Floris volgde in 1049 zijn broer Dirk IV als graaf op nadat deze te Dordrecht was gesneuveld. Hij ontleende zijn gezag rechtstreeks aan dat van de Duitse keizer. Hij was een vechtlustig en roemrijk man en trachtte zijn macht verder naar het oosten uit te breiden. Na een gewonnen strijd bij Hemert (nu Nederhemert) in de Bommelerwaard werd hij op 28 Jun 1061 vermoord door de graaf van Cuijk, die werd geassisteerd door enkele helpers, naar overlevering op het moment dat hij vermoeid onder een boom lag te slapen. Deze moord werd waarschijnlijk op aandringen van de bisschop van Utrecht gepleegd. Door J.M. Van Hemert werd in 1749 in het werk "Korte levensbeschrijving der Hollandsche Graven" zijn dood als volgt weergegeven: "De zegepralende veldheer, te stout op het bevogte voordeel, en door de hitte van de dag afgeslooft, had zig te Hemert, onder ene aangename en verkwikkelijke belommeringe van het geboomte, tot de rust geschikt; en de vermoeide krijgsknegten, ook niets anders verlangende, hadden zich rondom dat beminde legerhoofd op den grond nedergelegd. De een zowel als de ander, door de betoverende en onwederstaanbare kragt van de slaap overwonnen, die ongevoelig de afgematte leden bekropen had, wierden door den Grave van Kuik verrast en merendeels verslagen. Op die wijze verdween Floris, die niet anders dan in den slaap kon overwonnen worden; en die door de reizende zon als overwinnaar begroet was, kreeg met de nederdalende de onderlaag, en ontruimde dus voor altoos den Aardbodem." .
Enfant(s):
Les données affichées n'ont aucune source.