(1) Il est marié avec Aleijt Stockelmans.
Ils se sont mariés
Enfant(s):
(2) Il est marié avec Gerritken Swolfs.
Ils se sont mariés
BP 1254 (Best) okt.1484-sept. 1485 folio 47 r
Gijsbrecht Janss Quants (bezitter van het huis "Morselaer"in Arle)
Inv. nr. 122A, 1466, 71
Verschenen zijn Hendrick en Gijsbrecht, broers en kinderen van wijlen Jan Quants en erder Aleijt weduwe van genoemde Jan Quants en verder Lisbet..........
================== 290=======================
Geritken weduwe van Jan Quants uit het tweede huwelijk, met Heijmerick Claes Scepens als haar voogd, doet afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake een huis, tuin, grond etc. samen aan elkaar gelegen, te Oirschot herdgang Aerle, genoemd Dmaerselaer, b.p. Henrick van den Maerselaer en zijn kinderen, de gemeijnte genoemd 't Piekenveld, de erfgenamen van heer Thomaes van den Snepschuet, Jacop Philips van den Schoot, de gemeenschappelijke straat. Ze doet er nu afstand van ten behoeve van Henrik Jan Quants uit het eerste huwelijk van Jan Quants en ten behoeve van Beelken en Aleijt wettige kinderen van wijlen genoemde Jan Quants en van Geritken uit diens tweede huwelijk, elk voor een derde deel, volgens een minnelijke overeeenkomst daarover en huwelijkse voorwaarden destijds, die zoals ze zeiden daarover zijn gemaakt. Datum 21 november 1542, getuigen Esch, Cort, Peter en Jan Goessens.
================== 291=======================
94-v)
=================321=======================
Jan Gijsbrecht Quants heeft voor ons verklaard dat hij van het bezit dat was ingebracht door Gerit zijn wettige vrouw en dochter van wijlen Henrick Swolfs, zoveel heeft verkocht gehad
93-r)
dat hij daarmee aan Claes Adriaen Smollers als man van Lisbeth dochter van genoemde Gijsbrecht Quants die erbij aanwezig is, 80 gouden guldens heeft betaald en daarmee deze Claes heeft uitgekocht uit diens vaders bezit. Daarmee zal volgens het recht, zijn voorzoon Henrick verkregen bij zijn eerste vrouw Aleijt dochter van wijlen Henrick Stockelmans na zijn dood en die van zijn vrouw zolang niet mogen meeparten, totdat zijn nakinderen ook deze 80 gulden vooruit zullen hebben gehad of de waarde ervan in ander bezit. Datum 13 december 1530, getuigen Schoet, Cort en Hoppenbrouwer.
Henrick zoon wijlen Jan Quants verwekt bij deze Jan Quants en bij diens eerste vrouw Aleijt, verder Jan wettige zoon van Jan van Kerckoerle, als wettige man van Beelken, nog Henrick Rutgers van der Vlueten als wettige man van Aleijt, beiden wettige dochters van wijlen genoemde Jan Quants verwekt bij Geritken diens tweede vrouw, hebben met elkaar een boedelverdeling gemaakt inzake het bezit dat ze hebben geerfd van wijlen hun vader Jan waarvan Geritken in de vorige akte afstand van haar recht van vruchtgebruik heeft gedaan.
Henrick Jan Quants krijgt een akker genoemd de Streepe en de Grote Dries samen aan elkaar gelegen, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. de gemeijnte genoemde 't Piekenveld, Jan van Kerckoerle waarvan het is afgedeeld, Jacop Philips van den Schoet, de gemeenschappelijke straat. Verder krijgt hij het middelste deel van een akker genoemd de Groot Ecker met recht van overpad over het perceel van genoemde Jan en Henrick, zoals dat is afgepaald en ongeveer ter zelfder plaatse als hiervoor is gelegen, b.p. aan de oostkant Jan van Kerckoerle, Henrick van der Vleuten, van welk beide erven het is afgedeeld, de erfgenamen van heer Thomaes van den Snepschuet. Verder krijgt hij de betimmering ( bouwsels ) van de poort en de schaapskooi, die afgebroken zullen moeten worden. Hieruit moet jaarlijks 2 en een halve gulden worden betaald in Den Bosch aan een nonnenklooster achter de Tolbrug aldaar.
Les données affichées n'ont aucune source.