Il est marié avec Lititia Xinia Cazilda Lavialle.
Ils se sont mariés le 6 mai 1926 à Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands , il avait 27 ans.
Vertrokken naar Nieuwolda: 01-06-1918
Teruggegkeerd: 27-06-1918
Vertrokken naar Onstwedde: 17-08-1918
Teruggekeerd uit Scheemda: 01-07-1920
-----------------------------------------------------------------------------
„Meester, ik heb een spin!”
Het begin van wreedheid of...liefde...
"Meester, ik heb hier een spin!", riep Jantje met de triomf in zijn stem van een kwajongen, die nu een s fijn de boel op stelten zal zetten. Nu, hij trof het met de nieuwe onderwijzer, want dat was een geboren dierenbeschermer en paedagoog.
"Pak 'em en laat ém buiten!"zei meester Nobbe, want hij was het, de tegenwoordige penningmeester van de Werkgroep Dierenbescherming en Opvoeding. Deze eenvoudige woorden bewerkten een wonder. Jantje hergaf de spin haar vrijheid en piekerde er van dat ogenblik af niet meer over, een dier te gebruiken als wapen in de strijd tegen het schoolgezag.
En toch had meester Nobbe zijn antwoord niet vooruit bedacht. O nee, hij zei het spontaan ! .Nog minder had hij vroeger zélf op school - in een dorpje ergens in Groningen - een goed voorbeeld gehad wat dierenbescherming aanging. Integendeel: als kleine jongen zag hij tot zijn grote ontsteltenis zijn onderwijzer op het dak van zijn huis zitten, druk bezig met het verwijderen van spreeuwen- en mussennesten. De nestjes en eieren kwamen op het marktplein tussen de spelende jeugd terecht... Maar toch spreekt de heer Nobbe, thans schoolhoofd in Amsterdam-Noord, over zijn oud-onderwijzer, zonder enig verwijt.
„Hij dacht er misschien niet bij", zegt hij. „U moet u eens realiseren, dat er vroeger op school nooit iets aan dierenbescherming werd gedaan. We kregen verbazend veel plantkunde en we leerden ook dierkunde op de geijkte manier. Maar we leerden geen liefde voor de dieren".
Geen vak
„Vindt u dan, dat dierenbescherming een vak moet worden, of althans als een les in het rooster moet worden ingevoegd ?" vraag ik.
„Neen, dierenbescherming zie ik beslist niet als vak. Dat willen we niet, want dan zou het verplicht worden en dat is in strijd met het begrip liefde. De juiste weg is, dat de kinderen liefde voor het dier léren aanvoelen door het voorbeeld van de leerkracht".
Hier ligt dus het aanknopingspunt met de arbeid van de Werkgroep Dierenbescherming en Opvoeding, welke een onderdeel is van de Ned. Vereeniging tot Bescherming van Dieren. Mevrouw L. X. C. Nobbe-Lavialle, de secretaresse, vult het betoog van haar man aan. „Ons eerste werk was, dé leerkrachten, dus onze collega's, enthousiast te maken voor het aankweken van dierenliefde bij de kinderen", zegt zij. „We doen ons werk bijna 25 jaar en we zijn begonnen met propaganda te maken op de jaarvergaderingen van de verschillende vakbonden van onderwijzend personeel en stukjes te schrijven in hun bladen.”
Het was eerst een zoeken en tasten - maar nu hebben we vrije toegang tot ongeveer zestig onderwijsbladen in Nederland en Vlaams België. Het vorige jaar hebben we 5400 klassen bewerkt en we hopen dit jaar de 6000 te halen; dan bereiken we ongeveer 300.000 (drie honderd duizend) kinderen. Nu zult u vragen: waaruit bestaat die bewerking ? Wel, we verstrekken de onderwijzers op aanvraag een pakket met 48 kleur- en knipplaten, verder wandplaten en een bundeltje voorleesverhaaltjes. De onderwijzers, die lid zijn van onze werkgroep (dat kost slechts ƒ 2 per jaar) krijgen zon pakket gratis; niet-leden kunnen ook bestellen tegen een laag bedrag. Driemaal per jaar zenden wij zo'n pakket, dat wil zeggen: de postcampagne gaat het hele jaar door, maar in het voorjaar zijn de platen en verhalen geheel gewijd aan de houding van het kind tegenover het nieuwe leven. Aan het begin van de winter geven we wenken voor de wintervoedering en op Dierendag, 4 October, is de propaganda algemeen. ledere leerkracht kan het materiaal op persoonlijke wijze gebruiken; hij kan in de leesles een dierenverhaal invlechten; op het tekenuur de dierenplaten laten kleuren of de platen mee naar huis geven. Sommige onderwijzers organiseren een tentoonstelling; er zijn ambachtsscholen, waar nestkastjes of voederhuisjes voor de plaatselijke afdelingen van Dierenbescherming worden gemaakt; Montessorischolen, waar ze op handenarbeid dierfiguren vervaardigen. Ons werk omvat het voorbereidend en lager onderwijs en ook enkele middelbare scholen van alle gezindten in het gehele land"
Prachtige verhalen
„Hoe komt u aan die prachtige verhalen ?" vraag ik. „Ze zijn helemaal niet sentimenteel".
„Ik bezoek geregeld jeugdleeszalen", zegt mevrouw Nobbe, „en doe een keus uit de literatuur. Er wordt ook veel bewerkt uit het buitenland. We weren altijd alles wat de jeugd zou kunnen kwetsen, zoals de beschrijving van mishandelingen; de strekking is positief".
„Vanuit een oogpunt van positieve beïnvloeding zijn we er ook niet erg voor, dat er op school dieren worden gehouden", merkte de heer Nobbe op. „Niet alleen, dat dit ons doet denken aan een dierenpark, dus in zekere zin aan een gevangenis, maar de kinderen komen dan ook in aanraking met het feit, dat b.v. kippen en konijnen van tijd tot tijd moeten worden opgeruimd; gevoelige kinderen vinden dat heel erg. Het ruwe ingrijpen in het leven der dieren moet men niet leren aan het kind ! Dat men b.v. in Zuid-Holland de mussen dacht te bestrijden door op elk paar mussenpootjes een premie te stellen, geeft de jeugd moreel een grote klap.
We willen graag de richting uit van Albert Schweitzer: als je moet doden, als 't niet anders kan, dan moet 't je verdriet doen… En onderschat u vooral de paedagogische invloed van dierenliefde niet: een kind, dat zacht en mild is voor het dier, is dat ook voor misdeelde mensen en ouden van dagen. Het komt dan ook voor, dat onderwijzers uitsluitend lid worden van onze werkgroep uit de overweging, dat dierenliefde de mensen ten goede komt..."
„Kent u het gezegde van Fröbel ?" vraagt mevrouw Nobbe. „Op het dier oefent zich het kind eerst in barmhartigheid of in wreedheid en wanneer het volwassen is, zal het naar gelang daarvan ook hulpvaardig of onbarmhartig zijn ten opzichte van de medemens".
Met deze ideeën bezield werkt het bestuur van de werkgroep thans, vlak voor Dierendag, onder hoogspanning aan de postcampagne. Het huis van de administratrice, mevrouw J. Rechtsteine-Mondriaan aan de Aelberts Bergstraat 109 te Haarlem, waar ons vraaggesprek plaats vond, is gedeeltelijk in een expeditie veranderd; dagelijks gaan honderden pakketten de deur uit naar alle delen van het land.
Het pakket van 1955 omvat behalve de verhalen, prik-, opzet-, borduur- en kleurplaten en is voor iedere leeftijd anders samengesteld. Als het u vergaat als mij, wilt u, alvorens u de kinderen inschakelt, eerst zelf genieten van deze prachtige verhalen, waarin mens en dier tot elkaar komen.
Niewsblad van Het Noorden, 1 october 1955, pagina 17
Sjouko Nobbe | ||||||||||||||||||
1926 | ||||||||||||||||||
Lititia Xinia Cazilda Lavialle |
Les données affichées n'ont aucune source.