Il est marié avec Elisabeth Carsten.
Ils se sont mariés le 4 avril 1813 à Hoogeveen, il avait 22 ans.Source 1
Enfant(s):
Drentse notabele, die ruim zestien jaar namens zijn provincie in de Tweede Kamer zat. Behoorde tot de voorname families in Assen en was in zijn woonplaats advocaat en burgemeester. Bij de invoering van de nieuwe rechtelijke indeling in 1838 werd hij rechter in het provinciaal gerechtshof. Koos in de Tweede Kamer soms de zijde van de oppositie en steunde de hervormingen van 1848. Keerde na dat jaar echter niet terug in het parlement.
moderaat of gematigd liberaal. in de periode 1832-1849: lid Tweede Kamer
levensbeschouwing : Nederlands Hervormd
partij/stroming, stroming(en) : moderaat (onder Willem I en Willem II)
hoofdfuncties :
- advocaat en procureur te Assen, vanaf 1811
- regulateur der successie in Drenthe
- lid Provinciale Staten van Drenthe, van 3 juli 1821 tot 16 oktober 1832 (voor de landelijke stand, district Gasselte)
- burgemeester van Assen, van 1 april 1824 tot 1 januari 1831
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 15 oktober 1832 tot 13 februari 1849 (voor Drenthe)
- raadsheer Provinciaal Gerechtshof te Assen, van 1 oktober 1838 tot 6 januari 1850
nevenfuncties :
- lid College van Regenten Huis van Arrest en Justitie te Assen
- lid College van Curatoren Gymnasium te Assen
academische studie : Romeins en hedendaags recht (gepromoveerd op dissertatie), Hogeschool te Groningen, van 14 juli 1807 tot 8 december 1810
activiteiten als parlementariër :
- In 1833 stemde hij en Quintus als enigen vóór een wetsvoorstel tot verhoging van de accijns op brandhout. Behoorde ook tot de voorstemmers bij verworpen wetsvoorstellen tot verhoging van de accijns op turf en op steenkool.
- Behoorde in 1835 tot de 15 leden die tegen de begroting 1836/1837 stemden. Stemde tevens tegen de ontwerp-Wet op de middelen.
- Behoorde in 1837 tot de 21 leden die tegen de begroting 1838/1839 stemden. Stemde wel vóór de ontwerp-Wet op de middelen.
- Behoorde in 1838 tot de 16 leden die vóór een (verworpen) wetsvoorstel over het tarief voor de rechten op in- en uit- en doorvoer stemden
- Behoorde in 1844 tot de 25 leden die tegen de ontwerp-wet inzake de (vrijwillige) geldlening en buitengewone belasting op bezittingen stemden. Het voorstel werd met 32 tegen 25 stemmen aangenomen.
- Behoorde in 1844 tot de meerderheid die tegen een wetsvoorstel stemde over het doen van huiszoekingen in het kader van de accijns op vlees. Het wetsvoorstel werd met 27 tegen 26 stemmen verworpen.
- Stemde in 1846 tegen hoofdstuk I van de begroting
- Behoorde in 1847 tot de dertien leden die vóór het (verworpen) wetsvoorstel tot intrekking van de accijns op het gemaal van rogge stemde
- Stemde in 1848 vóór alle wetsvoorstellen tot grondwetsherziening
wetenswaardigheden uit de privésfeer :
Een dochter van hem was gehuwd met een zoon van H.O. Feith, buitengewoon Tweede Kamerlid
verkiezingen :
- Was in november en december 1848 Tweede Kamerkandidaat in het district Assen, maar werd niet gekozen
Ridderorden : Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw
kinderen
9 kinderen
familierelaties :
- Zoon van L. Kniphorst, lid Vertegenwoordigend Lichaam
- Schoonzoon van C.E. Carsten, lid Vertegenwoordigend Lichaam
- Schoonvader van P. van der Veen, Tweede Kamerlid
- Oom van H.J. Carsten, Eerste Kamerlid
Gerrit Kniphorst | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1813 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Elisabeth Carsten |