Let op: Pleun kan niet in 1747 zijn overleden!
Pleun was diaken van 1731 - 1733.
Il est marié avec Annigje Dingemanse van Muylwijck.
Ils se sont mariés le 18 mars 1725 à Noordeloos, il avait 30 ans.Source 1
Enfant(s):
Pleun deed belijdenis op 30 maart 1714.
Pleun en Annigje woonden in Noordeloos op de Noordzijde, wat blijkt uit hun testament van 4 juni 1734. Dit vermeldt verder nog dat na Pleun's overlijden "alle 't gout, zilver, wolle en linne klederen" naar zijn zoon of zoons gaan en bij overlijden van Annigje haar "gout, zilver, wolle, zijde en linne klederen" naar haar dochter of dochters "omme door deselve kind off kinderen gedraegen te worden." Bovendien "dat de langstlevende, wanneer hij off sij ongetrouwt blijven, aan hunne kind off kinderen soo veel tot uytset of huwelijc goet, wanneer een ider van deselve sullen sijn gecomen tot mondige daege ofte state des huwlijc sal comen en mogen geven als hij off sij in goeden gemoeden sullen oirdeelen uyt der selver boedel te konnen missen, waarmede sij willen ende begeeren dat haer kind off kinderen sig te vreden sullen moeten houden."
Pleun benoemt als voogden over zijn na te laten minderjarige kinderen zijn zwager Arie Horden en zijn broer Cornelis Rietveld, terwijl Annigje haar vader Dingeman en haar zwager Cornelis van Carssen tot voogden benoemt.
Op 12 februari 1748 dient een zaak tegen Jan Teunisz van den Dool en Pleun Rietveld. Zij hadden in januari 1748 van ene Willem Verhaak, bouwman in de Tielerwaard, een rode koe gekocht en deze vervolgens weer verkocht aan Willem Frederik Bloklander te Noordeloos. Al snel bleek echter dat deze "rooije koeij" was aangetast door "de jegenswoordig woedende en grassieerdende besmettelijke pest-ziekte." Het beest "verminderde in 't eten" en is "des maandags om vier uur 's morgens gestorven aan den besmettelijke ziekte." Jan en Pleun konden aantonen dat ze te goeder trouw hadden gehandeld: ze overlegden een "zeeker kladje", die zij van Willem Verhaak bij het kopen van de koe hadden meegekregen. Dit kladje luidde "dat deeze rooije koeijbeest toebehoore aan Willem Verhaak van de besmettelijke ziekte in het jaar 1745 gebeeterd" was. Het kladje was op 30 januari 1748 door vermoedelijk een veearts getekend.
Pleun Herberts Rietveld | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1725 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Annigje Dingemanse van Muylwijck |