Il est marié avec Jantje Leijenaar.
Ils se sont mariés le 19 novembre 1885 à Harlingen, Nederland , il avait 26 ans.
Enfant(s):
Rommert is op woensdag 26 februari 1913 gedaagde voor de arrondissementsrechtbank in Leeuwarden wegens mishandeling en werd veroordeeld tot een boete van fl. 25,- subs. 25 dagen hechtenis.Uit de getuigenverklaring van het slachtoffer, Simon Lenger 64 jaar bootwerker in Harlingen wonende: op vrijdagavond 6 December 1912 ging ik ±10 uur langs de Noorderhaven in Harlingen, waar ik de beklaagde ontmoette die tot mij zeide: "zoo oude Judas tref ik je hier" waarop ik hem vroeg of hij den verkeerden niet voor had. Hij antwoordde: "neen oude Judas" en gaf mij vervolgens opzettelijk met geweld een slag boven mijn rechter oog, waarop ik achterover op de grond sloeg. Ik ben in de .... geraakt. Tichelaar was zoutweger bij de firma Harmens en mijn zoon heeft tengevolge zijn afwezig blijven met de andere leden van de ploeg een tijdlang om moeten loopen. Ik heb mijn zoon toen aangeraden om een gulden schadevergoeding te vragen. Zulks had plaats gevonden op 4 December 1912. Naar ik hoor heeft beklaagde ƒ 3,50 schadevergoeding aan den omloopers moeten betalen. Wat de echte reden voor deze kloppartij is geweest kwam niet uit de stukken naar voren. Rommert heeft de boete betaald.
Rommert is op woensdag 21 september 1898 gedaagde voor de arrondissementsrechtbank in Leeuwarden wegens mishandeling en werd veroordeeld tot een boete van fl. 3,- subs. drie dagen hechtenis.Op enig moment had Aukje Faber, gehuwd met Dirk van Sijst inkopen gedaan in de winkel van Rommert. Omdat Rommert bij het teruggeven van geld niet kon wisselen, bleef Aukje hem nog 3½ cent schuldig. Zij zei toen dat ze nog even spek moest kopen en dat zij dan wel geld zou wisselen en dat zou brengen. Kennelijk duurde dat Rommert te lang, want toen hij Aukje later tegenkwam vroeg hij haar in het openbaar en weinig subtiel (want zo was hij nu eenmaal, het zit nog steeds in de familie.....) of zij al spek had gekocht. Diezelfde dag kwam Aukje in de winkel en smeet een gulden op de toonbank om daarmee haar schuld van 3½ cent te voldoen. Rommert gaf haar geld terug, waarna een woordenwisseling en een handgemeen ontstonden. Rommert duwde Aukje met een boodschappenmand van zich af die Aukje hem vervolgens ontfutselde en tegen een stapel klompen in de winkel smeet. Hierna kwam Rommert kwaad achter zijn toonbank vandaan, greep Aukje bij de arm, zette haar op straat op en sloeg haar enige malen voor het hoofd. Rommert heeft de boete betaald.
Rommert Tjerks Tigchelaar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1885 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jantje Leijenaar |
Les données affichées n'ont aucune source.