In de Hoef onder Geerestein.
(1) Il est marié avec Grietje Gerrits de Cruijf.
Ils se sont mariés
Enfant(s):
(2) Il est marié avec NN NN.
Ils se sont mariés
Enfant(s):
Het verband tussen deze families en het gebied ten zuiden van Woudenberg dat de Wetering heet, is niet aangetoond. Het is (nog) onbekend waar de familienaam vandaan komt.
In 1653 wordt Aelt Jansz genoemd in het Slaperdijkgeld. Dat is op de boerderij de Wetering.
Cornelis Evertsz wonend Woudenberg is borg voor Aelt Jansz als mede-crediteur van Gerrichje Hessels weduwe Melchior Thonisz. (HUA, Hof van Utrecht, inv.nr 234-21-10-1670. Met dank aan Marcel Kemp).
In 1672 testeert Bart Cornelisz x Willemtjen Henricx, won. op het Heetveld te Leusden. Er is land in Leusderbroek, in de Crommestart in gebruik bij Lubbert Henricks; land aan de Steenebrugh bij Woudenbergh; erf aan het Heetveld waar zij nu woont en waarvan zij voor 't huwelijk de helft bezat; in de Engh (gekocht van Dirck Janszn.); camp land in Suyrbroeck. Erfgenamen van Bart: Theunitge Cornelis, wed. van Willem Jans (zuster van Bart), voor 1/3 part; de kinderen van Jan Cornelis (zijn overleden broer), voor 1/3 part; de kinderen van Thimon Cornelis (zijn overleden broer), voor 1/3 part. Ingeval vooroverlijden van Theunitge Cornelis, dan gaat dit deel naar zijn broeders en zusters kinderen in gelijke porties. (Er wordt nog een Gerrit Corneliszn. genoemd, broer van Bart (mede-erfgenaam). Erfgenamen van Willemtge Henricx, weduwe van Gerrit Henricx Cruyff: Grietge Gerritsdr, huysvrouw van Aelt Janszn, of haar kinderen moeten eerst f 400,- inbrengen, zoals Grietge bij haar huwelijk heeft genoten. Secluderen de weeskamer etc. Octrooi: 16-01-1649, not. Derck Matheus (GA Amersfoort, Not. A. v. Brinckesteyn AT015a001 fol. 42; 23-01-1672).
In 1673 testeert Willemtgen Hendrix, wed. Gerrit Henricks Cruijff, won. Amersfoort, sieck te bedde leggend. Zij legateert aan: Henrick Gerritsz den ouden en Henrick Gerritsz d'jonge; Grietgen Gerrits; Dirckgen Gerrits en Gijsbertgen Gerrits, die genoemd zijn naar haar eerste man saliger Gerrit Henricks Cruijff, ieder de som van 100 gulden. Aan haar dochters Grietgen, Dirckgen en Ghijsbertgen Gerrits al haar klederen. Trijntgen zal hebben en behouden de zilveren onderriem. (GA Amersfoort, Not. A. v. Brinckesteyn AT015a002, fol. 22vo; 23-06-1673).
Huisgezinnen Woudenberg 1675, nr. 74: Aelt Jansz met sijn vrouw en drie kinderen onmundich vier kinderen buijtenshuijs.
In 1675 testeert Willemtgen Cornelis, won. Woudenberg. Zij verklaart nietig het legaat van 500 gulden, bij codicil van 23-06-1673, aan de zonen van Henrick Gerritsz den Ouden, Henrick Gerritsz de jonge en Grietgen Gerrits, Dirckgen Gerrits en Ghijsbertgen Gerrits, kinderen van haar eerste man saliger, Gerrit Henricks. Het prelegaat betreffende de klederen blijft gehandhaafd. (GA Amersfoort, Not. A. v. Brinckesteyn AT015 a002 fol. 43; 19-11-1675).
De begrafenis van Aalt Jansz wekt veel ergernis omdat hij het heilige Oliesel ontving en dat er drie kaarsen bij zijn uitvaart zijn zijn aangestoken. Beide katholieke gebruiken, sterk veroordeeld door de gereformeerde kerkenraad van Woudenberg (Acta Kerkenraad Woudenberg; 08-08-1677). Uitgebreid verhaald in: H.M. van Woudenberg; Paepsche stoutigheden op Voskuyl en Gerestein. Klapperman nov. 1993, blz. 265, 266).
In 1676 vindt er boedelscheidingplaats van de nal. schap van Gerrit de Cruijff t.v.v. zijn vrouw Willemtgen Henricx, nu x Bart Cornelisz. De kinderen verklaren, met consent en ten overstaan van hun moeder, Willemtgen Henricx., dat enigen van hen hun vadersgoed waren betaald en dat Henrick Gerrits. op de Schans niets had genoten. Zij zijn overeengekomen om de nalatenschap van haar moeder na haar overlijden in egale portien te delen. Henrick Gerrits. in Leusderbroeck, Henrick Aerts. in de Meent en Roelof Thonis. op de Treeck, hebben ieder, als man en voogd van hun resp. huijsvrouw, 510 gulden genoten (samen 1530 gulden). Aeltgen Jans. en Johannis Cornelis. ieder 250 gulden (samen 500 gulden), terwijl Johannis Cornelis. 80 gulden schuldig is voor een jaar pacht. De erfgenamen van Bart Cornelis. zijn schuldig met de renten 426 gulden, Gerrit Wouters. in Leusderbroeck 300 gulden in zijn erff gevestigd (samen 2836 gulden), waarvan getogen 200 gulden, welke Thomas Thomas., vleeshouwer tot Amersfoort, competeert. Zo schiet over 2636 gulden, waarvan ieders zesde part bedraagt 439 gulden 6 stuivers en 10 penningen. De terugbetaling van te veel verkregen gelden wordt geregeld (en in de kantlijn beschreven), zodat zij na het overlijden van hun moeder in gelijke portien delen. Aelt Jansz en Grietgen Gerrits, echteluijden, moeten ter zake van hun huwelijksgoed en klederen nog inbrengen 250 gulden. Grietgen, Dirckje en Ghijsbertje Gerrits zullen de klederen tot haars moeders lijf behorende, genieten. (Not. A. van Brinckesteyn AT015 a002, fol. 27; 03-09-1676).