Arbre généalogique Holman » Adriaen Peter Jans van Osch (1585-1630)

Données personnelles Adriaen Peter Jans van Osch 

• Il est né en l'an 1585 dans verrebest, Noord-Brabant.
• Fonction: Kerkmeester 1609.
• Religion: Rooms Katholiek.
• Il est décédé en l'an 1630 dans Oirschot, Noord-Brabant, il avait 45 ans.
• Un enfant de Peter Jans van Osch et Feijke (Sophie) Nicolaes Jan Goossens
• Cette information a été mise à jour pour la dernière fois le 17 septembre 2015.

Famille de Adriaen Peter Jans van Osch

Il est marié avec Lijske Nicolaes Peters.

L'autorisation pour le mariage a été obtenu le 1 juin 1602 à boxtel.Source 1

Enfant(s):

1. Elisabeth Adriaen Peters van Osch (in de Os)  1604-1646 
2. Peter Adriaens van Osch  ± 1610-> 1632 

Notes par Adriaen Peter Jans van Osch

==================060=======================
Jan zoon wijlen Niclaes Jan Goossens voor zichzelf en ook vanwege zijn kinderen verwekt bij Anneke dochter van Ansem Lambert Martens, verder Peter zoon Dirck de Hoppenbrouwer verwekt bij Heijlken dochter van genoemde Niclaes, verder Adriaen Peters van Os vanwege de andere kinderen van Fijken dochter van genoemde Niclaes Goossens, zowel verwekt bij genoemde Peter van Os alsook door Adriaen Dirck Janssn. van Waelre, en verder Heesken dochter van genoemde Niclaes, daarbij geassisteerd door Adriaen Rutgers van der Hoeven als haar hierbij gekozen voogd, voor haar en haar kinderen verwekt bij Aerden Rutgers Verhoeven, zijnde allen kinderen en erfgenamen van genoemde Niclaes Goossens verwekt bij Anna dochter Peter Haecks, conform een bepaalde overdracht die door deze Niclaes en Anneke op ... anno 1598 voor schepenen alhier in Oirschot is gedaan, hebben nu een boedelscheiding gemaakt van de nalatenschap van deze Niclaes en Anneken.

Bij deze verdeling heeft genoemde Jan en Heeskenen met haar kinderen het huis met tuin etc. verkregen te Liempde respectievelijk in Boxtel gelegen, zoals Philips Wouters dat heeft gehuurd zonder enige uitzondering. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 16 gulden worden betaald resp. aan Lijsken Frans Willems en aan de Raetmaker in Den Bosch, Peter genoemd, elk 8 gulden, verder een lopen raapzaad aan de kerk van Liempde, verder nog de grondchijns.

Bij deze verdeling heeft genoemde Peter en de kinderen van genoemde Fijken het huis gekregen met zijn toebehoren, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, zoals Andries Beckers of ook genoemd van de Laeck, die gebruikt. Verder krijgen ze nog een hofstede genoemd het Bruijnsel te Naastenbest gelegen, zoals Peter Denis en anderen die thans in gebruik hebben. Verder krijgt hij alle grond, zijnde beemden, wegen, groesland, hei- en weilanden gelegen in Oirschot, zonder enige uitzondering zoals die in bezit waren van genoemde Niclaes en Anna. Verder krijgt hij nog een rente van 8 lopen rogge per jaar te vorderen van Goijaert Ghijsbrecht Hoppenbrouwers, nog 2 gulden per jaar te vorderen van meester Jacop Lintermans. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 18 gulden worden betaald in plaats van vroeger 3 mudde rogge, aan Heijlken weduwe van Jan Thomas in Den Bosch. Indien deze weduwe hiermee niet tevreden is en dat er meer zou moeten worden betaald, dan zullen de erfgenamen dat gezamenlijk betalen. Ook moet er nog een mudde rogge per jaar worden betaald aan de cantorij in Oirschot, nog 21 lopen rogge per jaar aan het kapittel, de kapelanen en de H. Geest, verder nog de grondchijns, nog 22 en een halve stuivers per jaar gebuurcommer uit de akker genoemd de Bijvinck.

Partijen beloven elkaar deze boedelscheiding na te zullen komen en ieder de lasten op zijn erfdeel zodanig te betalen dat de andere erfgenamen daarvoor gevrijwaard zullen blijven.

Indien er op enig erfdeel meer lasten zouden blijken te drukken dan nu bekend en vermeld is, dan zullen alle erfgenamen dit meerdere gezamenlijk betalen. Alle lasten etc. zullen tot a.s. Pinksteren toe worden betaald en daarna zal ieder uit zijn erfdeel alle pachten overnemen met een vervallen en een lopende termijn. Datum 26 februari 1601, getuigen Hoppenbrouwer, Ven en Hoppenbrouwer.

==================014=======================
Adriaen zoon wijlen Peter Jans van Osch en zijn vrouw Fijken, dochter van wijlen Nicolaas Jan Goossens, verder Marten zoon Marten Lamberts van den Collenberch als gemachtigde van zijn zoon Willem Martens van den Collenberch als man van Ijken dochter van Peter Jans van Os en genoemde Fijken, verder Peter zoon wijlen Henrick Bogaerts en Jan zoon wijlen Nicolaes Goossens als voogden over Heijlken en Metken, gezusters en minderjarige dochters van genoemde Peter Jans van Os en Fijken, hebben verklaard dat ze een boedelscheiding hebben gemaakt inzake de nalatenschap van Nicolaes Jan Goossens en zijn vrouw Anneke Peter Haexks, resp. hun grootvader en grootmoeder en inzake de nalatenschap die ze hebben geerfd vanwege het overlijden van hun vader Peter Jan van Osch.

Bij deze verdeling heeft genoemde Adriaen een stuk akkerland
gekregen genoemd het Creemsel, groot ca. 5 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p. Lambrecht Francken, Peter Dircks de Hoppenbrouwer, Jan Goossens. Ook krijgt hij een akker genoemd den Langen braeckakker, groot ca. 4 lopenzaad gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p.Laureijs Danels dat vroeger van Marcelis Mortels was, Odulphus Peters, Goossen Egon Dircks, het stuk dat er van af wordt gedeeld, welke akker mag wegen over de voorste weg die naast het erf van Henrick Marcelis erf loopt. Verder krijgt hij een weilandje groot ca. anderhalf lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p. de tafel van de H. Geest te Oirschot, Peter Dirck Hoppenbrouwers, Jan Aerts, Henrick Spierincks. Verder krijgt hij nog de helft van een hooibeemd, genoemd de Verdonck, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. Gerit Jan Goossens, het godshuis van Perk, de gemeijnte genoemd de Verdonck. Verder krijgt hij nog een deel van een bepaald stuk heigrond, gelegen in Oirschot, herdgang Naastenbest, waarin Jan Goossens ook is gerechtigd. Verder krijgt hij nog een jaarlijkse rente van 8 lopen rogge die niet aflosbaar is, te heffen op het bezit van Goijaert Ghijsbert Hoppenbrouwers. Verder krijgt hij nog een rente van 9 gulden per jaar te ontvangen van Laureijs Danel Coppen.

Bij deze verdeling heeft genoemde Marten in zijn hoedanigheid vanwege zijn zoon Willem, een hofstede met een huis, schuur, bakhuis etc. gekregen, groot ca. 12 lopenzaad gelegen in Oostelbeers aan het Neereind, b.p. de gemeijnte, Dierck Bunnen, het stuk waarvan het wordt afgedeeld. Verder krijgt hij nog een stuk hei en weiland zijnde een nieuw stuk grond, groot ca. 6 lopenzaad ter zelfder plaatse gelegen rondom in de gemeijnte. Verder krijgt hij de achterste helft in de Elis-beemd, gelegen te Oostelbeerze, b.p. de andere helft van het perceel, de gemeijnte, Peter Meeus, Cornelis Henrick Diercks. Verder krijgt hij nog een heiveldje te Oostelbeers in de Espenrijt gelegen, b.p. de gemeijnte, Dierick Claes, meester Jacob Lintermans, Wouter Wouters. Uit dit erfdeel moet jaarlijks aan de pastorie te Diessen 4 lopen rogge worden betaald, aan de tafel van de H. Geest ook 4 lopen rogge per jaar, verder anderhalf lopen rogge per jaar aan het O.L. Vrouwe altaar in Oostelbeers, nog anderhalf lopen rogge per jaar aan de pastorie aldaar. Verder ook nog 3 gulden 5 stuivers aan de H. Geest aldaar. Ook nog 2 en een halve stuiver aan het O.L. Vrouwe Altaar te Oostelbeers, nog een grondchijns van drie stuivers en een oort. Uit het gehele nieuwe stuk moet ook nog een grondchijns worden betaald. Aan Peter Henrick Bogaerts en aan Jan Nicolaas Goossens moet ook nog als voogden en ten behoeve van genoemde Metgen, meteen eenmalig een bedrag van 100 guldens worden betaald.
In marge :
Deze 100 gulden zijn met instemming van partijen vanwege een uitspraak van de wethouders van Beerze doorgehaald, zoals ons is gebleken uit een brief d.d. 7 september 1640. Datum 16 september 1649, getuigen Ven en Stockelmans, schepenen in opdracht van de secretaris, getekend J. Stockelmans.

Bij deze verdeling hebben de genoemde voogden ten behoeve van genoemde Heijlken een huis en grond gekregen groot ca. 6 lopenzaad en nog een lopenzaad nieuw land, samen in Oostelbeers gelegen aan het Neereind, b.p. de gemeijnte, het stuk waarvan het is afgedeeld, Dierck Bunnen. Verder krijgen ze nog een stuk akker genoemd Ghijssen akker, groot ca. 4 lopenzaad, samem met een hei en houtveldje dat er achteraan ligt, b.p. Aert Dierck Jan Ceelen, Simon Jan Bunnen, Meester Jacop Lintermans. Verder krijgen ze nog de helft van een beemd genoemd de Buijdelbeemd in Oostelbeers achter de Heilige Eik gelegen, b.p. de Vloetstraat, Adriaen Peter Deckers, Gerard Jans de Vorster, Peter Cornelis Bunnen. Verder krijgen ze de voorste helft naast Oostelbeers in de Elisbeemd, waarvan Marten de andere helft heeft verkregen. Uit dit erfdeel moet aan Adriaen zoon Peter Jans van Osch een bedrag van 100 gulden worden betaald en wel direkt.

Bij deze verdeling hebben de genoemde voogden ten behoeve van Metgen een schuur met een stuk akkerland gekregen, groot ca. 5 lopenzaad gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, ter plaatse genoemd het Bruijnsel, b.p de gemeijnte, Jacop Coppen, de erfgenamen van Adriaen Dircks van Waelre, Wouter Goort Dorstkens. Verder krijgen ze nog een stuk akkerland genoemd de achterste Braeckakker groot ca. 5 lopenzaad, ter zelfder plaatse gelegen, b.p. de erfgenamen van Egon Dierks, Jan Dierks cum suis, het stuk waar het van wordt afgdeeld. Deze Braeckakker mag wegen over de achterste weg die loopt naar de heide toe, naast Laureijs de Sceper. Verder krijgen ze nog een jaarlijkse rente van 7 gulden te ontvangen uit het bezit van Ariaen Antonis van Esch. Uit dit erfdeel moet jaarlijks een half hoen worden betaald aan de heer van Oirschot en aan Peter Jans van Osch moet direkt een bedrag van 25 gulden worden betaald.

De erfgenamen beloven elkaar over en weer ten behoeve van elkaar afstand van hun aanspraken op de andere delen te doen. Indien er meer lasten zouden blijken te drukken op enig perceel, meer dan nu bekens is, dan zal dat voor gemeenschappelijke rekening zijn. Ieder zal zijn lasten op zijn erfdeel zodanig dragen dat de andere erfdelen daar niet op kunnen worden aangesproken. Datum 14 februari 1602, getuigen H. Aelbrechts en Crom.

==================193===================
Adriaen Peters van Os verkoopt de helft van de akker genoemd de Pelenbraken in totaal groot ca. 3 en een halve lopenzaad die nog onverdeeld is, en gelegen is in Oirschot, herdgang Kerkhof aan de Heuvel, b.p. Jonker Richard van Vlierden, Frans Wijnants Verrijt, Jan Jan Handschoenmakers de Jonge, de kinderen van wijlen Cornelis Jan Gijben. Adriaen had dit deel gekocht van Joorden zoon wijlen Peter Joordens en van Peter de zoon van wijlen genoemde Joordens verwekt bij Marieke dochter Dirks van Cuijck e.e.a. volgens schepenbrieven van Oirschot d.d. 28 maart 1603 en hierbij hoort het recht om te mogen wegen over de akker van de kinderen van Cornelis Jan Gijben en hij verkoopt deze grond inclusief alle rechten en lasten die erop drukken aan genoemde Frank Wijnants Verrijt. De grond is te aanvaarden per a.s. oogsttijd, stoppelbloot, waarbij de lasten en bijdragen van de gemeente Oirschot, vanaf Pinksteren j.l. voor rekening van de koper zijn, samen met een achterstallige en een lopende termijn. Genoemde Adriaan belooft alle lasten af te handelen.
Datum 18 juli 1608, getuigen Scheijntgens et Dielen.

==================179===================
Er is een bepaalde kwestie gerezen tussen Henrik Arien Santegoets als man van Elisabeth dochter van wijlen Arien Peters van Osch, verder Gerit Jan Goossens en Rutger Aerts Verhoven als aangestelde voogden over Peter zijnde nog minderjarige zoon van genoemde Adriaen van Osch, welke voogden zijn aangesteld door schout en schepenen van Oirschot, als partij ter ener zijde hierbij en verder Jacop zoon Niclaes Ariens van Nistelroij als man van Elisabeth die eerder weduwe van genoemde Adriaen Peters van Osch was. Het conflict gaat over de roerende en vaste bezittingen die genoemde Adriaen heeft nagelaten en die de vermelde kinderen afgedeeld wensen te hebben, volgens het gebruikelijke recht alhier in Oirschot en welk bezit Jacop daarentegen wenst te blijven behouden volgens een bepaald testament dat tussen deze Elisabeth en Adriaen was opgemaakt, maar waarvan deze kinderen beweren dat het niet behoorlijk was gewettigd en niet was voorgelezen aan de getuigen destijds en derhalve ongeldig. Verder handelt het conflickt ook over de roerende en onroerende bezittingen achtergelaten bij de dood van Fijcken dochter van Niclaes Jan Goossens weduwe van wijlen Peter van Osch, zijnde deze Fijken de grootmoeder van vermelde kinderen. Deze Fijken is overleden na de dood van vermelde Adriaen en haar bezit is derhalve verstorven op de vermelde kinderen volgens gewoonterecht daarover en dat bezit was door vermelde Jacop aanvaard die ook het inkomen darvan heeft genoten en darvan wensen de kinderen dus teruggave, zowel van de vaste als de roerende bezittingen alsook het inkomen daarvan, zodat dat kind daarmee in het onderhoud kan worden voorzien en naar de school kan gaan. Ze doen het voorstel om het bezit van hun grootmoeder direkt naar dat kind te laten gaan. Er zijn verder nog andere kwesties terzake van het optimmeren van het woonhuis en de schuur met brouwhuis, de verbeteringen en vernieuwingen van de brouwinstallatie etc. en het vele geld en meubilair dat aan vermelde Jacop is gegeven, waarvan Jacop van mening is dat hij daar vooraf recht op heeft wanneer er een afdeling zou plaatsvinden, en hij verwijst daarvoor naar het vermelde testament. De kinderen beweren echter het tegenovergestelde omdat de verbetering en onderhoud etc. zijn gedaan uit het inkomen van hun bezit. De kinderen wensen echter een oplossing van het geschil zonder daarover in proces te gaan,en hadden daarom aan heren schepenen van Oirschot verzocht om bemiddeling. Daarvoor zijn benoemd geworden Jan Jan Goossens, Jacop Dircks van de Velde, Jacop Jan Dirk Kemps en Niclaes Ariens van Nistelroij, waarmee partijen diverse keren in vergadering zijn geweest en hun aanspraken over en weer hadden uiteen gezet. Het voorstel is om de aanspraak dat afkomstig is van de grootmoeder van het kind, direkt aan de kinderen laten toekomen zonder dat daarvan enig inkomen of profijt behoeft te worden teruggeggeven. Daarnaast zal Jacop direkt ervan in kennis worden gesteld dat hij tot afdeling van het bezit moet komen zowel roerend als vaste bezit dat is nagelaten door Adriaen van Osch zonder dat iemand daarbij een beroep op het genoemde testament mag doen en dat de direkt daarna tot boedelverdeling zullen komen. Daarbij zal Jacop de helft ervan behouden zolang hij leeft maar hij dient daarvan wel aan de kinderen een inventaris te overleggen en ook de oogst die op het land groeit zal niet eerder gedeeld worden dan per a.s. oogsttijd van dit jaar 1631. Voorwaarde is echter dat Jacop de vermelde Elisabeth, de moeder van genoemde kinderen zolang ze leeft haar het vruchtgebruik zal laten bezitten van het huis, de schuur, brouwhuis etc. van in totaal ca. 3 lopenzaad groot daar ze nu in woont, waarvoor ze alleen het onderhoud hoeft te doen en de dorpslasten te betalen. De andere lasten en schulden die op het bezit drukken zullen partijen ieder voor de helft betalen. Dat bezit zal na het overlijden van genoemde Elisabeth volledig versterven op de voorkinderen van deze Elisabeth, maar Jacop of zijn kinderen na hem krijgen dan de brouwketel en de grote
brouwkuip. Ook de grote schuur mag hij hebben die dan mag worden afgebroken, danwel krijgt Jacop van de genoemde voorkinderen daarvoor 100 rijksdaalders, zegge 250 gulden. Hij is dan niet verplicht een der familiekanten verder iets te hoeven geven, ofwel dat die iets vooraf zullen krijgen. Partijen, te weten genoemde Henrick Santegoets en Peter met zijn voogden als partij ter ener zijde en genoemde Jacop ter andere zijden hebben verklaard volledig overeenstemming
te hebben bereikt. Omdat Adriaen ook een der voorkinderen dit proces dat voor de arbiters is gevoerd, niet mede heeft aangespannen, maar is mede afgegaan op het advies van zijn grootvader en familie, heeft verzocht alsnog in deze overeenkomst inbegrepen te willen zijn. Partijen hebben samen met de afgevaardigden deze Adriaen als zodanig hierbij ook in aanmerking genomen. Wederzijdse partijen en ook nog Jan Stevens Marijnen die handelt namens deze genoemde minderjarige Adriaen hebben beloofd dede overeenkomst gestand te zullen doen.
Datum 11 april 1631, getuigen Francken en Stockelmans.

==================006=======================
Jan zoon wijlen Jan Gijsberts van Kerkoerle als weduwnaar van Catharina dochter van Dielis Dirck Jacops verwekt door deze Dielis en Henrieksken dochter van Antonis Jacops, voor hemzelf en mede namens zijn kinderen van deze Catharina, mede namens ook Margriet dochter van deze Dielis Dircks Jacops en vermelde Henrieksken, verder Jan zoon wijlen Aert Antonis Jacops die in Zeelst woont voor hemzelf handelend en ook voor zijn broers Jacop en Henrick,
verder Dirck Jan Joordens verwekt door deze Jan bij Marieken dochter van Jan Dirk Jacops Kemps, verwekt door deze Dirck bij Lijsken dochter van Jan Gerits, voor henzelf handelend en ook vanwege Jan, Henrick, Joorden, Lijsken en Jenneken, zijn broers en zusters, verder Jan zoon Arien Jan Dirck Kemps die in herdgang Naastenbest woont, verder Willem zoon Corstiaen Jan Gerits in herdgang Naastenbest, nog Gerart zoon wijlen Jan Corstiaen Jan Gerits die in Oerle woont, welke laatste voor henzelf handelt en ook voor Jenneken en Metken zijnde zijn zusters, zijnde allen naast Jacop Jan Dirck Kemps, familie en vrienden en erfgenamen van het minderjarige overleden kind van Jacop zoon Henrick Gerits verwekt bij Aleijt dochter van Corstiaen Jan Gerits van de zijde der moeder. Ze geven hierbij machtiging aan genoemde Jacop Jan Dirck Kemps en aan Gerard van Kelst om namens hen een procedure te beginnen voor schepenen te Oirschot tegen genoemde Jacop Henrik Gerits zowel wat betreft eisende als verdedigende partij die opdracht krijgt alles te doen wat daarbij in de procesvoering nodig is. De gemachtigden moeten namens hen de eed afleggen en zich borg stellen in de kwestie en alles doen hetgeen de opdrachtgevers zelf ook voor ogen gehad zouden hebben. De gemachtigden mogen ook zelf weer andere gemachtigden aanstellen indien nodig. Verder zullende opdrachtgevers alles nakomen wat door hun gemachtigden wordt afgesproken en hen daarvoor ook te vrijwaren.
Datum 10 januari 1632, getuigen Nistelroij en Ven die het aandroegen.

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Adriaen Peter Jans van Osch?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!

Barre chronologique Adriaen Peter Jans van Osch

Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés:  grand-parents    parents    frères/soeurs    enfants