(1) Il est marié avec Ermentrude der Karolingen (later abdissin van Hasnon en Oostervant).
Ils se sont mariés.
Enfant(s):
(2) Il est marié avec Judith Martel der Karolingen.
Ils se sont mariés en l'an 862, il avait 27 ans.
Enfant(s):
had Judit rond Kerstmis 861 in Senlis ontvoerd.
Om uit de klauwen van haar woedende vader te blijven zwerven ze een tijdje in Europa rond en schuilden ze tot in oktober bij haar oom LothariusI.
Uiteindelijk vluchten ze op bedevaart naar Rome en door tussenkomst vande paus treden ze officieel in het huwelijk in Auxerre. Ook het feit dat Boudewijn zich dreigde aan te sluiten bij de vikingen die de lage landenonveilig maakten, deed Karel de kale van gedacht veranderen.
Hij maakte Boudewijn leenheer van enkel gouwen.
Daaruit is later het Graafschap Vlaanderen ontstaan. Op dat ogenblik wasde regio een vrij arm overstromingsgebied en werd het geteisterd door invallen van Vikingen.
Hij was de zoon van Odakar III van de Morinen (ook Audacrus, Odocrus, Audacer, Odoscer "van Laon" genoemd).
Over Boudewijn I is weinig overgeleverd. Er wordt wel aangenomen dat hijde eerste graaf van Vlaanderen zou zijn.
Hij was een bekwaam militair leider, die een halt wist toe te roepen aande invallen van de Noormannen. Boudewijn bouwde onder meer burchten te Gent en Brugge.
Boudewijn I trouwde op 13 december 862 met Judith van West-Francië, dochter van Karel de Kale, West-Frankisch koning van 840 tot 877, en van Ermentrudis van Orléans, nadat hij haar in Senlis rond Kerstmis 861 had geschaakt.
Ze vluchtten naar het Lotharingen en van daar naar Rome.
Na twee jaar briefwisseling met de woedende vader kwam de verzoening er via een huwelijk te Auxerre.
Het graafschap Vlaanderen (een aantal gouwen langsheen de Noordzeekust) was waarschijnlijk een huwelijksgeschenk.
Karel de Kale wist hiermee zijn noordelijke grenzen te beveiligen.
Boudewijn zou uiteindelijk de grondlegger worden van een grafelijke dynastie die gedurende meer dan 500 jaar Vlaanderen zal bezitten en regeren.
Het Vlaanderen waarvan Boudewijn I graaf was, had nog niet zo veel om het lijf; het beperkte zich tot een viertal stadjes met hun omgevende land (de pagus Flandrensis): Torhout, Gistel, Oudenburg en Brugge.
Gent had vanaf de zevende eeuw twee grote abdijen (Sint-Baafs 625-650 en Sint-Pieters, na 650) die mee de stad hielpen vormen. De stad moet rond 800 zo belangrijk geweest zijn dat Lodewijk de Vrome, zoon van Karel de Grote, Einhard tot abt van beide abdijen benoemt. Einhard was de biograaf van Karel de Grote.
In 851-852 en opnieuw tussen 879 en 883 verwoestten de Vikingen de stad en vestigden zich lange tijd aan de Schelde (ter hoogte van huidig Duivelsteen, Sint-Baafs, Biezekapelstraat, Wijdenaard). Kort daarna, aan het einde van de negende eeuw werd een castrum opgericht door Boudewijn II de Kale op de plaats van het huidige Gravensteen.
Boudewijn I (IJzeren Arm) van Vlaanderen (Graaf van Vlaanderen, Gouwgraaf in West Frankrijk) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 862 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Judith Martel der Karolingen |
Les données affichées n'ont aucune source.