Il avait une relation avec Catharina Jan Henricks.
La relation a commencé le 3 juillet 1553 à Oirschot, Noord-Brabant.Source 1
==================395=======================
Jan zoon Joost Michiels en dien vader Joost Michiels, waarbij deze Jan voor zijn vader optreedt, als partij ter ener zijde en verder Catharina dochter van Jan Jan Henricks met haar broer Jan Jan Janssen Henricks als partij ter andere zijde, hebben een bepaald kontrakt gemaakt in plaats van huwelijkse voorwaarden. Genoemde Jan en Katherina als toekomstige bruidegom en bruid, zullen samenkomen zoals dat door de H. Kerk is voorgeschreven en na deze vergadering zullen Jan, Peter en Vranck, verder Jan Joosten als man van genoemde Catherina en hun zuster Heijlwich, wettige kinderen van Jan Jan Henricks, een boedelverdeling maken inzake alle bezit dat nog niet verdeeld is zonder dat ze daarbij ruzie zullen maken. Als dat wel gebeurt dan zullen ze om processen daarover te vermijden, hun konflikt daarover voorleggen aan de naaste vrienden en familie.
Genoemde Jan Joost Michiels belooft dat hij wat betreft het erfdeel van zijn vrouw, dat niet zal mogen verkopen of belasten maar dat hij daarvan alleen het vruchtgebruik zal mogen hebben zolang hij leeft danwel zijn vrouw Katharina. Daarmee gaan genoemde Jan Joost Michiels en genoemde Katharina en genoemde Joost akkoord als partij ter ener zijde en ook Jan Jan Henricks als partij ter andere zijde, ook zal zouden er daarover andere bepalingen zijn in een testament of op ander wijze, waarvan partijen afstand doen. Indien genoemde Jan en Katharina kinderen mochten krijgen, dan zal Jan mits de kinderen meerderjarig en minstens 24 jaar oud zijn, dat bezit wel mogen verkopen of belasten, zonder dat hij daarvoor de goedkeuring van Jan en Peters als broers nodig heeft. Indien genoemde Jan en Katharina komen te overlijden zonder wettig nageslacht te hebben verwekt, dan zal het bezit versterven na hun beider dood op de wettige erfgenamen van Katharina, waarbij de dode parij met de levende moet delen. Verder is afgesproken dat alle kinderen die Jan Joost Michiels nu heeft en nog zal verkrijgen bij genoemde Katharina, dat die na diens dood allemaal evenveel in diens aanspraken en rechten op het bezit van Joost Michiels zullen erven. Partijen beloven elkaar deze afspraken na te zullen komen.
Datum 3 juli 1553, getuigen Bruegel en Lauwer.
==================315=======================
Jan, Vranck en Peter, gebroeders, verder Jan Joost Michiels als man van Catherijnen, verder Peter Gijsbrecht Daniels als man van Heijlwich, allen wettige kinderen van Jan Henrick Willems verwekt bij wijlen Agnese dochter van Vranck Vermeer, hebben een boedelverdeling gemaakt van het bezit dat ze bij de dood van hun vader en moeder hebben geerfd.
Bij deze verdeling krijgt genoemde Jan Janssen het huis en tuin, groot ca. een zesterzaad, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p. Matheeus Joost Matheeusen, de gemeenschappelijke straat. Hieruit moet jaarlijks een Bosch mudde rogge worden betaald en in Den Bosch ook te leveren aan de tafel van de H. Geest, nog ... .. oort als grondchijns aan de hertog, nog 4 gulden per jaar aan Frans Emmert Claes Scepens. Verder krijgt hij een stuk akkerland genoemd de Vijmbraecken, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p Roelof Backs, Jan Joost Michiels waarvan het is afgedeeld, Matheeus Joost Matheeuwsen, de gemeenschappelijke straat. Hieruit moet jaarlijkse het vierde deel van twee stuivers als grondchijns aan de hertog worden betaald.
Bij deze verdeling krijgt Vranck Janssen een akker genoemd de Sint Tolofshof, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p. de gemeenschappelijke straat, Marcelis Mortels, Henrick Mathijssen. Verder krijgt hij nog eenmalig een bedrag van 32 gulden te ontvangen van zijn andere broers en zwagers.
Bij deze verdeling krijgt Peter Janssen een stuk akker in een akker genoemd die Vuijmbraecken, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p. de gemeenschappelijke straat, Peter Gijsbrechts waarvan het is afgedeeld, Jan Joosten waarvan het is afgedeeld. Hieruit moet jaarlijks 12 lopen rogge worden betaald Oirschotse maat en in Den Bosch te leveren aan heer Jan Kuijst, nog twee lopen rogge per jaar aan heer Goijaerden Steevens, nog 15 stuivers per jaar aan Aleijt weduwe van Cornelis van Pelt, nog het vierde deel van twee stuivers als grondchijns aan de hertog.
Bij deze verdeling krijgt Jan Joost Michiels als man van Catharijn een
schuur en nog een weiland genoemd de Creijthoove, groot ca. twee en een halve lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p. Marie dochter van Henrick Willems, Matheeus Joost Michiels, de gemeenschappelijke straat. Hieruit moet jaarlijks 12 lopen rogge Oirschotse maat worden betaald aan Dirck van den Berge, nog een gulden per jaar aan Lisbettten Marcelissen en aan Jaspar van Esch. Verder krijgt hij een stuk akkerland in een akker genoemd de Vuijmbraecken, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. genoemde Jan Janssen, Peter Gijsbrechts, genoemde Peter Janssen waarvan het is afgedeeld, Goijaerts van den Maerselaer, de gemeenschappelijke straat. Hieruit moet jaarlijkse het vierde deel van twee stuivers als grondchijns aan de hertog worden betaald.
Bij deze verdeling krijgt Peter Gijsbrechts Daniels een stuk akkerland in een akker genoemd de Vuijmbraecken, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p. Goijaert Henriks van den Maerselaer, Peter Janssen waarvan het is afgedeeld, de gemeenschappelijke straat. Hieruit moet jaarlijks het vierde deel van twee stuivers als grondchijns aan de hertog worden betaald, nog 12 lopen rogge, Oirschotse maat in Den Bosch te leveren aan heer Jan Kuijst, nog twee lopen rogge zelfde maat per jaar aan heer Goijaert Stevens, nog 15 stuivers per jaar aan Aleijt weduwe van Cornelis van Pelt.
De genoemde partijen beloven elkaar de gebruikelijke condities bij een verdeling.
Datum 30 augustus 1553, getuigen Lauwer en Jan Geerits.
Joannes Joost Michiels van der Waerden | ||||||||||||||||||
1553 | ||||||||||||||||||
Catharina Jan Henricks |