Il est marié avec NN vv Gijsbrecht Gijsbrecht Lebbens.
Ils se sont mariés
Enfant(s):
=================199==================
Verschenen zijn Henrick, Gijsbrecht en Jan, broers en kinderen van wijlen Gijsbrecht Lebbens, verder hun zuster Aleijt met haar voogd daarin, nog Jan Meeus Dircks (Corten?) als man van Aechten ook wettige dochter van genoemde Jan Lebbens en hebben een boedeldeling gemaakt van het bezit dat ze bij de dood van hun ouders hebben geerfd.
Bij deze deling krijgen Gijsbrecht, Jan en Aleijt, samen een stuk land gelegen in Oirschot herdgang Hedel, b.p. de gemeenschappelijke straat daar genoemd de Dweert, joffrouw Jannen van Vlierden en haar kinderen, het erf dat er eerder van is afgedeeld. Hieruit moeten ze jaarlijks de grondchijns etc. betalen. Verder krijgen ze een pacht van anderhalf mud rogge per jaar, Oirschotse maat, steeds te ontvangen op Maria Lichtmisdag.
Genoemde Gijsbrecht en Aleijt, krijgen samen een stuk heide en weiland genoemd de Soperdonck, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de gemeenschappelijke straat daar genoemd het Banisveld, Augustijn Loijwijchs, Jan Moermans.
Genoemde Jan en Gijsbrecht samen krijgen een stuk land gelegen in herdgang Hedel, b.p. de gemeijnte, hert erf van Rutgerb Goessens genoemd het Popelbosch, Jan Everaerts. Hieruit moet Jan alleen 1 mud rogge betalen maat van Oirschot en de grondchijns.
Genoemde Jan alleen krijgt een stuk land gelegen in de gemene akkers m.p. Jan Everaerts, het erf dat eerder van Jan Bruijstens was, de gemeenschappelijke weg daar. Hieruit moet Jan 4 en een halve lopen rogge per jaar betalen, Oirschotse maat en 2 oude groten als chijns. Verdre krijgt hij jaarlijks een lopen rogge, Oirschotse maat dat wordt betaald door diens oom Loijwijch Augustijns, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag.
Genoemde Henrick Gijsbert Lebbens en Jan Meeus Dicks (Corten is hier doorgestreept, JT) krijgen samen een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang Hedel, b.p.de gemeenschappelijke
straat, joffrouw Jannen van Vlierden en haar kinderen, het erf dat ervan is afgedeeld, Rutger van Ellaer en diens kinderen. Hieruit moeten ze samen een Bosch mud rogge per jaar betalen, maat van Oirschot, nog een mud rogge per jaar en de grondchijns. Verder krijgen ze samen een stuk beemd gelege in herdgang Spoordonck, b.p. de kinderen van Gijsbrecht Goijaerts, Augustijn Loijwijchs, de gemeenschappelijke straat daar genoemd de Dieprijt, de Tielenbeemd die eigendom is van Willem van der Heijden. Hieruit moeten ze jaarlijks de grondchijns betalen. Nog krijgen ze samen een stuk land genoemd het Nuland, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Hans Oems, het erf dat eerder van Gijben Gheeenen was, Willem Verheijden, de gemeijnte. Hieruit moeten ze jaarlijks anderhalf mud rogge betalen. Nog krijgen ze samen een stuk land, ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. de gemeenschappelijke straat, Augustijn Loijen en diens kinderen, Dirck neven. Hieruit jaarlijks de grondchijns te betalen.
Genoemde verdelers beloven elkaar deze boedeldeling altijd gestand te zullen doen en ze doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel. Verder zal ieder de lasten op het eigen erfdeel zodanig betalen dat het erfdeel van de anderen daarvoor gevrijwaard blijft. Indien er op iemands erfdeel meer lasten blijken te drukken dan nu bekend is, dan zullen ze die gezamenlijk betalen. Datum 10 december 1469, getuigen Catwijk, Wolf, Haest en Dirck Goessens.
Voetnoot :
Everaert krijgt 2 brieven .. (rest is onduidelijk, JT)
(de erfdelen lopen wat vreemd door elkaar, meestal deelt men in evenveel delen als er kinderen zijn, maar hier wordt ook gedeeld in wisselende samenstelling, JT)
=================293==================
Verschenen is hier Willem Henricks van de Velde en verkoopt met schepenbrieven van Oirschot nu aan Gijsbrecht Gijsbrecht Lebbens en diens zuster Aleijt Gijsbrecht Lebbens een pacht van 6 lopen rogge, Oirschotse maat, die hem als echtgenoot waren toebedeeld in de deling na de dood van zijn zwager Rutger van der Vloeten en diens vrouw. Rutger op zijn beurt had de pacht verkregen van Henrick Willem Peperkorens, welke pacht vervalt op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc., gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. Willem Heijmans, Jan Cremers, genoemde Henrick, de gemeijnte. De verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen. Datum 13 november 1470, getuigen Geldrop en Geerlick.
================143===================
Komen zijn Gijsbrecht en Jan, broers en wettige kinderen van wijlen Gijsbrecht Lebbens, verder Peter Willems van de Velde als man van Aleijt wettige dochter van genoem de Gijsbrecht en hebben een deling gemaakt van al het bezit dat ze na de dood van hun ouders hebben geerfd.
Genoemde Gijsbrecht krijgt een eeuwsel en een stuk land genoemd de Seeldonk, gelegen in Oirschot, b.p. Jan Moermans, het erf van Augustijn Lodewijks waarvan is afgedeeld, zijn zwager Peter waarvan is afgedeeld, de gemeenschappelijke straat. Hieruit jaarlijks de grondchijns te betalen uit de Seeldonk. Nog krijgt hij een stuk land gelegen in herdgang Hedel, b.p. zijn broer Henrick Lebbens waarvan is afgedeeld, zijn zwager Peter waarvan is afgedeeld, de joffrouw en kinderen van Jan van Vlierden, de gemeenschappelijke straat daar genoemd de Dwert. Hieruit jaarlijks de chijns te betalen.
Genoemde Jan krijgt een huis, tuin etc., gelegen in herdgang Hedel, b.p. de gemeenschappelijke straat, een beemd genoemd het Popenbosch dat eerder van Rutger Goessens was, zijn oom Jan Ervaerts waarvan is afgedeeld. Hieruit jaarlijks een mud rogge te moeten betalen, Oirschotse maat en de grondchijns. Nog krijgt hij zijn deel van een mud rogge volgens de brieven ervan.
Genoemde Peter krijgt een stuk beemd genoemd de Soeperdonk en een half mud rogge maat van Oirschot volgens de schepenbrief ervan, gelegen onder Boterwijk hier, b.p. hun oom Augustijn
Lodewijks, zijn zwager Gijsbrecht waarvan is afgedeeld, de gemeenschappelijke straat. Hieruit jaarlijks de grondchijns te betalen. Nog krijgt hij een stuk land en weide gelegen in herdgang Hedel, b.p. joffrouw Janna van Vlierden en haar kinderen, zijn zwager Gijsbrecht waarvan is afgedeeld. Hieruit jaarlijks de grondchijns te betalen.
De delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel en beloven de deling gestantd doen. Ieder zal de lasten op het eigen erfdeel zodanig betalen dat de erfdelen van de anderen daarvoor gevrijwaard zijn. Als er meer lasten op iemands erfdeel drukken dan zullen ze die samen betalen.
Datum op St. Simon en Judasdag 1471, getuigen Vos en Daniel.
Voetnoot :
Krijgen 3 brieven, ieder 1.
=================033==================
Komen is Jan Gijsbrecht Lebbens en belooft als schuldenaar aan zijn zwager Peter Willems van de Velde die per a.s. Maria Lichtmisdag na datum van deze brief over twee jaar, die een bedrag van 40 peters te betalen, elke peter tegen 19 stuivers gerekend, samen met 17 lopen rogge, maat van Oirschot. Als hij het geld per a.s. Maria Lichtmisdag over een jaar zou gaan betalen, dan hoeft er geen rente te worden betaald. Verder belooft Jan nog aan Peter een stuk land, heide en weiland te zullen verkopen zoals hij dat als echtgenoot van zijn vrouw had verkregen, gelegen in herdgang Hedel.
Datum op St. Paulusdag 1472, getuigen als boven.
=================115==================
Komen zijn Gijsbrecht Gijsbrecht Lebbens en Peter Willems van de Velde als man van Aleijt dochter van wijlen Gijsbrecht Lebbens en verkopen met schepenbrief van Oirschot aan Henrick Gijsbrecht Lebbens een stuk land en weiveld groot 7 lopenzaad, gelegen in herdgang Hedel, b.p. Jan van Vlierden, de gemeenschappelijke straat, genoemde Henrick waarvan is afgedeeld. Ze hadden dat bezit geerfd na de dood van hun ouders en was hen in een boedeldeling toebedeeld, De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve de grondchijns
Datum 21 mei 1473, getuigen Dormalen en Lieveld.
=================116==================
Komen is genoemde Henrick Lebbens uit de vorige akte en belooft als schuldenaar aan zijn zwager Peter om die een bedrag van 35 peters te betalen, elke peter tegen 19 stuivers, waarvan Henrick per a.s. Maria Lichtmisdag 15 peters zal betalen, en daarna binnen twee jaar nog eens 20 peters, en onderwijl steeds een rente van 15 lopen rogge per jaar over de gehele som en in het laatste jaar al naar tijdsgelang.
Datum 21 mei 1473, getuigen Dormalen en Lieveld.
Kopnoot :
Henrick .. 15 peters (zeer lichte inktsoort, nauwelijks leesbaar,JT)
=================117==================
Komen is genoemde Henrick uit de vorige akte en belooft zijn broer Gijsbrecht die per a.s. Maria Lichtmisdag over 2 jaar 9 en een halve peter te betalen, elke peter tegen 19 stuivers en onderwijl steeds met Maria Lichtmisdag een rente van 4 lopen rogge. (geen datum en geen getuigen vermeld, JT)
=================121==================
Verschenen is Jan Gijsbrecht Lebbens en belooft aan zijn broer Henrick die per a.s. Maria Lichtmisdag over 6 jaar een bedrag van 28 peters te betalen, elke peter tegeh 18 stuivers en onderwijl steeds met Maria Lichtmisdag een rente van een mud rogge per jaar.
Datum 1 april 1481, , getuigen Gerart Mathijssen en Peter Janssen.
=================086==================
Henrick Gijben Lebbens verklaart dat zijn broer Gijsbrecht het recht heeft op een redelijke weg, gaande van zijn erf (Gijsbrechts, JT) over het erf van genoemde Henrick langs het erf van de kinderen van Jan Moermans, alles onder Boterwijk aan de Soperdonck aldaar, zodat Gijsbrecht op zijn eigen erf kan komen dat achter het erf van genoemde Henrick is gelegen.. Dat erf had Henrick gekocht van Jacop Henricks van Strijp en Jacop had het weer gekocht van de gemeente Oirschot en van de gemeijnte (gemeenschappelijke gronden) die nu wordt ingenomen, ten tijde ook toen Gijsbrecht ook al een weg was toegestaan hier, waarbij Henrick hem toen ook al beloofd had om overpad over diens erf te mogen hebben.
Datum 20 april 1493, getuigen Joerden en Jacop.
=================188==================
Henrick zoon wijlen Jacop Ansems als man van Margriet, dochter van wijlen Gijsbrecht Gijsbrecht Lebbens doet afstand van zijn rechten en aanspraken ten behoeve van zijn schoonzuster Katarina dochter van genoemde Gijsbrecht Lebbens, inzake alle bezit dat Margriet en haar zuster Katarina samen hebben geerfd van hun ouders, gelegen in de gemeente Oisterwijk, zijnde een huis, tuin etc. in Oisterwijk aan de Koestraat en 2 stukken land, samen 3 lopenzaad en nog een beemd gelegen aan de rivier de Aa. Lasten hieruit zijn 5 lopen rogge en 2 wilhelmustuin als grondchijns. Dat is gedaan vanwege het bezit dat Margriet en Katarijn samen in Oirschot bezitten en welk bezit zal toekomen aan genoemde Henrick en diens vrouw Margriet.
Datum 3 dagen na St. Margaretadag 1502, getuigen Os en Strijp.
=================189==================
Katarijn dochter van wijlen Gijsbrecht Lebbens met haar oom en voogd Gijsbrecht Lebbens, doet afstand van haar rechten en aanspraken ten behoeve van Henrick zoon wijlen Jacop Ansems en haar zuster Margriet, inzake alle bezit dat Katarijn en Margriet samen hebben bezeten in Oirschot en inzake alle pachten etc. die men jaarlijks in Oirschot ontvangt. Dat betreft een stuk land, zand, heigrond etc. samen een bunder gelegen in de Soeperdonk aan het Banensveld. Lasten hieruit zijn een braspenning als chijns, nog een mud rogge aan Peter Gielis Snellaerts, een half mud rogge aan Jan van der Heijden, een lopen rogge aan Willem van den Kanijnsberg, alles te heffen uit een huis, tuin etc. gelegen in herdgang Spoordonk. Dit afstanddoen is gebeurd omdart Katarina op haar beurt bezit zal krijgen in de gemeente Oisterwijk.
Datum 3 dagen na St. Margaretadag 1502
Gijsbrecht Gijsbrecht Lebbens | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
NN vv Gijsbrecht Gijsbrecht Lebbens | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Les données affichées n'ont aucune source.