Elle est mariée avec Berend von Munster tot Meinhoevel.Source 1
Ils se sont mariés le 11 février 1425 à Ruinen, elle avait 20 ans.
Enfant(s):
Corry Foppes-Arendz (1923) schrijft: Volgt dan nu het verhaal van Ds. Schaap uit Bergum, die graag als “hobby”uit acten geschiedenissenopdiepteofconstrueerde.PetiteHistoire, maar dergelijke gebeurtenissen brengen de mensen uit de betreffende periode tot leven.
JOHANNA, dus (dochter van JAN lV, Heer van Ruinen en MECHTELD MULERT.) plm.1425. Johanna werd geboren nadat haar Vader was overleden, en wordt door een kleinzoon ook beschreven als‘’JOHANNA POSTHUMA”. Dat betekende dat zij bij haar geboorte reeds VROUWE van Ruinen was, met alle rechten en verplichtingen, w.o. het Leenheerschap aan de Bisschop van Utrecht. Kennelijk maakte haar dat tot een aantrekkelijke huwelijkspartner en op haar 15e werd zij uitgehuwelijkt aan BEREND VON MUNSTER. Berend beviel het blijkbaar goed in Ruinen en bleef daar wonen. Het paar kreeg tenminste vier kinderen, drie zonen en een dochter (onze voormoeder).
Een der zonen,HENDRIK bleef eveneens in Ruinen, de andere, JOHANN trok zich terug op het stamslot Botzlar in West falen en raakte daar betrokken bij de strijd om de Bisschopsbenoeming in MUNSTER. Daar moet je niet te licht over denken:het (doen) bezetten van een Bisschopszetel betekende het vermeerderen van Macht (en dus GELD) van de heersende Families. In dit geval is er zelfs heus slag geleverd, waaraan de Bisschop van Utrecht zelf deelnam, er weliswaar niet bij sneuvelde, maar door de inspanning na afloop toch het lootje legde.
Johanna’s zoon had op het verkeerde paard gewed en raakte daardoor in geldnood. Om uit zijn financiele perikelen te raken spande hij eerst tegen een partij uit het andere kamp een proces aan dat hij voordroeg bij het Gerecht van Bodelschwing, waar hij via zijn Grootmoeders afkomst meende meer kans te hebben. Helaas: hij verloor. En zat in nog grotere moeilijkheden.Toen ging hij over tot (zoals Schaap zegt):een ordinaire roverstruc.Hij ontvoerde de Schatbewaarder van het Bisdom,JOHANN VON HOYA,die gedurende de 12 jaar ruzie de zaken aldaar had waargenomen.Een Hoog Persoon, waarvoor hij dacht een dik losgeld te kunnen incasseren.
Waar echter een dergelijke bekende persoonlijkheid te verbergen ? En toen kwamen de kelders van het Huis te Ruinen hem in gedachten. En die verscheen hij met de gijzelaar bij Moeders, die daar vermoedelijk niet al te blij mee zal zijn geweest.Niettemin heef zij haar kelders,inclusief ketenen wel ter beschikking gesteld. Zulks weer tot ongenoegen van haar Leenheer, de Bisschop van Utrecht. Hoe de bevrijding van JOHANN VON HOYA in zijn werk is gegaan en of er Losgeld is betaald, vermeldt de geschiedenis niet.
Wel heeft Ds. Schaap de hand kunnen leggen op het verlengingscontract betreffende de Leen aan de Bisschop van Utrecht, die weliswaar Johanna niet kon betichten van het niet nakomen van haar verplichtingen jegens hem, maar die wel fijntjes liet doorschemeren dat er een en ander was voorgevallen wat hem niet welgevallig was waardoor een verhoging van de leenlasten onvermijdelijk was. Schaap eindigt dan zijn verhaal: “we blijven natuurlijk nieuwsgierig hoeveel die verhoging dan wel bedroeg, maar :helaas, dat valt uit de betreffende Akte (uit het Rijks archief van Utrecht)niet te lezen !”’
Johanna van Ruinen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1425 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Berend von Munster tot Meinhoevel |