Albada.pdf
Als priesterzoon wordt hij in 1578 gewettigd.
In 1581 / 1582 laat hij een afschrift maken van de kroniek van Ocko Scharlensis en Andreas Comelius 273 en stelt na 1607 de "me-
moria van Albadageslachte tot Poppingawier" op en maakt tevens een afschrift van de "memoria van Albadageslachte tot Goingha" van Ruurd Albada. Hij koopt in 1602 Yntahuis te Rauwerd. Hij maakt in 1618 zijn testament en bedenkt daarin de armen van Bozum. Behalve van Yntahuis is hij dan eigenaar van Klein Hani"!! te Weidum, de sate Ter Helle te Blija, land en een deel van Wobbemasate te Driesum. Wissingasate op Faarderburen te Blija en goederen in-Brabant. Zijn goed in Friesland legateert hij aan verschillende verwanten, zijn Brabantse goederen bestemt hij voor een studiebeurs; zijn neef Pybe Albada wordt zijn erfgenaam.
HvF 16705 d.d. 7-11-1601: Andries van Albada conbtra Lieuwe van Albada.
HvF 16707 d.d. 7-2-1605: Andries van Albada als erfgenaam van zijn vader Wopcke van Albada contra o.a. Sytske Albada.
Hij testeerde te Mechelen/Leeuwarden op 3-11-1618 (DDD1-231 en EEE1-409).
Andries Wopckes Albada |
Les données affichées n'ont aucune source.