(1) Il avait une relation avec Catharina Andreas Timmermans.
La relation a commencé avant le 1614 à Oirschot.
Sch. v. O. d.d. 17-03-1632==================373=======================
Onlangs is Odulphus Gerits van Cleijnenbrogel, die was gehuwd met wijlen Catharina dochter van wijlen Andries Timmermans, welke Andries Timmermans secretaris van Esch was en welke Catharina onlangs is overleden en 6 kleine kinderen heeft achtergelaten die ze bij deze Odulphus had verkregen, opnieuw gehuwd. Catharina had maar weinig bezit nagelaten dat deels afkomstig was van deze Catharina en deel door haar als huwelijksuitzet ingebracht. Odulphus heeft zich nu opnieuw in het huwelijk begeven met Maria dochter van Lenaert Lenaert Moijses, welke Maria eerder weduwe was van Henrick zoon wijlen meester Dirck Toirkens, welke Maria ook een minderjarige zoon heeft en er ook wat bezit is van wijlen haar man Henrick. Maria heeft nu ook een nakind heeft gekregen van vermelde Odulphus en er zullen er nog meer geboren worden. Daarom hebben genoemde Odulphus en Maria aan de voogden van hun respectievelijke voorkinderen verzocht om tot boedelverdeling te komen, en daarvan een inventaris te maken, om zodoende toekomstige twisten daarover te vermijden. Deze voogden, te weten Goijaert Andries Timmermans, tegenwoordig secretaris te Esch, en Henrick Gerits van Cleijnenbruegel als voogden over de minderjarige voorkinderen van genoemde Odulphus en Gerit Jan Goossens en Aert Daniels de Roij als voogden over het minderjarige voorkind van vermelde Maria, welke voogden allen als zodanig zijn aangesteld, hebben speciaal de nalatenschap van vermelde wijlen Catharina onderzocht en hebben bevondendat dat van weinig waarde was en de vermelde voorkinderen zijn allen nog klein en kosten veel. Het lijkt hen niet aangeraden om dus enige boedelafsplitsing te maken, maar dat het beter is om de kinderen eerder bij hun vader en moeder te laten, respectievelijk hun stiefmoeder en stiefvader en daarover dan een kontrakt te maken in plaats van een boedelverdeling. Daarom zijn nu voor ons schepenen verschenen de vermelde voogden geassisteerd door Lenaert Lenaert Moijses, Peter Moijses van Aelst, verder Jan meester Aert Janssen, Dielis Peters van de Venne, Jan Willems van Ostaden en Peter Gerits van Cleijnenbreugel als naaste vrienden en familie van de minderjarige voorkinderen als partij ter ener zijde en verder genoemde Odulphus met diens vrouw Maria ter andere zijde en hebben de volgende overeenkomst gemaakt. Genoemde Odulphus en Maria zullen alle bezit blijven behouden totdat de voorkinderen handelingsbekwaam zijn geworden ofwel wanneer ze 24 jaar oud zullen zijn. De voorkinderen van Odulphus zullen elk naar rato samen een bedrag van 225 gulden genieten zodra ze handelingsbekwaam of meerderjarig zijn, welk geld afkomstig is van wijlen hun oom Jan en hun oudtante Leijntjen Jan Lenaerts en na de dood van Odulphus zullen de voorkinderen vooraf nog 400 gulden eens krijgen in plaats van het erfgoed, welk geld afkomstig is van hun moeder Catharina dochter van Andries Timmermans. De meubelen en roerende bezittingen afkomstig van deze Catharina in het eerste huwelijk blijven in bezit van Odulphus die daarmee alle schulden moet betalen uit zijn eerste huwelijk. Het bezit van genoemde Maria uit haar eerste huwelijk zal eveneens volledig in bezit blijven van Odulphus en Maria totdat haar voorkind handelingsbekwaam is gewordendanwel 24 jaar. Op dat moment moeten Odulphus en Maria dat kind vooraf 200 gulden betalen en de helft geven van het erfelijk bezit uit het eerste huwelijk. Dat bezit aan meubelen en roerende zaken is geschat op 400 gulden, waarvoor Odulphus en Maria verantwoordelijk zijn als dat geleverd moet worden. De vermelde 200 gulden zullen ingeval van overlijden van dat voorkind, en als het zonder wettig nageslacht of zonder testament overlijdt, versterven op zijn halfbroers en zusters en niet op iemand anders. Van dat erfgoed krijgt Maijken wel 100 gulden eens die haar waren gelegateerd door de genoemde Henrick ( wijlen haar man Henrik Toirkens, JT ) en de helft van het restantbedrag wordt door Odulphus en Maria verkregen voor zover betreft het vruchtgebruik voor dat genoemde voorkind, welke voorkind daarvan de andere helft krijgt wat betreft erfrecht. De andere helft van het erfgoed zal in bezit blijven van Maria zolang ze leeft, en die helft zal na haar dood versterven op dat voorkind met de meubelen die tegenwoordig in het sterfhuis staan en niet zijn getaxeerd. Daarvan zal hierna een inventaris worden opgemaakt. Genoemde Odulphus en Maria zullen de voorkinderen samen opvoeden en onderhouden en hen laten leren lezen zoals ouders dat verplicht zijn. Ze zullen elk van hun voorkinderen en nakinderen een behoorlijke uitzet meegeven zodra ze handelingsbekwaam zijn geworden. Het resterende bezit afkomstig van Odulphus dat hij in zijn eerste huwelijk heeft ingebracht en ook het bezit dat hij nog van zijn ouders zal krijgen en ook het bezit dat Maria nog van haar ouders zal erven, danwel het bezit dat ze als echtgenoten samen nog zullen verwerven, zullen nadien gelijkelijk tussen hun voor en nakinderen worden verdeeld. Echter de genoemde nakinderen krijgen vooraf een bed met toebehoren. Genoemde comparanten en voogden zijn allen van mening dat dit de best mogelijke oplossing is t.o.v. boedelverdeling en verzoeken hierbij aan de schout en schepenen om dit akkoord goed te keuren. Desondanks beloven ze nu reeds alles na te zullen komen hetgeen hier is beschreven. Ook Odulphus en Maria beloven zulks na te komen. Datum 17 september 163., getuigen Stockelmans en Francken. ( schepenen zijn van het jaar 1631 en dit klopt ook met de opmerking in de kop van de akte waarin wordt gezegd : Staat in het voorgaande protocol, dus van het jaar 1631. Zie protocol 1631 blz. 482 e.v., het schepenbankdecreet aldaar vermeld is afgegeven d.d. 17 maart 1632, maar de overeenkomst tussen de familieleden is opgemaakt 17 september 1631, derhalve duurde het 6 maanden voordat schout en schepenen akkoord gingen ? )
Enfant(s):
(2) Il est marié avec Maijke Lenaerts Moijses Wichmans van Aelst.
Ils se sont mariés le 17 septembre 1632 à Oirschot, il avait 42 ans.
Tholof sluit op 17-9-1632 voor de schepenen een huwelijkscontract met Maria Leenaert Lenaert Moijses (Wichmans), de weduwe van Hendrick Dirck Toirkens"'. Bovendien sluit Tholof een accoord met Goijaert Andries Timmermans en Henrick Gerrits van Cleijnenbreuger, de momboiren over zijn onbejaarde voorkinderen. Maria brengt haar enige zoon Dirk Toirkens mee in haar tweede huwelijk. Dirk groeit op in het gezin van Tholof").
Sch. v. O. d.d.: 14-04-1636 ===============063=======================
Moijses zoon wijlen Lenaert Lenaert Moijses Wijchmans, Henrick Gijsbert Vleminx als man van Jenneken, Aert Daniels de Roij als man van Anthonia, Odulphus zoon wijlen Geraarts van Cleijnenbrogel als man van Maijken, allen kinderen van wijlen LenaartsLenaert Moijses Wijchmans, verwekt bij wijlen Meriken dochter wijlen Matheeuws van Aelst, enerzijds, en Jenneken en Catharina, zusters,ook kinderen van genoemde wijlen Lenaerts en wijlen Meriken, genoemde Jenneken geassisteerd met Jasper Moijses Wijchmans en genoemde Catharina met Lenaert Moijses Wichmans hun voogden, anderzijds hebben verklaard een minnelijk akkoord te hebben gesloten m.b.t. geschillen voortgekomen zijnde uit het testament dat wijlen Lenaert Lenaert Moijses gemaakt zou hebben en omdat dit ongeldig is, accepteren zij allen dat het niet van kracht zal zijn. De eerste groep erfgenamen heeft wegens bewezen trouwe diensten aan hun vader gedaan, aan Jenneken f 50,-- en aan Catharina f 100,-- toegezegd. Het geld van Catharinazal op interest uitgezet worden en aan Catharina worden betaald zodra zij tot goedgekeurde 'staat' is gekomen, met instemming van haar broers en zusters of anders door goede mannen. En indien Catharina komt te overlijden zonder wettig nageslacht zullen deze f 100,-- weer vererven op degenen waarvan deze afkomstig zijn. Jenneken zal de beste koe mogen houden, 8 ellen stof voor het maken van een nieuwe vlieger, een kist die in de winkel staat, een trek met de pluimen die erbij horen en de peluwen kussens, sarge en toebehoren. En Catharina de Jongste zal daartegenover ook zoveel rokken, lijfjes, heijcke, wollen en linnen krijgen als Jenneken tegenwoordig heeft of de waarde daarvan in geld volgens schatting van goede lieden. Verder krijgen de 2 laatste dochters nog 2 en een halve el zwart laken, elk voor een lijfke van het laken dat nog onverdeeld in de sterfhuisboedel aanwezig is. En omdat dezelfde Jenneken en Catharina metterhaast niet zo snel tot huishouden kunnen komen hebben de zelfde Jenneken en Catharina nog twee mud rogge gekregen en een gedroogd varken. En de rest van de goederen zullen dezelfde kinderen samen gelijk verdelen. Datum 14 april 1638, getuigen Velde en Stockelmans.
Sch. v. O. d.d.: 20-05-1637 =================132=======================
Jan Stockelmans als rentmeester voor en ten behoeve van Silvester Lintermans verkoopt hierbij een kapitaal van 400 pattacons met de lopende rente daarvan zijnde 60 gulden per jaar, welk kapitaal schepenen van Oirschot ten laste van de gemeente hebben beloofd aan vermelde Lintermans met een obligatie daarvan d.d. 1 mei 1633. Hij verkoopt dit kapitaal nu aan Odulphus Gerits ( lees van Cleijnenbruegel, JT ) ten behoeve van Maria dochter van Lenaert Lenaert Moijses zijnde diens vrouw en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 20 mei 1637. getuigen Francken en Verhoeven.
Huis Cleijnenbreugel verhuurt aan secretaris Gerardus Goossens op 13-3-1627
vaker Tholof Geraets genoemd. Naam Rolof of Rodolphus.
Is zeer vaak getuige bij notarisaktes.
Sch. v. O. d.d.: 17-9-1631
Hij is getrouwd met Catharina Andriessen Timmermans.
Sch. v. O. d.d.: 13-12-1639 =================338=======================
Jan Henricks van Boxtel als man van Jenneken dochter van wijlen Peter Goorts verkoopt hierbij een jaarlijkse rente van 5 gulden, steeds vervallend op St. Petersdag welke rente Jan Willem Erfven eerder aan genoemde Jenneken had beloofd conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 28 juli 1635. Hij verkoopt die nu aan Odulphus Gerits van Cleijnenbreugel en de verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen. Datum 13 december 1639, getuigen Stockelmans en Verhoeven.
In marge: Deze overdracht is met instemming van partijen doorgehaald. Datum 29 juli 1667, getuige Gijsbert van Gerwen, schepen, L. van Vollenhoo, substituut-secretaris.
Odulphus (Tholof) Gerit van Cleijnenbreugel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) < 1614 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Catharina Andreas Timmermans | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1632 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Les données affichées n'ont aucune source.