Il est marié avec Ida van der Berghe.
Ils se sont mariés en l'an 1310 à Sterrebeek, Vlaams-Brabant, België, il avait 30 ans.
Enfant(s):
Jan III van der Meeren | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1310 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ida van der Berghe |
Jan III Van Der Meeren<br>Geslacht: Man<br>Geboorte: 1280 - Zaventem, Flemish Brabant, Flanders, Belgium<br>Huwelijk: Echtgeno(o)t(e): Ida Van Der Berghe - 1310 - Sterrebeek, Zaventem, Vlaams-Brabant, Belgium<br>Overlijden: 1 mei 1313 - Zaventem, Flemish Brabant, Flanders, Belgium<br>Beroep: Ridder, chef jager (grand veneur) van hertog Jan II van Brabant<br>Ouders: Jan II Van Der Meeren, Margriet Van Der Meeren (geboren Van der Aa de Grimbergen)<br>Echtgenote: Ida Van Der Meeren (geboren Van Der Berghe)<br>Kinderen: Jan IV van der Meeren, Wouter I Van Der Meeren<br>Broers/zusters: Henric Van der Meere, Wouter Willem Van Der Meeren, Petrus Van Der Meeren<br> Aanvullende informatie:
LifeSketch: Ridder. Hij had bezittingen in Sterrebeek, Wezembeek ("Hof ter Gracht" en "Hof ter Borght"), Neerijse ("Hof ter Meeren") en Zaventem. Jachtmeester . eeuw. Jean III bezat enorme gebieden te Sterrebeek en Wezembeek zoals het hof Gracht en het hof ter Borgt, Neerijse en Zaventem. Hij sterft in 1313 waardoor Ter Meeren in eigendom komt van zijn zoon, Jan IV van der Meeren, leenman van de Brabantse hertogen die huwde met Lysbeth van der Borcht. Hun dochter zou trouwen met Everard Serclaes (+1389), bevrijder van Brussel.tandplaats van de burgemeester van Brussel De dertiende eeuw was het hoogtepunt van het Hertogdom Brabant dat zich in het noorden tot aan Breda uitstrekte. In 1192 woont Henricus Villicus de Stertebeke (Hendrik II van Stertbeke) in de donjon. Waarschijnlijk moest hij de strategische wegen beschermen voor de graaf Henri I. Later wordt Henricus burgemeester van Brussel ( ). Hij wordt vermeld als getuige in een geschrift te Vilvoorde, donateur van de Abdij van Affligem. Zijn broer Grégoire de Stertebeke is burgemeester van Vilvoorde en wordt later ook burgemeester van Brussel ( ). De heer van Ter Meeren was de heer van Sterrebeek, en de heer benoemde de burgemeester, in de meeste gevallen, zichzelf. Na zijn dood wonen zijn zonen in het kasteel : Hendrik III, Hendrik IV en Jan II (Magister Johannes de Stertbeke, notarii). Wapenschild De dertiende eeuw was het hoogtepunt van het Hertogdom Brabant dat zich in het noorden tot aan Breda uitstrekte. In 1192 woont Henricus Villicus de Stertebeke (Hendrik II van Stertbeke) in de donjon. Waarschijnlijk moest hij de strategische wegen beschermen voor de graaf Henri I. Later wordt Henricus burgemeester van Brussel ( ). Hij wordt vermeld als getuige in een geschrift te Vilvoorde, donateur van de Abdij van Affligem. Zijn broer Grégoire de Stertebeke is burgemeester van Vilvoorde en wordt later ook burgemeester van Brussel ( ). De heer van Ter Meeren was de heer van Sterrebeek, en de heer benoemde de burgemeester, in de meeste gevallen, zichzelf. Na zijn dood wonen zijn zonen in het kasteel : Hendrik III, Hendrik IV en Jan II (Magister Johannes de Stertbeke, notarii). Wapenschild Met Jan II van der Meeren van Stertbeke, ridder in 1247, begint de patroniem van der Meeren. Jan II, dominus Johannes miles de Stertbeke, dictus de Mera. Sterrebeek wordt de wieg van dit adellijk en beroemd geslacht uit de Brabantse geschiedenis. Met Jan II van der Meeren van Stertbeke, ridder in 1247, begint de patroniem van der Meeren. Jan II, dominus Johannes miles de Stertbeke, dictus de Mera. Sterrebeek wordt de wieg van dit adellijk en beroemd geslacht uit de Brabantse geschiedenis.III volgt hem op als rechterhand van de Hertog en diens familie bekleedt stuk voor stuk hoge posities in het hertogdom in de 14 de eeuw. Jean III bezat enorme gebieden te Sterrebeek en Wezembeek zoals het hof Gracht en het hof ter Borgt, Neerijse en Zaventem. Hij sterft in 1313 waardoor Ter Meeren in eigendom komt van zijn zoon, Jan IV van der Meeren, leenman van de Brabantse hertogen die huwde met Lysbeth van der Borcht. Hun dochter zou trouwen met Everard Serclaes (+1389), bevrijder van Brussel. wapenschilden van de familie Ter Meeren Diens zoon, Jean V van der Meeren, ridder, heer van Zaventem en Sterrebeek streed te Baesweiler in 1371 aan de zijde van Hertog Wenceslas van Luxemburg tegen de Hertog van Gelder maar verloor. Hij werd gevangen genomen en slechts tegen een hoge prijs vrijgekocht. Het volk van Sterrebeek moest het gelag betalen in de vorm van jaarlijkse belastingen. Sindsdien werden er regelmatig volkstellingen en heerdtellingen gehouden. In die tijd waren de bewoners van Ter Meeren niet populair maar bijzonder gevreesd omwille van hun strenge straffen. Jan Van Boendale, de dichter van Tervuren, auteur van de geschiedenis van het hertogdom Brabant, bezocht Ter Meeren terwijl hij zijn Brabantse Yeesten aan het schrijven was. Een van de liederen hierin heet De Vlaamse Leeuw. Dit was het lied dat Hippoliet J. van Peene inspireerde (Kapelrijke 1811 Gent 1864) om De Vlaamse Leeuw, het Vlaams volkslied, te componeren. Wapenschild vander Meeren van Sterrebeek "Van azuur met een zilveren reiger"zijn dood wordt volgens zijn laatste wil vooraan het kasteel een "aumônerie" gebouwd, een aalmoezenhuis waar de aalmoezenier (de aumônier) woonde. De aalmoezenier was een geestelijke die werd geattacheerd aan een gemeenschap meestal rond een hof. Louis XIV,, de zonnekoning formaliseerde dit door het benoemen van Le Grand Aumônier de France, die verbleef in de Aumônerie van Versailles.. Nu bestaat aalmoezenier vooral in het leger maar de laatste tijd is het aantal aumôneries met 400% gestegen, vooral nadat het statuut in Frankrijk in 1964 werd erkend. De bekendste aumônier was Pierre de Ronsard (+1585). De hertog van Bourgondië, Filips de Goede erft Limburg en Brabant, die zo deel gaan uitmaken van de Bourgondische Nederlanden. In 1450 begint de expansietijd van het Hof Ter Meeren. Er wordt een vleugel bijgebouwd in Brabantse Renaissance en een kapel door Jean VIII Van der Meeren in 1449, burgemeester in De taak van de Ter Meeren aalmoezenier was waarschijnlijk het uitdelen van brood aan de armen. Door de permanente crisissfeer in de Late Middeleeuwen kenden de armen een grote bestaansonzekerheid. Een kwart van de stadsbevolking leefde permanent op de rand van het bestaansminimum. Het waren vooral nietgespecialiseerde arbeiders, die onregelmatig werkten tegen lage lonen. Zij konden zodoende niets sparen, waardoor een plotse prijsstijging van het brood dramatische gevolgen had. Met Koenraad van der Meeren, eerste hoogleraar aan de universiteit Leuven en burgemeester van Brussel (1474) begint een gouden tijd voor Ter Meeren. Conrad I was burggraaf van Brussel en lid van de Raad van Brabant. Hij wordt echter in 1477 verbannen omdat hij zich verzet tegen de democratische partij. Hij verwerft Ter Meeren in De familie Van der Meeren legt allerlei allianties met de Brusselse adel en trouwt zich in de rijke patriciërsfamilies zodat het kasteel het middelpunt wordt van het zogenoemde "Le High Life bruxellois". Al vlug wordt het kasteel the place to be doordat de Van der Meerens de hoogste ambten bekleden bij de hertogen van Brabant (schout, meier, amman, notaris, schepen..) Tijdens de oorlogen ( ) komt Maximiliaan van Oostenrijk, koning van Duitsland en keizer van het Roomse Rijk en weduwenaar van Maria van Boergondië, op het kasteel en kampt op de landerijen samen met zijn zoon Philips de Schone. Het dorp werd geplunderd omdat de Sterrebekenaars weigerden om verhoogde belasting te betalen. De kasteelheren van der Meeren trachten steeds te bemiddelen. Philip II. De zestiende eeuw : Le High Life bruxellois in Ter Meeren
De FamilySearch Stamboom wordt gepubliceerd door MyHeritage onder licentie van FamilySearch International, de grootste genealogische organisatie in de wereld. FamilySearch is een nonprofit organisatie die gespnsord wordt door The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints (Mormon Church).