naar Javastraat 69
(1) Il est marié avec Johanna Wilhelmina Loo.
Ils se sont mariés le 2 février 1927 à Amsterdam , il avait 19 ans.
Enfant(s):
Evénement (Death of Spouse).
(2) Il est marié avec Martha de Vries.
Ils se sont mariés le 6 mai 1936 à Amsterdam , il avait 28 ans.
Enfant(s):
Het verhaal van Hendrik Leibbrand (16011908) & Johanna Wilhelmina Loo (27031909) & Martha de Vries (26-06-1914).
Hendrik wordt geboren op 16 januari 1908* op de Haarlemmerweg 31 in Amsterdam als jongste zoon van Hendrik sr., magazijnknecht, die dan 27 jaar is en Johanna, dan 28 jaar oud. Er zijn twee oudere broers, Karel Frederik (15-04-1903) en Christiaan (8-05-1905), in 1908 dus vijf en drie jaar oud.
Het adres is voor Hendrik sr. en Johanna het vierde woonadres na hun huwelijk. Het ligt op een steenworp afstand van dat van waaraf Hendrik sr. trouwde, de Van der Duinstraat 22, 2 hoog, om de hoek van de Van Hogendorpschool waar ik later leerling was. Toen was Hendrik sr., volgens de huwelijksakte, nog smid.
Op 24 mei 1908 wordt zoon Hendrik Ned. Herv. gedoopt in de Westerkerk in Amsterdam. In 1911 krijgt hij zijn koepokkeninenting.
Kort voordat Hendrik drie jaar wordt, op 9 december 1910, verhuist het gezin naar de Grote Bickersstraat 30,2 hoog, op 12 maart 1912 naar nr. 28, 2 hoog. Daar brengt Hendrik zijn jeugd door, zal hij de dood van zijn vader meemaken en vanaf dat adres zal hij voor de eerste keer trouwen.
*Wat gebeurde er in 1908?: http://www.nueens.nl/nieuwsoverzicht1900_1910.html
Op twee april 1914 schrijft Hendrik een briefkaart aan zijn ouders. Hij is dan pas zes jaar oud en de kaart is waarschijnlijk door iemand anders voor hem geschreven. Hij verblijft mogelijk in een vakantiekolonie. De tekst luidt:
Lieve Ouders,
Wat vond ik het prettig dat U zondag (dat is 29 maart geweest) zoo heerlijk bij mij bent geweest. Nu lieve Moe ik heb na dien tijd weer prettig verder gespeeld. Wat hebben wij nu prachtig weer iedere dag gaan wij naar het bosch en spelen daar dan de geheele dag naar hartelust. Mijn broekje is mij erg nou en de pijpen wat te kort. Maar ik draag het toch. Nu lieve Moeder en Vader ik hoop dat het met U allen ook goed gaat. Verder veel zoentjes en groeten van afzender: Trein 8.28 Hendrik
Niet zo leuk, als je broekje te strak zit en dapper en aandoenlijk is dat ‘maar ik draag het toch’, al had hij wellicht geen andere keus. Of gaf de schrijver een ongevraagd advies aan de ouders?
Op negen april schrijft Hendrik:
Lieve Ouders, Hiermede wil ik U berichten dat ik het best maak en hoop dat dit bij U ook het geval is. Ik heb ik hier nog best naar mijn zin en kan lief met de kinderen spelen. Mijn wangen zijn al weer dikker geworden dan toen u mij een bezoek heb gebracht. Nu lieve Moeder, Vader en broertjes ontvang vele zoentjes van Uw liefhebbend zoontje Hendrik. Wil U voor mij kousen oversturen daar ik maar 1 paar heb dag Moe, Hendrik
Afz. Hendrik tr. 8.28 Soest
Later zal zoon Henk 26071927 vergelijkbare kaarten sturen, die dan als afzender hebben: Terrein 8.28 Petten. Hoe die overeenkomst cq. dat verschil te verklaren is, blijft onduidelijk.
Op vier augustus 1917 overlijdt Hendriks vader, nog pas 36 jaar oud. De oorzaak is me niet bekend.De overlijdensakte vermeldt dat hij broodbezorger was. Johanna zal dat werk overnemen en jonge Hendrik zal geregeld bijspringen. Hij is nog maar negen jaar en zes maanden oud.
Hoewel geregeld schoolgaan moeilijk was door het werk met de broodkar, maakt Hendrik de lagere school af. Hij doet daarna een half jaar de Grafische School en is dan ‘letterzetter en boekdrukker’, zoals in het militieregister vermeld wordt. In januari 1927 heeft hij meegedaan aan de loting voor de Nationale Militie, met lotingsnummer 3765, zoals alle jonge mannen dat in het jaar dat ze 19 werden moesten doen. Hij wordt op 21 maart 1927 weliswaar geschikt bevonden voor de militaire dienst, maar wordt ervan vrijgesteld wegens broederdienst: Karel en Christiaan waren hem al voorgegaan en de derde zoon kreeg automatisch vrijstelling.*naar later blijkt, had ook Christiaan al vrijstelling verkregen wegens broederdienst
De vrijstelling van militaire dienst, op 21 maart 1927, moet een hele opluchting voor hem geweest zijn. Een paar maanden daarvoor, op 2 februari, was hij getrouwd met Johanna Wilhelmina Loo27031909 die toen drie maanden zwanger van hem was. Hij is dan 19, zij 17 jaar oud.
Ze gaan, twee weken na het huwelijk, op 17 februari, wonen in de Haarlemmer Houttuinen nr. 72,2 hoog achter. Daar moet, ruim 4 maanden later, zoon Hendrik26061927 geboren zijn. Op 11 oktober 1927 verhuizen ze naar de Houtrijkstraat 39 I hoog achter en na drie en een halve maand, op 30 januari 1928, naar de Grote Bickersstraat 31, op de hoek met de Minnemoersstraat en schuin tegenover Hendriks moeder die nog op nr. 28 woont. Op 26 juni 1928, op zijn eerste verjaardag dus, wordt zoon Hendrik26061927 uitgeschreven van het adres Gr. Bickersstraat 31; hij is gegaan naar Hendrik07081880 i.c. Johanna, zijn grootmoeder op nr. 28. De veronderstelde reden is, dat Johanna met haar epilepsie de situatie met het jonge kind niet aankon. De gezinskaart vermeldt niet dat hij weer is teruggekeerd in het gezin van Hendrik en Johanna. Hij wordt pas weer bijgeschreven in juli 1936 en dat is kort na het tweede huwelijk van Hendrik. Zie hiervoor verderop.
Op 2 februari 1929 wordt Johanna uitgeschreven van het adres Gr. Bickersstraat 31 en gaat naar Nicolaas Loo. Hendrik wordt op diezelfde datum ingeschreven op de gezinskaart van zijn moeder. Waarom de twee tijdelijk uit elkaar gingen, is niet duidelijk. Waarschijnlijk had ook nu Johanna’s epilepsie ermee te maken. In de periode dat ze gescheiden wonen, is er zeker contact geweest, gegeven Johanna’s zwangerschap vanaf ongeveer mei 1929. Ruim een maand nadat Hendrik bij zijn moeder werd ingeschreven, op 8 april 1929, verhuist hij naar de Vinkenstraat 83 2 hoog voor. Daar komt Johanna op 4 oktober ook wonen. Dat is de datum waarop Nicolaas Loo verhuist van de Jac. Van Lennepkade 360 naar Jac. Van Lennepkade 277. Zou Johanna ook bij Hendrik zijn gaan wonen, als die verhuizing van haar ouders er niet geweest was? Johanna is ongeveer vijf maanden zwanger, als ze in de Vinkenstraat komt wonen. Zij en Hendrik zijn dan 8 maanden uiteen geweest. En zoon Hendrik, waar heeft die verbleven, bij zijn moeder en haar ouders? Hij staat sinds 26 juni 1928 ingeschreven op het adres van Johanna Koster, zijn grootmoeder van vaders kant. Daar dus? Tja, waarschijnlijk wel.
Op 22 januari 1930 wordt dochter Johanna Wilhelmina geboren. Van 19 april 1930 tot 22 januari 1931 wonen Hendrik en Johanna in de Borgerstraat 224, 2 hoog, in de Kinkerbuurt. M.i.v 13 juni 1930 staat ook Johanna Koster op dat adres ingeschreven. In die periode is Johanna Wilhelmina opgenomen geweest in het gasthuis voor Vallende Ziekte aan de Overtoom. Dat blijkt uit een ansichtkaart die aan haar gericht is, gedateerd op 21 juli 1930 en met als afzenders Henk, Henkie, Annie (de vrouw van Johanna’s broer Hendrik) en Moeder. Woonde Johanna Koster bij Hendrik en Johanna om voor de kinderen te kunnen zorgen? Op de datum van de ansichtkaart woonde Johanna Koster niet meer bij zoon Hendrik, maar bij Nicolaas Loo op de Jacob van Lennepkade. Het is niet duidelijk wat daarvan de reden was.
Vanaf januari 1931 wonen Hendrik en Johanna in de Nieuwe Leliestraat 72, in de Jordaan.
Dan overlijdt op zondag 22 maart 1931, volgens de gezinskaart in het bg. = Binnen Gasthuis, Johanna Wilhelmina, naar verluidt doordat ze tegen een tram was aangelopen. Maar het kan natuurlijk ook dat ze op een ongelukkig moment en op een al even ongelukkige plek een epileptische aanval heeft gehad en dat daardoor een ongeval met de tram plaats vond. Eigenlijk is dat veel waarschijnlijker.
Hendrik blijft achter met twee heel jonge kinderen. Zij gaan, gescheiden, bij de grootouders wonen. Hendrik bij ‘opoe’ Johanna Koster, Johanna bij ‘Moeder’ Johanna Waagmeester en Nicolaas Loo. ‘Opoe’ en ‘Moeder’ zijn de aanduidingen die Henk en Jopie later in brieven gebruiken. Vader Henk woont officieel nog tot juli in de Nieuwe Leliestraat
Van 20 juli 1931 tot 9 december 1932 woont Hendrik bij zijn schoonouders op de Jacob van Lennepkade 360. Vanaf die laatste datum bij zijn moeder, van 26 juni 1933 tot 25 oktober 1935 weer bij zijn schoonouders. Daarna weer bij zijn moeder. Waarschijnlijk bleef Hendrik26061927 bij grootmoeder Johanna Koster als zijn vader, Hendrik16011908,. naar Nicolaas Loo ging. Dat laatste is in overeenstemming met mijn niet al te betrouwbare herinnering aan wat wel eens suggererenderwijs verteld werd en wat ik dus heel goed verkeerd kan hebben begrepen of onthouden.
En bleef Johanna dan bij de grootouders Loo? Dat is wel heel waarschijnlijk.
Op 30 januari 1935 wordt Johanna, ‘kleindochter’ zegt de gezinskaart, net vijf jaar oud, op de gezinskaart van Nicolaas Loo bijgeschreven. Mijn herinnering zegt me dat de grootouders Loo zich wel over Johanna wilden ontfermen, maar als voorwaarde stelden dat zij het kind zouden begeleiden tot het volwassen was. Hendrik mocht het niet bij hen weghalen als hij ooit zou hertrouwen. Misschien vertelt de overschrijvingsdatum van 1 januari 1935 ons dit. Hendrik had toen mogelijk al verkering met zijn aanstaande tweede echtgenote, met wie hij in mei 1936 trouwde.
Zoon Hendrik26061927 is al op 26 juni 1928 ingeschreven bij Hendrik 07081880 cq. Johanna Koster. Waarom toch zo vroeg al? Was de ziekte van de moeder een zodanig beperking dat ze niet voor het kind kon zorgen of dat dit riskant was?
Hendrik moet zich in de jaren na de dood van Johanna toch ontheemd en verscheurd gevoeld hebben. Geen eigen huis, zijn kinderen op verschillende adressen, waar hij, als hij er ‘logeert’ niet echt de vaderlijke zeggenschap over de kinderen heeft. Het is onbekend of hij in die jaren werk had. We schrijven per slot de jaren ’30. Maar een wekelijkse voetbalwedstrijd zat er mogelijk nog wel in. Op 21 oktober 1935 schrijft zijn zoon Hendrik vanuit een kindervakantiekolonie in Petten daarover.
Op de Nieuwe Teertuinen 5 3 hoog achter trekken eind juli 1932 nieuwe bewoners in. Hendrik behangt er voor hen en ontmoet zo Martha, de dochter van Baukje, de nieuwe hoofdbewoonster. Hoe Hendrik aan het klusje kwam, is niet bekend, maar hij kwam oorspronkelijk uit de buurt. Hij krijgt verkering met Martha en ze hebben waarschijnlijk een gelukkige verkeringstijd gehad.
Op 6 mei 1936 trouwen ze. Ze gaan wonen in J.M.Kemperstraat 40 2hoog.
Op het adres J.M.Kemperstraat 40, 2 hoog wordt op 5 februari 1937 zoon Cornelis geboren. Op 14 juli van dat jaar verhuizen Hendrik en Martha naar de Van Beuningenstraat 171. In die straat komt op 27 juli ook Baukje wonen, op nr. 167. Op 30 september 1938 betrekken Henk en Martha de woning in de Bentinckstraat op nr. 29, 2 hoog.
In het vroege voorjaar van 1939 heeft Hendrik werk in Helmond, waar hij ook een tijdelijk verblijf heeft. Hij huurt een kamer bij Kerkhof aan de Eikendreef. Martha heeft grote moeite met Hendriks afwezigheid. Als ze de zorg voor ‘Henkie’ niet had, dan had ze geen reden om te leven, schrijft ze in een van haar brieven aan Hendrik. Blijkens die brieven houdt ze veel van hem en ze geeft aan haar liefde uitdrukking op een wijze die sterk doet denken aan die van de Tesselse Aagje Luijtsen aan haar stuurman bij de VOC ‘Kikkertje lief’. Ze spant zich ook in om voor Hendrik werk te regelen. Hij heeft gesolliciteerd, maar zij maakt de afspraken met de nieuwe werkgever. Het loon is wat minder dan wat Hendrik in Helmond verdient, maar als de lasten van huisvesting en reizen wegvallen, scheelt het weinig.
Op 5 mei 1939 wordt dochter Maria Adella geboren. Haar sterren staan niet zo goed, 1939 is niet zo’n beste tijd.
Het gezin van Hendrik en Martha gaat moeilijke jaren tegemoet.
14-03 Gesteund door Hitler verklaren Slowaakse separatisten zich onafhankelijk van Tjechië. Slowakije wordt een vazalstaat van nazi-Duitsland.
15-03 Duitse troepen bezetten Praag. Tsjechië wordt geannexeerd door het Derde Rijk en benoemd tot het Protectoraat Bohemen en Moravië. Slowakije had zich eerder al vrijwillig aangesloten.
28-03 Einde Spaanse Burgeroorlog, generaal Francisco Franco verovert Madrid.
06-05 Op het vliegveld Lakehurst bij New York raakt de zeppelin Graf Hindenburg in brand, 46 doden. Eind gebruik zeppelins in de burgerluchtvaart.
04-06 Het schip St. Louis, met aan boord 963 duitsjoodse vluchtelingen wordt toestemming geweigerd te landen in de VS. Na de gedwongen terugkeer zullen de meeste passagiers sterven in een concentratiekamp.
23-08 Nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie tekenen een niet-aanvalsverdrag
01-09 Invasie van Nazi-Duitse troepen in Polen. Dit is de aanleiding tot de Tweede Wereldoorlog.
19-12 De bemanning van de nazi-Duitse kruiser 'De Graf Spee' laat het schip voor de kust van Noorwegen zinken uit angst dat het in handen valt van de vijand.
Bron: http://www.beleven.org/vandaagdedag/jaaroverzicht/1939
Voor meer: http://www.indiana.edu/~league/1939.htm
Dan breekt de oorlog uit. Er zijn slechts enkele bronnen waaruit enigszins valt op te maken hoe hun leven er in de periode tussen 1940 en 1945 uitzag. Hendrik komt voor op een Duitse lijst van ‘tewerkgestelden’, een ‘Transportliste’ van 9 november 1942. Hij wordt Feindreher genoemd, machinebankwerker en dat voor de letterzetter en boekdrukker. Hij heeft er waarschijnlijk een opleiding voor gekregen. In een politierapport uit oktober 1942 wordt vermeld dat Hendrik aangifte doet van ontvreemding van zijn persoonsbewijs op de tiende van die maand ‘vanuit zijn kleeding hangende in de ambachtschool aan de Meeuwenlaan alhier.’ Hij wordt dan bankwerker genoemd. Werd hij bijgeschoold in die ambachtschool tot bankwerker t.b.v. zijn tewerkstelling in Duitsland? Daar lijkt het op. Hij heeft mogelijk geprobeerd aan de uitzending te ontkomen door zijn persoonsbewijs ‘kwijt’ te raken. 10 oktober-9 november.. Als dat zo is, dan heeft het niet mogen baten. Hij is op transport gezet en tewerk gesteld in de vliegtuigfabrieken van Heinkel in Rostock aan de Oostzeekust.. Voor een reis naar het buitenland had je natuurlijk een paspoort nodig. Wat een rare gedachtenkronkel van de bezetter. Hij heeft de macht en kan mensen dwingen, maar tegelijk handhaaft hij de regels van geordende nabuurstaten. Enfin, Hendrik heeft een paspoort aangevraagd en zoals blijkt uit de vermelding van het nummer ervan op die Transportliste heeft hij het ook gekregen. Hij is, ik volg nu mijn herinnering, twee keer ‘uitgezonden’ geweest. Na de eerste of de tweede keer heeft hij geprobeerd om door automutilatie (met caustric soda brandde hij een wond/wonden in zijn been) daarvoor ongeschikt te geraken. Dat had slechts tijdelijk succes, de controlerende arts had de poging tot bedrog door. Het lukte Hendrik wel om, daarbij geholpen door een bevriend contact, zijn persoonsgegevens uit de Duitse administratie te krijgen. Hij moest daarvoor wel naar het gebouw Atlanta aan het Leidsebosje/ Stadhouderskade. Dat moet een spannende onderneming geweest zijn. Ik mocht mee, wandelen vanaf de Bentinckstraat in oud-west naar het Leidsebosje. Ik was de hele weg erg zenuwachtig, terwijl ik niet wist wat er aan de hand was. Ik was een jaar of zes. Ik moet zijn spanning door met hem hand in hand te lopen gevòeld hebben. Terwijl hij ter plekke deed wat hij moest doen, speelde ik met de paternosterlift. Ook heel spannend, als die door de bocht knarste bij het binnengaan van de kelders. Hendrik is daarna niet meer ‘tewerkgesteld’.
Hendrik en Martha boden tijdens de oorlog onderdak aan Joodse onderduikers. De meeste Joden zijn in Amsterdam weggehaald tussen juli 1942 en oktober 1943. Gedurende de laatste maanden van 1942 en de eerste van 1943 was Hendrik afwezig. Het moet dus in de loop van de zomer van 1943 geweest zijn dat Hendrik en Martha hun gasten in huis haalden. Het eerste paar, of dat echtgenoten waren weet ik niet, gedroeg zich zo riskant dat Hendrik en Martha ze gevraagd hebben een ander adres te zoeken. Daarna kwamen een broer en zus met hun moeder. De zus heette Edith, de naam van de man ben ik vergeten. De moeder overleed voor het eind van de oorlog, de broer en zus zijn tot het eind van de oorlog gebleven. Ik herinner me kerstmis 1944, midden in de hongerwinter dus. Dat was de tijd dat er suikerbieten op een noodkacheltje gekookt werden, tulpenbollen gepoft in het fornuis en het voor een jongetje van zeven een hele klus was om een defect verduisteringsgordijn van ver boven zijn hoofd naar beneden te krijgen. De broer van Edith had die kerstmis voor de kinderen een poppenkast gemaakt en wijdde de kast in met een eigen voorstelling. Dat was feest. Met oudejaar klonk de hele avond het lied ‘Es geht alles vorüber’ uit de radio, af en toe onderbroken door een toespraak van Max Blokzijl* die met zijn stentorstem de kerstboomlampjes die hun voeding via de radio kregen fel deed branden. Edith en haar broer kwamen de oorlog door en heropenden al snel erna hun confectieatelier aan de Heerengracht 40. Martha mocht daar als strijkster komen werken en als ‘Corrie’en ‘Ietje’ vrij van school waren, mochten ze mee en vermaakten ze zich met op de achterplaats op daar slordig neer gegooide pallets te spelen en met het verzamelen van daar rondslingerende elastieken waarmee een stuiterbal gemaakt kon worden.
*(http://www.geschiedenis24.nl/nieuws/2010/februari/Max-Blokzijl-stem-van-het-Nationaal-Socialisme.html)
(daar wordt gezegd dat de pagina niet meer bestaat; tik in de zoekbalk Max Blokzijl.)
Volgens de gezinskaart van Hendrik behoorde zoon Hendrik26061927 sinds 7 mei 1936 tot zijn gezin en is hij niet uitgeschreven. In 1939 zijn de gezinskaarten vervangen door archiefkaarten (eigenlijk persoonskaarten) en op Hendriks archiefkaart staat dat Hendrik op 27 november 1946 uitgeschreven is vanwege zijn huwelijk met C.Wiggers en dat Johanna op 24 januari 1946 is uitgeschreven met als aanduiding A (waarschijnlijk van Algemeen). Dit alles zou betekenen dat Henk en Jopie toch op zijn minst enige tijd tot Hendriks gezin behoorden. Dat komt overeen met het feit dat Hendriks woningkaart van de Bentinckstraat vijf personen vermeldt plus Henk die apart is bijgeschreven.
Hendrik en Martha maken een nieuw begin. Op 28 februari 1947 wordt Hendrika Ansje geboren. Haar eerste naam verwijst zo te zien naar haar vader, maar die tweede? Martha’s vader had Ansche als tweede naam, Martha’s moeder heette Baukje Annes, Hendriks eerste vrouw en zijn eerste dochter heetten Johanna, evenals zijn moeder. Waar komt die naam Ansje vandaan?
Gedreven door hinder van burengerucht verhuist het gezin, op initiatief van Martha, op 25 januari 1949 naar Haarlem. Hendrik heeft daar werk gevonden bij een drukkerij en een huis vonden ze door woningruil. Javastraat 69. Vergeleken met de huisvesting waaraan Hendrik en Martha gewend waren een ruime huisvesting en zonder boven- of benedenburen. Het is nog de tijd van de kolenkachel, Je brûle tout l’hiver, en de kolenopslag in de schuur, maar wat later zal toch de ontwikkeling van het mechanisch de was doen beginnen. Eerst met de stok en de klok, wat later met de Hooverwasmachine en er komt radio in huis, ter vervanging van het distributiesysteem, met de komst waarvan Martha in 1949 nog zo blij geweest was. Ze heeft werkhuizen en doet, als in vooroorlogse tijden haar moeder, soms twee huishoudingen op een dag en dan bij thuiskomst snel die van zichzelf. Hendrik kan in het Haarlemse niet zo goed aarden. De kans doet zich voor om bij het dagblad de Waarheid te gaan werken. Hendrik heeft tijdens zijn tewerkstelling in Duitsland sterke sympathie opgevat voor het communisme. Hij grijpt zijn kans meteen. Dagelijks reist hij heen en weer naar Felix Meritis* in Amsterdam.
*Nadat het genootschap(Felix Meritis) in 1888 werd ontbonden nam drukkerij Holdert & Co het pand over, en groeide uit tot een van Amsterdams grootste drukkerijen. In 1932 werd een deel van het gebouw verwoest door brand. Na de Tweede Wereldoorlog, van 1947 tot 1981, had de CPN haar hoofdkantoor in het pand en rolde het dagblad De Waarheid er aan de achterkant van het gebouw op de Prinsengracht van de persen. De administratie en de redactie van De Waarheid hadden ook hun kantoren in het gebouw en dat was eveneens het geval met de vestiging van de afdeling Amsterdam van de CPN. In de jaren vijftig stond Felix Meritis symbool voor het communisme in Nederland Dit beeld is verankerd in het collectieve geheugen sinds de bestorming van het gebouw op 4 november 1956 als reactie op de Russische inval in Hongarije. (http://nl.wikipedia.org/wiki/Felix_Meritis#Roemruchte_geschiedenis)
In mei/juni 1958 mag hij vanwege de partij een reisje naar Oost-Duitsland maken. Zou hij onder de indruk geweest zijn van wat het communistisch regime daar bereikt had? Hij zag waarschijnlijk alleen wat hem toegestaan werd te zien.
Hij is een poosje ‘overwerkt’. Of waren de symptomen al die van de ziekte waaraan hij later overleed. Een korte vakantie op Tessel (?) op kosten van de werkgever moet hem daarover heen helpen.
In de nadagen van krant en partij verlaat Hendrik de krant en gaat werken bij het dagblad Trouw. Daar haalt hij zijn pensioen. Hij is dan al ziek en de directie van de krant neemt wat later daarom schriftelijk afscheid van hem.
Op 4 augustus 1974 overlijdt hij in Haarlem.
Martha overleeft hem heel lang. Haar laatste jaren verblijft ze in het Haarlemse verzorgings tehuis, het Anton Pieckhofje. Ze begint te dementeren en overlijdt uiteindelijk op 11 november 2002.
Hendrik Leibbrand | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1927 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johanna Wilhelmina Loo | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1936 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Martha de Vries |
Les données affichées n'ont aucune source.