Il est marié à Josina Hannaertsdr van Wijck.
Ils se sont mariés.
Enfant(s):
De geleerde monnik Christophorus Butkens schijnt in zijn zeventiende eeuws werk „Trophées du Brabant, III' p. 153, het
volgende omtrent de drossaarden Joost en Huijbrecht van Hedichuijsen, twee achterkleinzoons van Anthonis, te hebben geschreven. In dat stuk wordt ook zijn kleinzoon, ook Anthonis geheten, niet vleiend benoemd:
„Nota, dat Joost van Hedichusen, drost van Heeswyck en Hubrecht, zijn broeder, drost van den Heer van Meeuwen, hun
reclameren van den Huyse van Hedichusen en Heusden- sed nihil est de ca re, want sy commen, soo men sekerlijck weet,
van huysluyden van den dorpe van Heechuysen en men seght, dat hun vader herberge hield binnen den Bosch in de Swaen,
daer sy ten lesten door tegenloop van fortune moeste uytscheyden en quam tot Meeuwen woonen, daer sy doen weder wat
bequamen, maer en hadden geen noblesse in den kop, sigh selve wel kennende en zijn syne dochters meest geheyllickt aen
boeren" *).
Het zal niet te achterhalen zijn of Butkens indertijd al dat niet een objectieve voorlichting ontving. Wel is aannemenlijk dat deze drossaarden indertijd wel niet onder de doorsnee 'huysluyden' zullen zijn gerangschikt. Zij hadden wel degelijk adellijk
bloed in de aderen en was hun vader (Anthonis dus) ook reeds kastelein en rentmeester van den huize Meeuwen geweest.
Op 29 mei 1577 werd met de opperste helft van een rijswaard te Hedikhuizen en met een eveneens aldaar gelegen stuk land geheten 'die Maze en die Helle', beleend, Hannart van Wijck. Hij had o.m. een broer Jan van Wijck. Deze gebroeders behoorden tot het in den lande van Heusden sinds eeuwen voordien zo bekende adellijk geslacht van die naam. Hun ouders waren Jonkheer
Jan van Wijck, schout te Hedikhuizen en Jonkvrouw Margaretha van Vlierden. Zij waren kleinzoons van Hannaert van Wijck en
Jonkvrouw Barbara den Breen. Hannaert en Jan zijn broer, waren in 1602 sinds geruime tijd uitlandig. Op 25 maart 1587 werd
met de hier bedoelde leengoederen verlijd, Jan Quirijnssen van Wijck; bij dode van Jan Janssen van Wijck zijn zoon (verwekt bij Jonkvrouw Lana van Wijck, zuster van voornoemde Hannaert van Wijck Jr., "als naeste Leenvolger van Hannaert van Wijck, als oom van de voornoemde Jan Janssen, beide binnen 's jaers gesturven zijnde." Vreemd is het, dat in die tijd geen acht werd geslagen op het enige kind van Hannaert van Wijck (Jr.), namelijk Willem van Wijck. Deze wordt in 1595 vermeld als "wonende te Stockholm in Sweden, achtergelaten zoon van Hannaert van Wijck' daer moeder af was Jenneken (Claes Henricxen) Buijs."
Wellicht is Jan Quirijnssen van Wijck, die ook schout van Hedikhuizen was en slechts één kind won in dat huwelijk, in het jaar 1602 overleden. Althans op 2 september 1602 werd met die goederen beleend, Anthony Joosten van Hedichuysen, "door de langdurige absentie van Jan en Hannaert van Wijck zijns vaders moeders broeders zoonen."
Waarschijnlijk was dus de grootmoeder van vaderszijde van deze van Hedichuijsen een dochter van Hannaert van Wijck en wellicht ook van diens vrouw Jonkvrouw Barbara den Breen. Bovendien was deze Anthony van Hedichuysen reeds (vanaf 1599—1615) kastelein en rentmeester van den huize Meeuwen en Eethen. Is het ook wel aannemelijk te achten, dat de Heer van Eethen en Meeuwen een "zo eenvoudig man" tot zijn slotvoogd en rentmeester aanstelde? Kortom: Christophorus Butkens was waarschijnlijk veel te neerbuigend over de familie Van Hedichuijsen.
Anthonis Joosten van Hedichuijsen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Josina Hannaertsdr van Wijck | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Les données affichées n'ont aucune source.