Il est marié avec Jannigje RENES.
Ils se sont mariés le 17 décembre 1880 à Driebergen (Utrecht, The Netherlands), il avait 21 ans.
Enfant(s):
Op 7 mei 1879 ingedeeld als loteling der lichting van 1879 uit de gemeente De Bilt, Utrecht.
Lang 1 meter, 7 decimeter, 1 centimeter, aangezigt ovaal, voorhoofd hoog, ogen grijs, neus en mond gewoon, kin rond, haar en wenkbrauwen blond. Merkbare tekenen: geen.
Bron: De Biltse Grift - september 1997 - Schippers in de Bilt door Lies Haan-Beerends.
Willem van Ekdom, zoon van Cornelis, wonende in het voormalige schippershuis aan de Dorpsstraat, diende in het prille begin van deze eeuw een verzoek in voor de verbouwing van een schuur, gelegen achter zijn huis. Die schuur zou als bergplaats voor brandstoffen dienst moeten gaan doen. De bouwvergunning werd hem 26 februari 1902 verleend. Dat Willem toen het schippersvak beoefende bleek niet alleen uit de bouwaanvrage, maar ook uit een rekening, gezonden aan het schildersbedrijf van de weduwe H.J.Nieuwenhuis d.d. 21 maart 1903. Een vat â¨chemisch zuiver Hollandsch loodwitâÆ werd van
Utrecht naar De Bilt per schip vervoerd door Willem van Ekdom.
Willem ondervond in die periode concurrentie van andere middelen van transport, zo bleek uit andere
rekeningen. Een vaatje â¨Engels ZwartâÆ van 25 kilo werd in dat jaar per boot vervoerd van Rotterdam naar
Utrecht en werd vanuit Utrecht door bode Dazelaar bij de Wed. Nieuwenhuis afgeleverd. Een bus
â¨belegen dunne standolie â¨, eveneens per schuit van Rotterdam naar Utrecht vervoerd, werd per tram in De Bilt bezorgd.
Willem was in die tijd geen fulltime schipper meer. Hij was zich ook met de brandstoffenhandel bezig gaan houden. Eerst was dat voornamelijk turf, per schip uit Vinkeveen aangevoerd, later kwam daar ook
steenkool bij. Wasserij De Sneeuwbal, gevestigd aan de Bunnikseweg, was daar bijvoorbeeld een van de afnemers van. Al kwamen er dan andere middelen van vervoer in zwang, toch waren er nog meerdere schippers in die tijd in het dorp woonachtig. In het adres boek van de gemeente De Bilt d.d. 1 april 1909
stond niet alleen W. van Ekdom sr. als schipper vermeld, maar ook W. van Ekdom Jr., H. en T. Hazekamp, J. en L.v.d.Horst, C.du Maine en W.Smit. Bovendien waren W. Kramer en H.Verkuil als schippersknecht in het adresboek opgenomen. Deze laatsten zouden volgens de heer A. van Ekdom jr. voor de familie van Ekdom gevaren hebben. Hij vertelde ook, dat de familie Ekdom in die jaren meubilair vervoerde voor
baron van Van Boetzelaer, volgens het bovengenoemd adresboek wonende in â¨Huize HoudringeâÆ. De baron was ·Äòs zomers in Scheveningen woonachtig. De wintermaanden bracht hij in De Bilt door. Tweemaal per jaar werd een deel van zijn bezittingen heen en weer gevaren. In het gemeenteverslag over 1905 was er betreffende het vervoer te water voor het eerstsprake van een â¨pakschuitendienst op AmsterdamâÆ. De firma C.(van) Ekdom uit Zeist had in die tijd de beschikking over motorschuiten, iets wat
het vervoer over langere afstanden mogelijk maakte.
Voor het personenvervoer had in 1909 de paardentram moeten wijken voor de elektrische tram. In 1912 was er betreffende het vervoer van goederen voor het eerst sprake van â¨boden en vrachtauto·ÄòsâÆ.
In het gemeenteverslag over 1927 stond pas vermeld, dat er â¨geen beurtschepenâÆ aanwezig waren en in het verslag over 1931 stond te lezen, dat de â¨motorbootdienst van Zeist naar Amsterdam door de Biltse Grift gingâÆ.
Het onderschrift, behorende bij een foto opgenomen in het tijdschrift Utrecht in woord en beeld d.d. 7 oktober 1927 vertelt ons dat de schippers in die tijd zand vervoerden: â¨Bij het oude sluisje rusten/In het water schepen zand./ En de schippers staan te pruimen/En te praten aan den kant.âÆ
Al werd het pad langs de Biltse Grift dan jaagpad genoemd, de schippers waren in die dagen nog niet gehaast bezig. Zij boomden rustig voort. Het verkeer raasde inmiddels wel over de weg. Niet alleen personenauto·Äòs, maar ook vrachtwagens, bussen en trams denderden door de Dorpsstraat. Daardoor uiteraard veel overlast bezorgend. Daarom werd het verkeer in de dertiger jaren door de aanleg van een rondweg buiten het dorp omgeleid. De oude losplaats aan de Bunnikseweg kwam daardoor te vervallen. Wel werd er in 1934 nog een nieuwe losplaats aangelegd bij de Jacobssteeg. Deze heeft echter maar korte tijd dienst gedaan.
In het adresboek van De Bilt en Bilthoven van 1937 stond C. van Ekdom, wonende Utrechtscheweg 277 nog als schipper aangemerkt, evenals W.van Ekdom jr., die op de Hessenweg woonachtig was. Diverse mensen bleken het beroep van â¨voermanâÆ uit te oefenen. A.Ekdom was brandstoffenhandelaar, wonende op de Rembrandtlaan en J.Ekdom schilder, gevestigd aan de Leijenscheweg. Opgemerkt zij, dat de familie Ekdom het voorvoegsel â¨vanâÆ, behorend bij hun achternaam, in de loop der jaren kennelijk was
kwijt geraakt.
De heer A.Ekdom jr., zoon van de brandstoffenhandelaar en kleinzoon van W.Ekdom sr., vertelde dat hij in de oorlogsjaren als jong maatje meevoer op schuiten van zijn vader en ooms Willem en Cornelis. Behalve brandstoffen, zand en grind werden er vaten bier vervoerd, komende uit Amsterdam van de
Amstel- en de Heinekenbrouwerijen. Ook zakken suiker van de Amsterdamse suikerfabriek Wester behoorden tot de te vervoeren vracht. Kort na de oorlog was het echter met het schippersvak gedaan. Het wegtransport nam het vervoer over. De firma Ekdom uit Zeist nam in 1949 de laatste boot uit de vaart. Sindsdien zijn er geen schippers meer in de Biltse Grift te zien.
Willem EKDOM | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1880 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jannigje RENES |
Les données affichées n'ont aucune source.