 1480-< 1581)

Données personnelles Claeus (Claes) Cornelis Schelckens 


Famille de Claeus (Claes) Cornelis Schelckens

Il est marié avec Jehenne Jacop Peter Janssendr.

Ils se sont mariés


Notes par Claeus (Claes) Cornelis Schelckens

Wordt genoemd in een vestbrief op 8 januari 1518 te Breda, waarin wordt vastgelegd dat 'Jan, Claes, Wouter, Cornelis, Rombout, Henrick en Lenaert wijlen Cornelis Jan Schelkens en Peternelle Cornelis Jan Schelkensdr. met man Cornelis Jan Henricxsone hebben geerfdeelt' (Schepenbank Breda, inventarisnummer 425; folio 145v, 146v).

Wordt genoemd ('Geregistreerden: Wouter Cornelis Schelckens, Partij 1.1; Henric Cornelis Schelckens, Partij 1.2; Jan Cornelis Schelckens, Partij 1.3; Cornelis Schelckens, Partij 2.1; Meeus Peter Janssen, Partij 2.2; Aelbrecht Goryszone, Partij 2.3. Partij 1.1, 1.2 en 1.3, wijlen 2.1 zonen, brueders van de pachter, 2.2, 2.3 en Peter Jacop Peter Janssen zijn borgen voor de pachter Claes Cornelis Schelckens, elck voor een zesden gedeelte. Lodewijck van den Tympele, Partij 1.1; Beatrijs Absaloys, Partij 1.2; Jacop van Brecht, Partij 1.3; Claeus Cornelis Schelckens, Partij 2.1; Jacop Peter Janssen, Partij 2.2. Partij 1.1, als gemechtich van Jouffrou 1.2, weduwe wijlen 1.3, zijn zwegher, ten eenre, en 2.1 ten andere zijde, komen overeen dat 2.1 de hoeve pacht om in laetscappen te bedriven, 12 jair vanaf 1522-05-01, voir 18 zester rogs per jair en meer bepalingen') in een vestbrief op 8 april 1522 (https://stadsarchief.breda.nl/?utm_source=OpenArchieven&utm_medium=browser&utm_campaign=OpenData">Stadsarchief Breda te Breda, Vestbrieven; Schepenbank Breda 1499-1811, Bron: boek, Deel: 429, Periode: 1522-1523, Breda, inventaris­num­mer 429, 8 april 1522, Vestbrieven 1522 - 1523, folio 44v, 045v).

In een notariele akte op 6 augustus 1559 te Oirschot wordt Jacob van Brecht genoemd als wonende te Den Bosch, hoogschout van beroep, jonker.

* Aantekening van B.W. Schijndel in Schellekens (genealogie): 'bewoont het landhuis Bouvigne (1552).' 

De website van heemkundekring Paulus van Daesdonck (http://www.paulusvandaesdonck.nl/WimSiegmund/artikel_164.html) meldt hier het volgende over: 

Kasteel Bouvigne is nog het enige bestaand kasteel op Ginnekens grondgebied. Een van de oudste eigenaar/bewoner van Bouvigne zou een zekere Gielis van der Boeveriën zijn geweest. Dan volgen twee eeuwen waarvan niets over bewoners of eigenaars is terug te vinden. In de 16e eeuw is het kasteel in het bezit gekomen van de familie van Brecht. Deze familie was een bastaardtak van het geslacht der Brabantse Hertogen. Als eerste eigenaar voor 1522 wordt dan Jacob van Brecht genoemd. Het kasteel en de landerijen hadden in die tijd diverse namen zoals: Boeverijen, Boeveriën, Boevrijen, thuis van Brecht en Boeverije tot Ginneken. De landerijen die bij het kasteel hoorden, werden steeds verder vergroot. In de 17e eeuw werden er twee hoeven van gemaakt met een totale oppervlakte van 110 hectare.

Uit een ‘laetbrief’ of huurcontract uit het gemeentearchief van Ginneken van 1522 blijkt dat de weduwe van Jacob van Brecht de hoeve verhuurd heeft aan Claeus Cornelis Scelckens (later Schelleckens, Schellekes en Schellekens welke naam nog gangbaar is in de Baronie van Breda). Het verhuurde omvatte de gehele hoeve en de goederen zoals staat beschreven in de ‘laetbrief’: “Syne huysingen, hovinge, bogaert, ackerlande, saeijlande, weylande, beemden ende heyden van de hoeve ter Boevrijen tot Ghineken gelegen”. Vanaf 1 mei 1522 werd dit verhuurd aan Scelckens voor de duur van twaalf jaar. De huurprijs werd betaald in natura en in geld. Bij de natura behoorde ook een vet varken of een boete van drie gulden. Een andere bepaling was dat men geen bomen mocht omhakken, maar het bos moest uitbreiden met eikenbomen.

In 1605 werd kasteel Bouvigne ter verkoop aangeboden. De verkoop in 1605 ging niet door en bleef het eigendom van Anna van Brecht. In 1611 werd het landgoed voor 12.000 gulden gekocht door Johan Baptist Keermans, ridder van de Prins van Oranje. Wie het kasteel in zijn huidige vorm en gestalte heeft ontworpen en gebouwd is niet bekend door het ontbreken van de juiste gegevens in de archieven. Noch de toenmalige pastoor Jutte, noch dr. Jan Kallf, beiden kenners van de kunsthistorie van de Baronie van Breda, konden hierover uitsluitsel geven. Het kasteel heeft in de vestingoorlogen in de 17e eeuw bij de diverse belegeringen van Breda een rol van betekenis gespeeld. Het raakte na de dood van Prins Filips Willem al spoedig in verval.

Alleen de namen van diverse bewoners aan wie door de Prinsen van Oranje toestemming was gegeven om Bouvigne te bewonen, worden in de archieven genoemd. Op Bouvigne hebben toen gewoond: Michiel van den Eynde (schout van Ginneken in 1623), Jacob Gielissen (boswachter in 1625), Pieter Mattenborch (rentmeester in 1626), Adriaan Verelst (rentmeester in 1630) en Johan van der Kaye (rentmeester in 1665). Tijdens het beleg van Breda in 1637 had Prins Frederik Hendrik in Bouvigne zijn hoofdkwartier gevestigd. Omdat de landerijen niet veel meer opbrachten, besloot Prins Willem V het kasteel met de beide boerderijen in 1775 voor 8000 gulden te verkopen aan Jan Daniel Engel. Hierna worden in de stukken nog diverse andere bewoners genoemd met als laatste de heer Zoetmulder, een rijke industrieel uit Schiedam.

De gemeente Ginneken en Bavel kocht Kasteel Bouvigne in 1930 en liet het grondig restaureren. De totale kosten werden op 37.000 gulden geraamd. Het Rijk droeg 15.000 gulden bij en ook de Provincie Noord Brabant steunde met 6.000 gulden de grote opknapbeurt. Na de restauratie werd het kasteel voor een termijn van vijftig jaar verhuurd aan de ‘Pius X Stichting’ uit Breda. Deze vestigde er een organisatie ten bate van het ‘Katholiek Vrouwelijk Jeugdwerk van het Bisdom Breda’. In 1931 kwamen hier nog meer taken van sociale zorg bij, zoals voor meisjes een opleiding voor sociale bedrijfsleiding en cursussen voor dienstbodes. Omdat er slaap- en recreatiezalen voor de meisjes nodig waren, werden er bij het kasteel bijgebouwen weggezet in de stijl van Bouvigne.

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Claeus (Claes) Cornelis Schelckens?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!


Barre chronologique Claeus (Claes) Cornelis Schelckens

  Cette fonctionnalité n'est disponible que pour les navigateurs qui supportent Javascript.
Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés: grootouders grand-parents   ouders parents   broers-zussen frères/soeurs   kinderen enfants

Ancêtres (et descendants) de Claeus (Claes) Cornelis Schelckens

Jan { SCELCKENS }
± 1400-1462

Claeus (Claes) Cornelis Schelckens
> 1480-< 1581



    Montrez le quartier généalogique complet

    Avec la recherche rapide, vous pouvez effectuer une recherche par nom, prénom suivi d'un nom de famille. Vous tapez quelques lettres (au moins 3) et une liste de noms personnels dans cette publication apparaîtra immédiatement. Plus de caractères saisis, plus précis seront les résultats. Cliquez sur le nom d'une personne pour accéder à la page de cette personne.

    • On ne fait pas de différence entre majuscules et minuscules.
    • Si vous n'êtes pas sûr du prénom ou de l'orthographe exacte, vous pouvez utiliser un astérisque (*). Exemple : "*ornelis de b*r" trouve à la fois "cornelis de boer" et "kornelis de buur".
    • Il est impossible d'introduire des caractères autres que ceux de l'alphabet (ni signes diacritiques tels que ö ou é).

    Parenté Claeus (Claes) Cornelis Schelckens



    Visualiser une autre relation

    Les données affichées n'ont aucune source.

    Sur le nom de famille Schelckens


    Lors de la copie des données de cet arbre généalogique, veuillez inclure une référence à l'origine:
    Joep Schoemaker, "Arbre généalogique SchoeVoet", base de données, Généalogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-schoevoet/I501790.php : consultée 24 juin 2024), "Claeus (Claes) Cornelis Schelckens (> 1480-< 1581)".